W6HC6: Perinatale asfyxie Flashcards
1
Q
Big 4 oorzaken perinatale sterfte
A
- vroeggeboorte
- te laag geboortegewicht
- aangeboren afwijkingen
- perinatale asfyxie < 1% vd geboortes
2
Q
Perinatale asfyxie
A
- conditie van verminderde gasuitwisseling of inadequate bloedstroom die leidt tot persisterende hypoxemie en hypercapnie van het kind, die (tijdelijk) optreden rond de geboorte
3
Q
Foetale circulatie
A
- rechts-links shunt
- lage bloeddruk
- snelle hartfrequentie
- lage O2 spanning
- hoog Hb
- hoge affiniteit voor O2
- goed O2 transport
4
Q
Klinische definitie van perinatale asfyxie: 2vd 3
A
- Ernstige metabole of gemengde acidose (pH<7) vastgesteld in een monster van arterieel navelstrengbloed
- Apgar score < 3 gedurende > 5 min na geboorte
- Klinische neurologische gevolgen in de directe neonatale periode, zoals convulsies, hypotonie, coma of hypoxisch-ischemische encefalopathie
5
Q
Maternale oorzaken
A
- hypovolemie/shock
- ernstig longlijden
- hartgebreken
- compressie vd vena cava inferior door de uterus
6
Q
Placentaire oorzaken
A
- placentaire insufficiëntie, voornamelijk bij zwangerschapshypertensie, pre-eclampsie, foetale groei vertraging
- abruptio placentae (loslating)
- placenta pravia
- hypertonie en polysystolie (weeënstorm) van de uterus
7
Q
Umbilicale oorzaken
A
- navelstrengcompressie
- omstrengeling van het kind
- ware knoop in de navesltreng
- navelstrengprolaps ofwel uitgezakte navelstreng
8
Q
Foetale oorzaken van perinatale asfysie
A
- infecties: parvo B19, opstijgende bacterie infectie bij gebroken vliezen
- foetale hartritmestoornissen
- foetomaternale transfusie (kind verliest bloed aan de moeder)
- foetale bloedafbraak door bloedgroepantagonisme
9
Q
Beschermingsmechanismen
A
- Affiniteit foetal hemoglobine (HbF) voor O2: is wat beter dan dat vd moeder -> kan in placenta O2 afpakken vd moeder
- Redistributie foetale bloedstroom: stuurt veel bloed naar de hersenen, minder naar spieren/organen
- Autoregulatie foetale cerebrale circulatie: binnen bepaalde grenzen wordt de bloedstroom door de hersenen hetzelfde gehouden -> als bloeddruk zakt zorgt de autoregulatie dat het in de hersenen hetzelfde blijft
10
Q
CTG
A
- simultane registratie foetale hartfrequentie en de contracties van de uterus
- doel: tijdige herkenning van foetale hypoxie en asfyxie voor of tijdens de baring
- patroonherkenning is belangrijk
- inwendig: draadje vast op hoofd baby
- uitwendig: om de buik heen
- negatief voorspellende waarde is hoog, positief voorspellende waarde laag
11
Q
Hartfrequentie babt
A
- basis: 110-150 slagen/min
- foetale tachycardie: > 150 slagen/min > 10 min
- bradycardie: <110 slagen/min of afnemen > 40 slagen/min > 5 min
12
Q
Behandelopties
A
- moeder in zijling positioneren
- weeën tijdelijk stoppen met tocolytium
- snelle geboorte dmv vaginale kunstverlossing of sectio
- anti-oxidanten zijn niet effectief