W2HC6: Geassisteerde voortplantingstechnieken Flashcards
1
Q
Subfertiliteit
A
Uitblijven van de zwangerschap na 12 maanden onbeschermde coïtus
2
Q
Anamnese
A
- obstetrische VG
- infectie/operaties in de onderbuik
- cyclusduur, dysmernorroe
- kennis over vruchtbare periode
- medicatie
- seksuele problematiek (vaginisme, erectieproblemen, ejaculatie)
- beroep, psyche, SES
Man: genitale infecties, operaties, liesbreuk, cryptorchisme, trauma
3
Q
AO en LO
A
- LO: hirsutisme, anatomische afwijkingen, vaginisme, endometriose
- AO: semenanalyse, midluteaal progesteron, CAT
4
Q
HUNAULT score
A
- bij onbegrepen subfertiliteit
- kans dat het koppel binnen 12 maanden zwanger wordt
- leeftijd vrouw, duur onvruchtbaarheid in jaren, eerdere zwangerschap, verwijzing, beweeglijkheid zaadcellen
5
Q
Plan van aanpak bij duidelijke en geen duidelijke oorzaken
A
- duidelijk: tubachirurgie, ovulatie-inductie, IUI, IVF, ICSI, chirurgie man
- niet duidelijk: prognostisch model invullen -> onder 30% IUI/IVF, 30-40% bespreken met pt, daarboven expectatief
6
Q
Fertiliteitschirurgie
A
- therapeutische tubapathologie: endometriose, PID, geperforeerde appendicitis
- laparoscopie: adhesiolyse, coagulatie endometriose, resectie endometrioom, resectie hydrosalpinx
- therapeutische hysteroscopie: septum, poliepen, myomen
- CI: zeer ernstige tubapathologie, ernstige zaadkwaliteit (OAT), anovulatie, gevorderde leeftijd, afweging IVF vs tuba chrirugie
7
Q
Ovulatie inductie
A
- bij WHO II/PCOS: clomifeencitraat (anti-oestrogeen wat zorgt voor meer FSH), tamoxifen, letrozol (arometase remmers, zorgen voor meer FSH productie), FSH
- bij WHO I: GnRH pomp, FSH
- hyperprolactinemie: dopamine agonist
- CI: dubbelzijdige tubapathologie, ernstige OAT (VCM < 1 mln), BMI > 34, WHO III
- resultaten: 80-85% ovulatoir
- risico’s: 5-8% meerlingen, overstimulatie
8
Q
IUI
A
- bij onbegrepen infertiliteit, Hunault < 30%, bij matige OAT (VCM > 3), cyclusstoornis icm met OAT
- IUI icm MOH (milde ovariële hyperstimulatie)
- risico’s: 10-40% meerlingen, infectie
- resultaten: per cyclus 7-9%, cumulatieve kans 20-25%
- met spuitje in baarmoederholte
9
Q
IVF
A
- bij afgesloten eileiders, verminderde vruchtbaarheid man, onbegrepen vruchtbaarheidsstoornissen, cyclusstoornissen, hooggradige endometriose
- stimulatie van follikelgroei - hyperstimulatie: FSH injectie, en uitschakelen eigen cyclus (dan ovuleer je) door onderdrukking LH peik (GnRH agonist)
- RF: meerlingen 5-6%, overstimulatie (OHSS), infectie, bloeding, risico aangeboren afwijking 4,5 % tov 3% n
- terugplaatsing dag 5 embryo’s, met spuitje in baarmoederholte
10
Q
OHSS (overstimulatiesyndroom)
A
- bij 3-6%
- vocht gaat naar de 3e ruimte lekken doordat bloedvaten rek laken -> komt bij buik en longen
- symptomen: opgeblazen gevoel, snel gewichtstoename, misselijk, braken, dyspnoe, oligurie
- hemoconcentratie, leucocytose, thrombocytose, elektrolytenstoornis, ascites, pleurale en pericardiale effussie, ARDS
11
Q
ICSI
A
- bij ernstige OAT (<1x10^6 bewegende zaadcellen/ejaculaat), total fertilization failure bij IVS
- iets meer kans op chromosomale afwijkingen
- in lab bij elke eicel 1 zaadcel naar binnen brengen