W5HC2: Inleiding klinische embryologie

Question 1

Week 1: van eicel tot blastocyst

Answer 1

• 30 uur na bevruchting: 2 cellen met zona pellucida -> klievingsdelingen
• 3 dgn: 16 cellig, braamvormige morula
• 4-5 dgn: blastocyst, bestaat uit een buitenlaag (trofoblast), die zorgt voor innestelling en inner cell mass (embryoblast) (worden het embryo en de extra-embryonale vliezen)

Question 2

Week 2: innesteling, aanleg 2 lagige kiemschijf en extra-embryonale vliezen

Answer 2

• voor innesteling ontdoet de blastocyst zich van de zona pellucida
• 2 lagige kiemschijf aangelegd, die uit ectoderm (epiblast) en endoderm (hypoblast) bestaat, en er ontstaan 3 holtes

Question 3

De 3 holtes

Answer 3

1. Amnionholte: vormt de extra-embryonale huid
2. Primitieve dooierzak: continu met de hypoblast, vormt de extra-embryonale darm. Is verbonden aan de allantois, welke de uitwendige blaas en cloaca vormt
3. Chorionholte: uit het extra-embryonale mesoderm ontstaan de placenta en navelstreng, in deze laag ontstaat de chorionholte

Question 4

Week 3: van ellipsvormige schijf tot bouwplan

Answer 4

Weefsel wordt aangelegd op 3 verschillende manieren

Question 5

Gastrulatie

Answer 5

De 2 lagige kiemschijf wordt 3 lagig: via epitheel mesenchym transformatie vindt specialisatie plaats, in de primitiefstreek. Hier groeien cellen naar binnen, door hun verlies van hun epitheliaal verband en vormen zo een 3e laag

Question 6

Neurulatie

Answer 6

De neurale buis wordt gevormd uit de neruale plaat doordat cellen in een deel van de epiblast voor de primitiefstreek, het neuroectoderm, zich specialiseren tot primitief ZS. Dit gebeurt via instulping, het epitheliale verband blijft intact. Tijdens vorming van de neurale buis wordt via granulatie de neurale lijst gevormd

Question 7

Waar blijft de embryo 2 lagig?

Answer 7

Bij de buccofaryngeale membraan en de cloacale membraan; epitheel met behouding van het epitheliaal verband stulpt naar binnen

Question 8

Oorspronkelijke structuren en wat ze vormen

Answer 8

• paraxiaal mesoderm -> somieten
• mesoderm: spieren, skelet, hart, nieren
• pariëtaal mesoderm: weefsel rondom de buikholte
• viscerale mesoderm: BW rond de darm
• endoderm: darm, longen, lever
• neuroectoderm: ruggenmerg

Question 9

Einde van week

Answer 9

• hart begint te pompen, neurale buis begint te slutien en op de dooierzak ontstaan bloedeilandjes en bloedvaten
• de neurale buis sluit eerst craniaal, met een opening bij de buccofaryngeale membraan, en aan het einde van week 4 sluit hij caudaal.
• de eerste 3 kieuwbogen, de armknop en de beenknop zijn nu zichtbaar, en de buikwand sluti

Question 10

Einde van week

Answer 10

• hart begint te pompen, neurale buis begint te slutien en op de dooierzak ontstaan bloedeilandjes en bloedvaten
• de neurale buis sluit eerst craniaal, met een opening bij de buccofaryngeale membraan, en aan het einde van week 4 sluit hij caudaal.
• de eerste 3 kieuwbogen, de armknop en de beenknop zijn nu zichtbaar, en de buikwand sluit

Question 11

Afwijkingen rond week 3/4

Answer 11

• situs inversus: ontstaat door fouten in de links cascade. Draaiende trilharen aan de ventrale zijde van de primitiefknoop zorgen voor aanzetten lefty 2 genen in het zijplaatsmesoderm van wat hierdoor de linkerzijde wordt
• neurale buisdefecten: door het niet sluiten van de neurale buis. Racus rigis zorgt voor open ruggenmerg, anencephalie voor open hersenen en de spina bifida voor een open wervelkolom
• borst- en buikwanddefecten: door verstoorde kromming en uitgroei embryonale lichaamswanden