W6HC2: Aanleg van de lichaamssassen Flashcards
1
Q
Ontwikkeling hoofd en staart zijde
A
12-14 dagen: 2 lagige kiemschijf zonder duidelijke zijde
15-17 dagen: primitiefstreek + knoop ontstaat aan de caudale zijde door een groepje cellen in de epiblast
2
Q
Primitiefknoop
A
- scheidt de morfogenen Chardin en Noggin uit -> remmen BMPs -> minder actieve BMPs -> specialisatie van het omliggende weefsel
- het notochord ontstaat uit de primitiefknoop en geeft een signaal af waar de middenas van het embryo ligt: hier wordt het oerskelet gemaakt
3
Q
AVE: anterior visceral endoderm
A
- belangrijk voor de ontwikkeling van de hersenen, hoofdregio en het hart
- Dkk remt Wnt, wat belangrijk is voor de vorming van de hersenen. Wordt niet uitgezet aan de caudale zijde
4
Q
Somitogenese
A
- gastrulatie in de primitiefstreek: vorming mesoderm
- somieten ontstaan uit paraxiaal mesoderm
- ontstaan in het voorste deel van de primitiefstreek en trasnformeren van pre-somitisch mesoderm naar somieten tot een post-somitisch stadium
- iedere 6-7 uur een nieuw somietenpaar, eerste op dag 19
- de craniocaudale identiteit van de wervels wordt bepaald door het tijdstip van het ontstaan van de desbetreffende somiet
5
Q
Hox-genen
A
- aanleg caudio-craniale as
- HOXA, B, C en D cluster
- de cranio-caudale expressie van Hox-genen is co-lineair met de positie vh desbetreffende gen op het chromosoom: de genen die aan de meest 3’ kant liggen komen het meest craniaal tot expressie
- hox genen met hetzelfde getal zijn homoloog en kunnen elkaars functie overnemen
- lage hox genen komen eerder tot expressie dan hoge
- hox 6 : begin thoracaal = wervels met rib, hox = begin lumbaal