W1VO.1 Hypothalamus-hypofyse-gonaden-as Flashcards
1
Q
Thecacellen
A
- LH gevoelig
- om het membraan vd follikel
- produceren andosteendion
2
Q
Granulosacellen
A
- FSH gevoelig
- produceren aromatase, wat androsteendion omzet in oestrogeen
- produceert inhibine, wat FSH remt
3
Q
Pre-ovulatoire periode
A
hypothalamus geeft GnRH af -> hypofysevoorkwab produceert LH en FSH -> zorgen voor ontwikkeling follikels -> thecacellen en granulosacellen zorgen voor productie oestrogeen -> negatieve feedback -> minder FSH, follikel met meeste FSHR blijft doorgroeien en oestrogeen produceren -> oestrogeenniveau bereikt drempelwaarde -> positieve feedback: hypofyse gevoeliger voor GnRH pulsen -> LH-piek -> ovulatie
4
Q
Post-ovulatoir
A
- laag LH -> theca- en granulosacellen van het corpus luteum zetten cholesterol om in progesteron -> negatieve feedback op GnRH -> minder LH en FSH -> minder oestrogeen, ook minder door inhibine
- corpus luteum wordt in stand gehouden door LH, maar dit neemt af door het progesteron, gele lichaam sterft na 1-2 wkn af
- secretoire fase door progesteron, corpus luteum wordt corpus albicans -> oestrogeen en progesteron dalen -> endometrium brokkelt af
5
Q
HCG
A
Wordt bij bevruchting vd eicel door de eicel zelf geproduceerd, kan binden op LHR -> corpus luteum blijft gestimuleerd om progesteron te maken
6
Q
Oestrogenen
A
- sekssteroïden, secundaire geslachtskenmerken
- baarmoedermond toegankelijk voor sperma, te merken aan (heldere) afscheiding rondom ovulatie