W2HC4: Celsus en Virchow op moleculair niveau Flashcards
Klinische symptomen ontsteking
Rood, warm, pijn, zwelling, functieverlies
Ontstekingsreactie
Reactie gevasculariseerd weefsel op beschadiging met als doel het elimineren van de schadelijke agens en het in gang zetten van het herstel van de schade
Kenmerken ontstekingsreactie
- onderverdeeld in acuut/actief en een chronische fase
- bestaat uit een vasculaire en cellulaire reactie
- reacties worden gemedieerd door ontstekingsmediatoren
- ontstekingsmediatoren worden geproduceerd als reactie op of worden geactiveerd door een schadelijke agens
- ontstekingsreactie eindigt als de schadelijk agens is geëlimineerd en de mediatoren weg zijn
- ontstekingsreactie hangt samen met weefselherstel
- ontstekingsreactie kan schadelijk zijn
Schade ontstaat door
Macrofagen en mestcellen geven moleculen af: vasculaire reactie -> neutrofiele granulocyten komen erop af, daarna monocyten: cellulaire reactie -> macrofagen gaan agens opruimen -> macrofagen gaan herstel regisseren
Oorzaken ontstekingsreactie
- infecties
- weefselnecrose: door celbeschadiging komen stooffen los die de reactie in gang zetten
- immunologische reactie
- genetische afwijkingen
Vasculaire reactie
Veranderingen in circulatie bij ontsteking: verwijding vaten, vertraging bloedstroom en uittreden eiwitten en ontstekingscellen
- > zwelling komt door uittreding
- > roodheid en warmt door grotere hoeveelheid bloed
- > pijn door zwelling en stofjes die vrijkomen
Exsudaat
Eiwitten treden uit en trekken vocht mee -> hoog eiwitgehalte
Transudaat
Hydrostatische druk wordt te hoog en er zitten te weinig eiwitten in het bloed om het vocht terug te resorberen -> laag eiwitgehalte
Cellulaire reactie
- buiten het bloedvat komen: leukocyt adhesie (eerst plakken aan bloedvat), transmigratie en chemtaxis
- leukocyt activatie
- fagocytose en afbreken van de schadelijke agens
Cellulaire reactie: adhesie en transmigratie
Neutrofiele granulocyt stroomt in het midden vh vat -> bij vertraging zakt hie uit richting wand -> wordt afgeremd door moleculen en raakt geactiveerd -> hecht zich vast -> dmv CD31 wordt hij naar buiten getransporteerd -> op zoek naar schadelijke agens
Chemotaxis; beweging vd leukocyt van de lage naar de hoge concentratie chemokines
Cellulaire reactie: activatie macrofaag
Regulatie expressie adhesiemoleculen op endotheel en leukocyten door cytokinen en chemokines
Cellulaire reactie: fagocytose en afbraak
Schadelijke agens wordt herkent en gebonden door fagocyt -> fusie met lysosoom -> lysosomale enzymen worden geactiveerd en breken microben af door het aanmaken van waterstofperoxide en O2 radicalen -> beschadiging cel
Ontstekingsmediatoren
Kunnen soms meerdere effecten hebben (anti- en pro-inflammtoir)
2 groepen:
- uit ontstekingscellen: uitgescheiden door cellen, meteen actief (IL, histamine)
- uit de lever: voorvorm in lever gemaakt, ter plekke omgezet tot actieve moleculen
Lokale en systemische effecten ontstekingsmediatoren
- lokaal: bevorderen moleculen dat ze gaan delen, activeert leukocyten, verhoogde expressie adhesie moleculen
- systemisch beschermend; zorgt voor koorts (actievere cellen), activeren eiwitten, leukocyt productie
- systemisch pathologisch: minder output hart, insuline resistentie
Eliminatie
macrofaag eet schadelijke prikkel op -> macrofaag verandert van M1 naar M2 (door invloed IL-3 en IL-4) -> gaat groeifactoren maken om schade te herstellen