Spierrelaxantia Flashcards

1
Q

diazepam

A

= benzodiazepine

  • > faciliteert GABA werking in CZS
  • > effect op spasticiteit

gebruikt als spierrelaxantie
! ontstaan van tolerantie
! sedatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

baclofen

A

= selectieve agonist GABAb receptor
- gunstig effect op spasticiteit tgv MS en ruggenmergletstels
! ataxie, gevoel van dronkenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tizanidine

A

= spierrelaxantia

  • bij neurologische spacticiteit zoals bij:
  • MS
  • chronische myelopathie
  • degeneratieve ruggenmergaandoeningen
  • cerebrovasculaire accidenten
  • hersenverlamming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

riluzol

A

-> vertragen progressie ALS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dantroleen

A

-> verlagen vrijzetten Ca in skeletspier -> verlagen spasticiteit

indicatie:
- maligne hyperthermie (congenitale vorm, malignen neuroleptisch syndroom)

bijwerkingen:

  • spierzwakte
  • leverstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

botulinetoxine

A
-> werkt ter hoogte van NMJ (=BOTOX)
indicaties:
- spasticiteit bij kinderverlamming
- spasticiteit BL na CVA
- strabisme (= scheel kijken)
- blefarospasme (spamse van ooglid)
- faciale dystonie
- spastische torticollis 
- esthetische indicaties

! spierzwakte, anafylactische reacties, convulsies, dysfagie, aspiratiepneumonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

curares

A

= spierrelaxantia

  • pachycurares
  • leptocurares
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly