Farmacologie 1 Flashcards
Transcellulair transport geneesmiddelen
- passieve diffusie
- carrier gemedieerd transport
- pinocytose
- transcytose
- gefciliteerde diffusie
Effluxmechanismen
- P-gp
- CYP3A4
opname vanuit GI : interfererende factoren
- pH
- maaglediging en transittijd
- adsoprtie en chelaatvroming (tetracyclines en fluoroquinolones!!!)
- metabole enzymen en effluxmechanismen (P-gp en CYP)
- ziekten en bariatrische chirurgie
distributievolume
= maat voor verdeling van een GM over de weefsles
Vd= Ab/Cp (Ab= amount in the body; Cp= plasma conc.)
-> groot Vd = GM is vooral extravasculair
waarvan is Vd afhankelijk?
Fysiochemische eigenschappen GM:
- lipofiel vs. hydrofiel (lipofiel -> groot Vd)
- ionisatiegraad (pH vs. pKa)
- molecuulgrootte
Eiwitbinding ( afh. van aantal bindingplaatsen en affiniteit van GM voor plasmaprot.)
-> enkel de vrije factie kan zich verdelen over de weeefsels (Cu = ongebonden fractie)
Weefseldoorbloeding
Redistributie
Ophoping
Biotransformatie door de Lever
FASE I - oxidatie : * CYP * alcohol- en aldehydedehydrogenase * MAO - reducties - hydrolyse FASE II = conjugatie van GM met lichaamseigenmoleculen -> inactivatie en goede oplosbaarheid - glucuronzuur - sulfaat - acetaat - methyl - aminozuren - gluthation
Factoren die biotransformatie beinvloeden
enzyminductoren
enzyminhibitie
interindividuele verschillen (leeftijd, geslacht, ziekte)
genetische verschillen
Deelprocessen renale klaring
- glomerulaire filtratie
- passieve terugdiffusie
- tubulaire secretie
- tubulaire reabsorptie
Andere excretiewegen
- biliaire excretie
- pulmonale excretie
- excretie via moedermelk
- excretie via speeksel, zweet of haren
concentratie verloop van een GM is afh van …
absorptie
distributie
metabolisatie
excretie
therapeutisch venster
= het verschil tussen MED/ MEC en MTD/MTC
MED/MEC= minimaal effectieve dosis/conc
MTD/MTC= maximaal getolereerde dosis/conc
biologische beschikbaarheid
- absolute F (tussen de 0 en 100%)
- > AUC van andere toedieningsvorm vergelijken met AUC iv
- relatieve F (kan groter zijn dan 100%)
- > vergelijken van AUC van verschillende toedieningsvormen
generieken voorwaarden
- chemische gelijkwaardigeheid (zelfde dosis, zelfde actieve stof)
- farmaceutische gelijkwaardigheid (zelfde hardheid, oplosbaarheid, toedieningsvorm, …)
- biologische gelijkwaardigheid (F, Cmax, Tmax)
- therapeutische gelijkwaardigheid (zelfde therapeutisch effect)
NO SWITCH
-> GM met nauwe therapeutische marge: aangeraden niet over te schakelen op generieken
Nulde-orde kinetiek
= niet-lineair verband tussen toegediende dosis en gemiddelde plasmaconc
door:
-> saturatie van absorptie (-> toenemende dosis, maar de plasma conc zal niet stijgen)
-> saturatie van eliminatie (-> kleine dosis verhoging -> zeer grote stijging plasma conc)
types bijwerkingen
- type A: te verwachten bijwerkingen op basis van het werkingsmechanisme
- type B: overgevoeligheidsreacties en idiosyncrasie
- type C: na langdurig gebruik (verslaving en afhankelijkheid)
- type D: teratogene en carcinogene effecten
- type E: klachten te gevolge van plots onderbreken (onttrekkingsverschijnselen)
- type F: falen ten gevolge van slechte therapietrouw