Hartfalen Flashcards
1
Q
therapien hartfalen
A
- positieve inotropica
- diuretica
- ACE inh en sartanen
- vasodilatoren
- beta blokkers
2
Q
effecten digitalisglycosiden
A
- > inhibitie Na/K ATPase
- > verhoogde contractiliteit
- > verkorten refractaire periode
- > daling hartritme
3
Q
bijwerkingen digitalisglycosiden
A
- cardiale toxische verschijnselen
- anorexie, nausea, braken, diarree
- desorientatie
- hallucinatie
- zichtstoornissen
- agitatie
- convulsies
4
Q
indicaties digitalisglycosiden
A
- hartfalen in sinusritme
- atriale ritmestoornissen
5
Q
digoxine
A
= digitalisglycoside
= positief inotropicum
-> bij hartfalen
6
Q
digitoxine
A
= digitalisglycoside
= positief inotropicum
-> bij hartfalen
7
Q
milrinon
A
= fosfodiesteraseremmer -> stijging intracell cAMP cardiocyten
= positief inotropica
-> stijging Cainflux in hart
-> vasodilaterend
gebruik bij acuut hartfalen bijwerkingen: - nausea - braken - aritmien - hypotensie - trombocytopenie - verhoogde leverenzymen
8
Q
positieve inotropica
A
gebruikt bij hartfalen
- digitalisglycosiden
- bipyridinen (milrinon)
- beta-agonisten