hyperlipidemie Flashcards
1
Q
farmacotherapie voor hyperlipidemie
A
- fibraten
- galzuurbindende harsen
- statines (=1e keuze)
- nicotinezuur
- ezetimibe
2
Q
werkingsmechanisme fibraten
A
binden PPARalfa -> stimulatie vetzuuroxidatie -> daling triglyceriden
+ PPARalfa -> expressie apoA-I en apoA-II -> verhogen HDL
3
Q
kinetiek fibraten
A
- per os -> snel en bijna volledig geabsorbeerd
- hoge plasma eiwit binding
4
Q
bijwerkingen fibraten
A
- GI: nausea, krampen, diarree
- huiduitslag
- gewichttoename
- impotentie
- leukopenie
- anemie
- myopathie
- galstenen
- atriale en ventriculaire ritmestoornissen
! potentieren effect orale anticoagulantie !
5
Q
werkingsmechanisme statines
A
= inhibitoren HMG-CoA reductase
- > onderdrukking cholesterol synthese
- > compensatoir mechanisme door lever : *synthese HMG-CoA stijgt -> daling effect statines
- stijging LDL receptoren -> plasma LDL daalt
effect: - daling plasma LDL - daling VLDL cholesterol - daling plasma TG - stijging HDL = eerste keuze bij hyperlipidemie
6
Q
kinetiek statines
A
- gemetaboliseerd in lever (CYP3A4 en CYP2C9) tot actieve en inactieve metabolieten
- hoge plasma eiwit binding
- T1/2 < 4u
7
Q
indicaties statines
A
hypercholesterolemie
- bij gestegen LDL en gecombineerde hyperlipidemie (LDL en VLDL)
- combinatie met harsen verhoogt effect
8
Q
bijwerkingen statines
A
- myopathie met rhabdomyolyse
- afwijking leverfunctie test
- dyspepsie, nausea, abdominale krampen, obstipatie, diarree, huiduitslag
- verhoogde kans diabetes mellitus type 2
interacties:
- anticoagulantia: verhoogde antistolling
- digoxine: verhoging plasma conc (= gevaarlijk!!!)
- CYP3A4 inhibitie/inductie
9
Q
contra-indicaties statines
A
- kinderen
- zwangerschap
- lactatie
- leveraandoeningen
10
Q
contra-indicaties fibraten
A
- lever- en nierinsuff
- cholelithiase = galstenen
- zwangerschap
- lactatie
- kinderen
11
Q
indicaties fibraten
A
= 2e lijns behandeling hyperlipidemie
12
Q
werkingsmechanisme galzuurbindende harsen/anionenuitwisselaars
A
gaan galzuren binden -> verwijderd via faeces
- > minder cholesterol geabsorbeerd
- > entero-hepatische cyclus galzuren onderbroken -> daling galzuur conc in lever -> wegvallen feedback inh -> lever breekt meer chol af tot galzuur
- > compensatoire mechanismen
- feedbach inh HMG-CoA valt weg -> synthese chol
- stijging LDL receptoren -> meer LDL binden -> daling plasma LDL
13
Q
colestyramine
A
=galzuurbindend hars
14
Q
colestipol
A
=galzuurbindend hars
15
Q
indicaties galzuurbindende harsen
A
- LDL stijgingen
- behandeling obstructie galwegen
