Farmacotherapie GI stelsel Flashcards

1
Q

werking H2 receptor antagonist

A

-> blok H2 receptor parietaal cel -> daling zuur- en pepsine secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kinetiek H2 receptor antagonist

A
  • goede biologische beschikbaarheid

- hydrofiel: niet door BBB -> weinig centrale bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bijwerkingen H2 receptor antagonist

A
  • inhibitie CYP

- endocriene/anti-androgene effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

indicaties H2 receptor antagonist

A
  • behandeling maag-darm ulcus
  • GERD
  • preventie ulcera
  • preventie bloedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

cimetidine

A

= H2 receptor antagonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ranitidine

A

= H2 receptor antagonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nizatidine

A

= H2 receptor antagonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

werking PPI

A

irreversibele inhibitie K/H ATPase in parietaalcel -> inhibitie zuur secretie
= 1e keuze bij refluxoesofagitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kinetiek PPI

A
  • korte T1/2
  • biologische beschikbaarheid halveert door voedsel
  • gemetaboliseed door CYP2C19
  • inhibitie CYP2C19
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

indicaties PPI

A
  • GERD
  • behandeling maag- en duodenumulcus
  • preventie rebleeding ulcera
  • niet-ulcer dyspepsie
  • preventie stress-gerelateerde bloeding
  • preventie erosies en ulcera door NSAIDs
  • Zollinger-Ellison syndroom
    zeer goed verdragen: veilig tijdens zwangerschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

omeprazol

A

= PPI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

esomeprazol

A

= PPI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

lansoprazol

A

= PPI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

pantoprazol

A

= PPI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

rabeprazol

A

= PPI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

misoprostol

A
= analoog van PGE1
-> inihibitie zuursecretie
-> verbetering mucosa doorbloeding, verhoging mucusproductie, verhoging weerstand mucosa
-> snellere heling mucosa
indicatie:
- ulcera en GERD
off-label indicaties:
- expulsie miskraam weefsel
- preventie postpartum bloeding
bijwerkingen:
- nausea
- braken
- diarree
- uteruscontracties 
- miskraam 
-> zwangerschap is absolute CI!!!
17
Q

antacida

A
=stoffen die maagzuur neutraliseren
-> wegname pijn thv ulcerus
- enkel als adjuverende therapie
bijwerkingen:
- zoutbelasting (opletten bij hartfalen)
- vermeerdering zuursecretie
- daling opname andere geneesmiddelen
- diarree/obstipatie
18
Q

cisapride

A

= prokinetica

  • > verhoogt maagcontractie
  • > versnelling maaglediging
  • > versnelling darmperistaltiek en evacuatie
    bijwerkingen:
  • verlenging QT-interval
  • niet combineren met CYP inhibitoren
19
Q

prucalopride

A

= prokinetica
= selectieve 5HT4 receptor agonist
- symptomatische behandeling obstipatie therapieresistente vrouw

20
Q

anti-emetica

A
  • setronen
  • glucocorticoiden
  • fenothiazines en buturofenonen
  • prokinetica
  • H1 antihistaminica
  • anti-cholinergica
  • aprepitant
  • cannabinoiden
21
Q

pancreasenzym susbstituut

A
exocriene pancreasinsufficientie bij
- chronische pancreatitis
- mucoviscidose
- pancreasresectie
per os bij de maaltijd
22
Q

galzoutentherapie

A

-> oplossen van kleine galstenen met hoge cholesterolinhoud

per os inname

23
Q

laxantia

A
  • bulk-laxantia
  • osmotische laxativa
  • lokaal irriterende of stimulerende laxantia
24
Q

werking bulk-laxantia

A

niet absorbeerbare, hydrofiele colloiden -> dilateren colon -> stimulatie peristaltis

25
Q

agar

A

= bulk-laxantia

26
Q

methylcellulose

A

= bulk-laxantia

27
Q

psyllium

A

= bulk-laxantia

28
Q

werking osmotische laxativa

A

blijven in colonlumen -> zetten deze uit -> stimulatie peristaltis

29
Q

lactulose

A

=osmotische laxativa

30
Q

sorbitol

A

= osmotische laxativa

31
Q

werking lokaal irriterende of stimulerende laxantia

A

directe stimulatie enterisch zenuwstelsel

+ secretie vloeistof

32
Q

senna

A

= lokaal irriterende of stimulerende laxantia

33
Q

castorolie

A

=lokaal irriterende of stimulerende laxantia

34
Q

fenolftaleine

A

= lokaal irriterende of stimulerende laxantia

35
Q

bisacodyl

A

= lokaal irriterende of stimulerende laxantia

36
Q

behandeling inflammatoir darmlijden

A
aminosalicylaten
- sulfasalazine
- mesalazine
immuunsuppresiva
- corticosteroiden
- cytostatica
AB
monoklonale antistoffen tegen TNFalfa
- infliximab
- adalimumab