Kanker

Question 1

doel behandeling kankerchemotherapie

Answer 1

• adjuvante therapie: na primaire behandeling
• neo-adjuvante therapie: volume primaire tumor te verkleinen zodat heelkunde nadien makkelijker is
• palliatieve therapie: wanneer curatieve behandeling niet meer mogelijk is

Question 2

nevenwerkingen chemotherapie

Answer 2

• myelosuppressie
• vertraagde wondheling
• infertiliteit
• premature menopauze
• teratogeniciteit
• epitheelschade
• haaruitval

Question 3

methotrexaat

Answer 3

= foliumzuur antagonist
= cytotoxisch geneesmiddel
nevenwerkingen:
- myelodepressie
- mucositis
- pneumonitis
- nefrotoxiciteit

Question 4

purine analogen

Answer 4

= cytotoxisch geneesmiddel
- vooral bij behandeling leukemie
nevenwerkingen:
- myelotoxisch
- mucositis GI tractus

Question 5

taxanen

Answer 5

= plantderivaten
-> immobiliseren microtubuli in gepolymeriseerde toestand -> blokkeren mitose
indicatie:
- borstcarcinoom
- ovariumcarcinoom
nevenwerkingen:
- myelotoxiciteit
- neuropathie

Question 6

paclitaxel

Answer 6

= taxanen

Question 7

docetaxel

Answer 7

= taxanen

Question 8

specifieke toxiciteit irinotecan

Answer 8

diarree

Question 9

specifieke toxiciteit cyclofosfamide

Answer 9

hemorrhagische cystitis

Question 10

specifieke toxiciteit anthracyclines

Answer 10

irreversibele cardiotoxiciteit

Question 11

specifieke toxiciteit taxanen

Answer 11

myelotoxisch

neuropathie

Question 12

specifieke toxiciteit bleomycine

Answer 12

pulmonaire fibrose

Question 13

hormonale stoffen behandeling kanker

Answer 13

GC (dexamethason, prednisolon)
- leukemies
- supportief bij intracraniele overdruk, ongewenste effecten andere behandelingen (nausea, braken)
OESTROGENEN (DES, ethinyloestradiol)
- androgeen-gevoelige prostaattumoren
PROGESTAGENEN (megestrol)
- behandeling endometriumtumoren
GnRH (gosereline, busereline, leupopreline, triptoreline)
- gevorderd bortscarcinoom
- prostaatcarcinoom

Question 14

tamoxifen

Answer 14

= selectieve oestrogeen receptor modulator (door CYP2D6 geactiveerd)
- antagonist in borstweefsel
- agonist in bot en lever
indicaties:
- hormoongevoelig borstcarcinoom
nevenwerkingen:
- hyperplasie endometrium
- ovariumcysten
- oligo- of ammenorroe
- symptomen menopauze
- stijging risico trombo-embolie

Question 15

aromatase inhibitoren

Answer 15

-> onderdrukken endogene synthese oestrogenen in niet-ovariele weefsels
indicatie:
- borstcarcinoom (enkel bij postmenopauzale vrouwen)
nevenwerkingen:
- toename menopauzale klachten
- gewrichtklachten
- verhoogd fractuur risico

Question 16

anastrozol

Answer 16

= aromatase inhibitoren

Question 17

letrozol

Answer 17

= aromatase inhibitoren

Question 18

exemestaan

Answer 18

= aromatase inhibitoren

Question 19

transtuzumab

Answer 19

= gehumaniseerd monoclonaal antilichaam
-> blokkeren groeifactorreceptor -> proliferatie stil gelegd -> apoptose en daling groei tumor
indicaties:
- HER2 borstcarcinoom
- HER2 maagcarcinoom
bijwerkingen
- cardiotoxisch

Question 20

tyrosine kinase inhibitoren

Answer 20

= - nibs
tyrosine kinasen
- belangrijke rol regulatie celfuncties
- rol in oncogenese
bijwerkingen 
- QT-verlenging
- huiderupties

Question 21

toxiciteit bevacizumab

Answer 21

ulceratie

bloeding

Question 22

toxiciteit imatinib

Answer 22

oedeem

hartfalen

Question 23

toxiciteit lapatinib

Answer 23

diarree

braken