PD 2.6 kliniek van PT met COPD Flashcards

1
Q

wat systemische effecten van COPD?

A
schade vaatstelsel
gewichtsverlies
verlaagde spierkracht 
verhoogd risico longkanker
botontkalking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de behandeling van COPD?

A

vroege diagnose en stadiumgerichte medicatie

  • verbeteren/ voorkomen symptomen
  • reductie aantal en ernst van de exacerbaties

diagnose en behandeling van extra pulmonale verschijnselen
- verbetering gezondheidsstatus

adequate voeding en revalidatie

O2, chirurgie, longtransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 2 problemen heb je bij COPD?

A
  1. laatst geleidende luchtwegen zijn vernauwd door de neutrofiele en inflammatoire cascade
  2. door verlies elastische vezels gaan de longblaasjes kapot en versmelten tot 1 grote blaas. diffusieoppervlak wordt nu verkleind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat geef je voor luchtwegverwijders?

A

B2 agonisten (zorgen voor relaxatie van de gladde spiercellen) en M2 antagonisten (M2 zorgt voor constrictie gladde spiercellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werken B2 agonisten?

A

stimuleren betaadrenerge receptor leidt tot verhoging AMP. dit gaat bronchospasme teen

ze verbeteren de FEV1, longvolumes, dyspnoe, Health related quality of life en aantal exacerbaties

geen effect op de mortaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe werken anticholinergica?

A

ze blokkeren effect van Ach op de muscarine receptoren. met name op de M3 en M1

verminderen aantal exacerbaties en opnames, symptomen en health status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voor de chronische ontsteking geven we inhalatiesteroiden ICS. wanneer geven we ze en wat is het effect ?

A

mensen met milde COPD geven we geen ICS door de hogere kans op een longontsteking

bij COPD met FEV1 <60% verbeteren de ICS de symptomen, longfunctie, kwaliteit keven en frequentie exacerbatie

het verandert niet de achteruitgang van FEV1 en mortaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat geef je dus voor het probleem in de luchtwegen?

A

luchtwegverwijders

  • M2 antagonist
  • B2 agonist

ICS

anticholinergica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer geef je zuurstoftherapie bij iemand met COPD?

A

als zuurstofspanning <8 kPa is. verbeterd de overleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe werkt de Non Invasieve Beademing?

A

overdruk waardoor de ademhalingsspieren ontlast kunnen worden

verbeterd de gaswisseling

(tegen)druk bij uitademing wat ervoor zorgt dat de alveoli worden open gehouden: betere oxygenatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wanneer doe je een LVRS, wat is het?

A

je doet een longvolume reductie (LVRS)

doe je :

  • tot ongeveer 70 jaar
  • duidelijke target area’s
  • FEV1 20-35% en DLCO >20%

effect is maar tijdelijk en heeft een mortaliteit van 20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een BVRS?

A

bronchoscopische longvolumereductie (BVRS)

doe je:
FEV1/VC < 0,7 en FEV< 45%

mMRC> 2 en 6MWT < 450 meter

1 tm 6 maanden rookstop

wisselend succes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is hyperinflatie?

A

patiënt ademt niet genoeg lucht uit en begint al met de inademing als er eigenlijk nog lucht uit de longen moet

long blaast zich op tot TLC en kan zich niet meer uitrekken

gebeurd door verlies elastische vezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is AECOPD?

A

acute exacerbatie COPD

het is een acute verslechtering van het beloop van de ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn kenmerken van AECOPD?

A

toename dyspnoe
toename hoest
toename sputum of purulentie (groen/ geel–> ontsteking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe behandel je milde AECOPD?

A

met kortwerkende bronchodilatator

17
Q

hoe behandel je matige AECOPD?

A

met kortwerkende bronchodilatator + antibiotica of OCS 5-7 dagen

18
Q

hoe behandel je een ernstige AECOPD?

A

opname of bezoek SEH zsm

kan gepaard gaan met acute respiratoire insufficiëntie

19
Q

wat zijn oorzaken van AECOPD?

A

infectie
luchtverontreiniging
hartfalen
idiopatisch

20
Q

wat doe je ter preventie van een VTE bij AECOPD?

A

je geeft bloedverdunners ter preventie van longembolie of trombose