1.9 ventilatie-perfusie verhoudingen Flashcards

1
Q

wat is dode ruimte ventilatie?

A

het is de ruimte waar geen bloed stroomt maar wel ventilatie is (170 ml)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurd er als de dode ruimte volume toeneemt? bijvoorbeeld als je snorkelt

A

pCO2 stijgt nu. AMV neemt toe want teugvolume neemt toe (wordt waargenomen door de centrale chemoreceptoren )

AMV= AF * TV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is shunt?

A

wel perfusie, geen ventilatie
je krijgt nu niet geoxideerd bloed

V’/Q’< 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is dode ruimte?

A

geen perfusie, wel ventilatie
je krijgt onvoldoende oxygenatie van het bloed in wel geventileerde delen

V’/Q’ > 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een normale situatie?

A

wel doorbloeding en ventilatie

V’/Q’= 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een anatomische shunt?

A

bloed gaat van rechts naar links in het hart zonder dat het longblaasjes heeft gezien (menging zuurstof arm en zuurstof rijk bloed)

AV malformaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een niet- anatomische shunt?

A

afsluiting van de luchtweg door bijvoorbeeld tumor. wel perfusie, geen ventilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

noem voorbeelden van een dode ruimte

A

longembolie

destructie van het capillair bed (emfyseem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe zit het met de grootte van de longblaasjes in de long?

A

de long is bovenin (apicaal) een beetje opgerekt; hier zijn de longblaasjes heel groot. onderin (basaal) zijn de longblaasjes kleiner

als je maximaal inademt tot TLC zijn de longblaasjes overal even groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waar is de ventilatie het grootst?

A

aan de onderkant/ basaal.

als je maximaal inademt worden alle longblaasjes even groot maar onderin, waar ze het kleinst zijn, vindt de meeste verandering plaats dus hier is de ventilatie het grootst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar in de long vindt de meeste doorbloeding plaats?

A

basaal, onderin. door de zwaartekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar in de long vindt de meeste ventilatie en perfusie plaats als je op je rug ligt?

A

in de rugzijde meeste ventilatie doordat de middenrif de buik weg drukt

ook aan rugzijde de meeste perfusie

V’/Q’ verhouding is nu optimaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurd er met de perfusie en ventilatie als je beademd wordt?

A

middenrif beweegt nu niet. lucht kiest de weg van de minste weerstand–> buikzijde het best geventileerd. doordat je ligt is de meeste perfusie aan de rugzijde. er is dus een ongunstige V/Q verhouding

je kan de PT op zijn buik leggen voor verbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de dode ruimte fractie?

A

DR= Vdr / Vt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de formule voor de fysiologische dode ruimte ?

A

fysiologische DR= anatomie DR + alveolaire DR

alveolaire dode ruimte is altijd pathologisch en ongunstig zoals een longembolie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly