3.2 disfunctioneren van de nieren Flashcards

1
Q

wat is de nierfunctie?

A

nierfunctie = GFR= glomerulaire filtratie snelheid

  • Secretie (stof uit het bloed naar de urine tegen concentratiegradient in)
  • Reabsorptie uit het urine naar de bloedblaan
  • Excretie (uitscheiding toxische stoffen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe kan je de nierfunctie meten?

A

door serum creatinine

creatinine wordt alleen door de nieren uitgescheiden, geen reabsorptie of secretie verder. de creatinine concentratie in het serum/ je bloed moet dus laag zijn als de nieren goed werken

we gebruiken creatinine als filtratie marker in ml/min

gezonde nierfunctie bij 120 ml/min. hoge waarde serum creatinine betekend een slechte GFR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar kunnen mensen met nierziekten last van hebben?

A

proteinurie (eiwit in de urine)
hypertensie (nier houdt nu natrium vast en daardoor vocht vast)
oedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn symptomen van nierinsufficientie?

A

PT krijgt last als de GFR nog maar 30% is

klachten kunnen zijn:

  • oedeem
  • dyspnoe
  • vermoeidheid
  • misselijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn problemen die kunnen optreden bij een transplantatie?

A

grote kans infecties
grotere kans tumoren
grotere kans kwaadaardige aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn functies van de nier in detail, door wat wordt het geregeld?

A

uitscheiding water geregeld door ADH

uitscheiding gifstoffen door filtratie en secretie

stimulatie aanmaak rode bloedcellen door epo

regulatie zuurbase balans door uitscheiding H+/ reabsorptie en productie HCO3-

regulatie Na/K uitscheiding door RAAS

regulatie bloeddruk

rol in bootstofwisseling door aanmaak vitamine D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waar vindt water uitscheiding vooral plaats?

A

aan het einde in de verzamelbuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe lopen de bloedvaten door de glomerulus?

A

arterie-afferente arteriole-capillair- efferente arteriole-arterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn metabole en respiratoire verstoringen?

A

longen maken CO2
nieren HCO3- (ze reabsorberen het)

metabole verstoring kan deels gecompenseerd worden door de longen

respiratoire verstoring kan volledig gecompenseerd worden door de nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de osmoregulatie?

A

Na concentratie mmol/L osmolaliteit, GAAT OVER WATER

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de volume regulatie?

A

Na hoeveelheid mmol
bloeddruk

GAAT OVER ZOUT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar wordt vit D actief gemaakt?

A

in de lever en nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly