2.10 farmacotherapie Flashcards

1
Q

wat zijn de doelen van astma behandeling?

A

bereiken goede controle van symptomen en behoud normale activiteiten niveau

minimaliseer risico op exacerbaties, gefixeerde luchtwegobstructie en bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe komt de luchtwegobstructie bij astma?

A

door ontsteking, broncho-constrictie en hypersecretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat kan je geven bij een PT met astma

A

ontstekingsremmers

  • ICS
  • leukotrienen antagonisten (LTRA)

luchtwegverwijders (kort-/ langwerkend)

  • B2 agonist (SABA/ LABA)
  • anticholinergica (SAMA, LAMA)

biologicals: monoclonale antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe werkt een B2 agonist ?

A

ze werken via het Gs eiwit dat adenylyl cyclase activeert. je krijgt cAMP en dit is een dilatoire stof

ze kunnen de afgifte van ontstekingsmediatoren uit mestcellen remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het gevolg van de B2 receptoren bij het geven van B2 agonist?

A

aantal receptoren wordt naar beneden gebracht: down regulatie. uiteindelijk zal het effect minder goed werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn bijwerkingen van B2 receptor agonisten ?

A

reflex tachycardie
aritmieen
tremor
transpiratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke muscarine receptoren zijn er en waar zitten ze?

A

M1 zitten op de ganglia
M2 op het zenuwuiteinde
M3 op het effector orgaan (in dit geval de bronchiën).

Het effect is constrictie en wordt veroorzaakt door binding Ach aan muscarine receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat doet de M2 receptor?

A

Het remt de Ach release bij afgifte van Ach in de synaps spleet Wanneer je dit remt krijg je dus meer Ach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar kan de M receptor antagonist optimaal op werken?

A

de M3 en beetje op M1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn bijwerkingen van de muscarine receptor antagonist ?

A

We geven het zo lokaal mogelijk omdat ze bijwerkingen kunnen bewerkstelligen

Licht risico op HVZ
Placebo achtige bijwerkingen profiel (bijna geen bijwerkingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is theofylline?

A

Het kan bronchodilatatie veroorzaken doordat het fosfodiesterase (de stof wat cAMP- wat zorgt voor dilatatie- afbreekt) remt

Het heeft een smalle therapeutische breedte: werkt in een nauw doseringsgebied en daarboven krijg je snel bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn glucocorticosteroiden?

A

ontstekingremmers–> minder hyper reactiviteit–> verbeterde longfunctie

ze kunnen er voor zorgen dat de B2 receptoren verhogen. ze werken daarom perfect met B2 agonisten

effect is er pas na aantal uren/ dagen doordat het eerst moet binden aan receptor in kern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn bewerkingen van glucocorticosteroiden?

A

osteoporose
verhoogde BD
gewichtstoename
gevoeligheid voor infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom hebben glucocorticosteroiden zoveel bijwerkingen ? hoe kan je het voorkomen

A

dankzij de binding aan glucocorticoid- en mineralocorticoid (GR, MR) receptor buiten de long

voorkomen door:

  • lokale toediening (inhalatie)
  • Zorgen dat de actieve metaboliet pas in de long bestaat (beclometasondiproprionaat en ciclesonide)
  • Niet snel uit het maag-darm kanaal worden opgenomen
  • Snelle omzetting in de lever tot ongevaarlijke metabolieten
  • Vooral GR selectieve stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is montelukast ?

A

Het is een cysteinyl leukotrieen antagonist

Cysteinyl leukotrieen zorgt voor bronchoconstrictie, hyperreactiviteit, slijmsecretie en vermeerderde vaatwandpermeabiliteit

Het kan oraal gegeven worden zonder al te veel bijwerkingen: geschikt voor kinderen met inhalatieproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

noem voorbeelden van biologicals en op wat ze werken

A

anti-IgE: omalizumab
anti-IL5: mepolizumab
anti- IL4/ Il12: dupilumab

ze werken op astma type II/ ontsteking type II
geef je pas bij stap 5/ laatste stap behandeling

17
Q

wat is verschil in farmacotherapie bij astma en COPD?

A

De steroiden worden minder snel gegeven bij COPD. Je gaat gelijk richting b2 agonist, M antagonist. Vervolgens de langwerkende varianten en daarna pas de steroiden

18
Q

hoe kan je de medicatie toedienen ?

A

dosisaerosol (spuitbusje)

poederinhalator

vernevelaar

19
Q

wat is schema farmacotherapie bij astma?

A
  1. Inhalatiesteroid+ SABA (b2 agonist) indien nodig
  2. Inhalatiesteroid+ SABA (b2 agonist) dagelijks
  3. Inhalatiesteroid + LABA (b2 agonist)
  4. Meer dosis van inhalatie steroïd (meer kans op bijwerkingen) + LABA (b2 agonist)
  5. Nog meer dosis inhalatiesteroïd+ LABA. Overweeg LAMA (M antagonist), montelukast, biologicals…
20
Q

waarvoor dienen voorzetkamers?

A

om problemen handlongcoordinatie te verminderen

lagere depositie in de oropharynx

betere depositie in de longen (+50%)

21
Q

wat zou je geven bij PT onder de 4 jaar die niet kan inhaleren?

A

dosisaerosol + voorzetkamer + masker

vernevelaar + masker

22
Q

wat kunnen oorzaken zijn voor als de farmacotherapie niet werkt?

A

slechte therapietrouwheid

onvoldoende inhalatietechniek

aanhoudende prikkel uit omgeving

verkeerde diagnose

23
Q

noem voorbeelden van een B2 receptor agonist

A

salbutamol
terbutaline
salmeterolm
formoterol

24
Q

noem voorbeelden van M2 antagonist

A

ipratropium

tioprium

25
Q

voorbeelden glucocorticosteroiden

A

beclometasondiproprionaat
budesonide
ciclesonide
fluticason