parasitaire worminfecties in relatie tot allergie Flashcards
parasitaire wormen
- 2 typen en 2 subtypen van 2 type
- zijn de typen verwant?
- hoeveel % wereld heeft parasitaire wormen in MD: welke 2 dan vooral –> preva, motaliteit en morbiditeit?
- wat zijn NTD’s, waar komen deze voor en waarom daar (2 redenen)
Parasitaire wormen = helminthen,
je hebt rondwormen (nematoda) en
platwormen (platel-minthen), onder platwormen heb je lintwormen (cestoda) en zuigwormen (trematoda)
Maar rondwormen zijn niet verwant aan platwormen, ook verschillende therapie targets
Ongeveer 1/3 van de wereld heeft parasitaire wormen in MD: m.n. rondwormen en malaria
Heeft dus hoge prevalentie maar lage mortaliteit, wel hoge morbiditeit (ziektelast)
De meeste worminfecties zijn NTD (neglected tropical disease), vooral in LMIC’s door hun ontwikkelingscyclus (direct = 1 gastheer, indirect = >2GH: platwormen) en de wijze van transmissie
Aarsmade:
- hoe krijg je ze + ontwikkelingscyclus + bij wie vooral
- hoe groot is het ei en welke vorm
- klachten: 2
- diagnostiek: 2 mogelijkheden
- behandeling + bij wie doe je dit niet + wat doe je bij recidief
veel in NL:
- oraal neem je ei op–> maagpassage–> vrouwtje kruipt in rust uit de anus–> legt op peri-anale huid eitjes–> jeuk–> krabben–> eitjes op handen–> in voeding
Dus vooral door slechte handhygiène–> vooral bij jonge kinderen, maar is onschuldig want geen complicaties of migratie door weefsels ofzo
Enterobius vermicularis ei: 50-60 x 20-30um, eenzijdig afgeplat met dubbele eischaal
Klachten: jeuk rond anus, kleine witte wormpjes ontlasting (ca. 1cm)
Diagnostiek: determinatie adulte worm in poep of plakband apparaat: plak je peri-anaal (liefst vroeg ochtend want dan zijn eitjes afgezet na rust) eitjes op plakband
Beh: niet bij zw: mebendazol (vermox) p.o. 1dd 100mg, na 14dgn herhalen
Geen resistentie, dus recidief = herinfectie–> gezin beh en therapie herhalen
Ascaris lumbricoïdes:
- grootte adulte worm? infectieus? gevaarlijk?
- hoe lang duurt hele cyclus
- waarom klachten
- ontwikkelingscyclus + hoe kan je dit doorbreken
- Loffler syndroom: 4 tekenen
- verschil weinig en veel wormen
- symp: 4
- lab: 2 dingen die je test
- behandeling
- diagnostiek: 2 mogelijkheden
adulte worm is groot (=pen: 15-20cm), is niet infectieus of gevaarlijk
Hele cyclus duurt 2mnd,
is niet fijn want: larven migreren door weefsels, komen in longen etc en feco-orale transmissie. Eitjes moeten na uitscheiden 1-2wk rijpen voordat ze infectieus zijn, dus: feces moet ongedesinfecteerd in milieu komen als het infectieus wil zijn–> je kan cyclus doorbreken met riolering en sanitatie–> hier weinig
Loffler syndroom: koorts (inflamm), hoesten (passage long), eosinofilie (immuun rea) en pulmonair infiltraat door migratieroute van die larve
Weinig wormen= geen symp,
bij veel wormen wel: hele buik vol–> buikpijn, zwerflust (afsluiting galgang), obstructie, ondervoeding (20 wormen kosten 4g eiwit/ dag van 30-50g uit eten),
lab: hoog IgE en eosinofilie
Beh: albendazol p.o. eenmalig 400mg
Diagnostiek: wormeitjes onderzoek in feces of determinatie worm in feces
Strongyloïdes stercoralis:
- wat voor worm, waar, waarom bijzonder
- cyclus
- immuuncompetent vs gecompromitteerd
- symp: darm 2, long 3, huid 2, algemeen 1
- infectieduur en prepatente periode duur
- diagnostiek: 2 + indicatie diagnostiek
- beh
- risicogroepen: 2
rondworm, tropen, bijzonder want: enige die zich in dezelfde GH kan vermenigvuldigen:
geïnfecteerd door larven die door de huid heen kunnen–> weefsel–> in bloed–> naar lon–> in alveoli–> hoesten–> je slikt ze door–> komen in MD–> mannetjes en vrouwtjes samen–> bevruchten elkaar–> heel snel weer larfjes–> komen direct uit–> door darmmucosa naar binnen of via peri-anaal achtergebleven feces door de huid–> cyclus weer
Immuuncompetent: je kan dit controleren en het blijft binnen de perken
Immuungecompromitteerd: veel meer reproductie–> kan hyperinfectie–> fataal door disseminatie in alle organen incl. CZS, en abces vorming vooral rond evenaar
Symp: darm: diarree en buikpijn, long: vocht, loffler, pneumonie, huid: jeuk en larva currens m.n. peri-anaal en weefselmigratie: ontsteking–> koorts
Infectieduur: jaren tot decennia (levenslang?), prepatente periode: 1mnd
Diagnostiek: larven in feces (Baermann, PCR) en specifieke Ab (serologie)
Disseminatie: larven in ieder lichaamsvocht (BAL, liquor)
Indicaties diagnostiek: eosinofilie, maar is afwezig/ lager bij hyperinfectie, immuun-gecompromitteerd en immuunsuppressie
Beh: ivermectine p.o. 1dd 0,2mg/kg 2dgn maar duur is afh van immuunstatus
Risicogroep: hoge dosis immunosuppressiva (transplant pt) of bij hematologische pt
Th2-respons:
- waarvoor
- 3 gevolgen
- cyclus vanaf naieve T-cel
- waar lijkt deze cyclus op en wat is het verschil
Th2-respons: speci voor de afweerreactie tegen invasieve dingen (=worm)–> uitgroei eo’s, mestcellen en alternatieve MF-activatie:
naieve T-cel–> Th2 respons–> IL-4, IL-5 en IL-13 en typische uitgroei eo’s en Ab prod (IgE hierbij belangrijk)–> mestcel degranulatie (=acti) –> beschermende epitheellagen in MD acti met mucus enzo
zelfde cyclus allergie maar allergie slaat door
Je hebt dus een aparte afweerreactie tegen multi-cellulaire grote pathogenen
Schistosomiasis
- waar + komt het daar vaan voor?
- hoeveel geinfecteerd en hoeveel daarvan ernstig ziek en asymp
- door wat voor soort worm
- verschil mensen en dieren
- cyclus
- hoe groot zijn ze
- geven ze veel klachten
- gemiddelde levensduur
- mannetje vrouwtje verschil
Schistosomiasis = bilharziasis: importziekte endemisch in m.n. Afrika, 200miljoen geïnfecteerd en ca. 10% ernstig ziek maar meeste asymp
door parasitaire platworm (trematode)
Sommige soorten zijn infectieus voor mensen, anderen voor alleen dieren
Besmette mensen scheiden eitjes uit (afh van soort in urine/ feces)–> eitjes komen uit in zoet water want zwellen door hypertoon milieu–> barsten open–> larve komt eruit en heeft al cilia–> kan zwemmen (=hiracium)–> via chemotaxis op zoek naar specifieke soort slak–> in slak–> na 4wk helft van biomoassa slak overgenomen door parasiet–> cecaria in zoet water–> binden aan huid mens (vaak voet)–> kop door huid (merk je niet)–> migreert–> bloedvat–> long–> chillt in capillair–> lever–> mannetjes x vrouwtjes–> naar mesentere stelsel (tussen darm en lever) of vaten rondom blaas,
zijn 1cm groot–> niet veel klachten
gem. levensduur: 10-15jr
Mannetje: wit
vrouwtje: zwart want verteert ery’s voor voedingsstoffen om eitjes te maken
Schistosomiasis
- verspreidingsgebied
- waar word je ziek van en waarom
- 3 dingen die je hiervan krijgt
- veel/ weinig klachten? waarom?
- waarom belangrijk om te behandelen
Verspreidingsgebied: afh van welke slakken en waar die voorkomen
Je wordt ziek van de eitjes want prod 300/dag–> in bloed, maar de helft is niet goed dus die blijven achter in weefsels–> ophoping–> infecties–> granulomen, verbindweefseling lever, hepatosplenomegalie en uiteindelijk overlijden aan leverproblemen maar dit duurt jaaaaaren
–> vaak geen/ weinig klachten maar wel belangrijk om te beh want schade irreversibel
Schistosomiasis
- 4 klinische stadia
- diagnostiek: 4 mogelijkheden
- therapie: waarom en welk middel en wanneer
- manipulatie immuunsysteem: hoe werkt dit
4 klinische stadia: invasie–> Katayama-syndr (acuut)–> gevestigde infect–> chronisch
Diagnostiek: feces/ urine onderzoek en serologie of urine Ag test
Therapie: altijd beh vanwege effect van ei-Ag op granuloom-vorming met Biltricide (praziquantel) 40-60mg/kg in 1-2 doses 1dg alleen tegen volw wormen (8wk na inf)
Schisto kan immuunsysteem manipuleren want: interfereert in normale immuunreactie: Th1 respons–> klapt om als eitjes geprod worden–> eitjes maken factoren die Th2-respons geven–> Th2 rea na verloop van tijd onderdrukt door schistosomen–> Treg inductie via IL-10–> reduceert Th2 rea–> afweerreactie tegen worm gedempt
schistosomiasis stadium 1:
- 2 klachten
- hoe lang duurt dit,
- preventie
- bij welke soort schisto komt een ziekteverschijnsel vaker voor
Invasie: penetratie cercariën (schistosomulum) en cercariën dermatitis:
- jeuk, papillaire uitslag,
- duurt 2-3dgn,
- preventie: afdrogen en evt water chloreren, joderen of verhitten
- beh: antihistaminica of anti-pruritus middelen
- Cercariën dermatitis is zeldzaam bij humane en heftig bij niet-humane schistosoma soorten (vogels: trichobilharzia of rund = zwemmersjeuk)
schistosomiasis stadium 2
- hoe heet dit
- wanneer start dit en hoe lang duurt het
- klachten: 10
- bij wie (2) komt dit vooral voor
Katayama syndroom:
- start ca 2wk na infectie en duurt 6-8wk:
- koorts, oedeem, urticaria, eosinofilie, lethargie, spierpijn, hoofdpijn, gewrichtspijn, hoesten, diarree
vooral bij niet-immune personen en zware 1e infectie
schistosomiasis stadium 3
- wat is hier gebeurd
- 2 verwekkers en verschillen in:
- – plek van vestigen en hoe ze daar komen
- – klachtne
Gevestigde infectie: eiproductie is op gang gekomen:
S. Mansoni: mesenteriale vaten: eitjes op weg naar buiten door colon en rectum, 50% blijft achter–> ulceraties–> buikpijn, moe, dysenterie
S. Haematobium: plexus blaas: eitjes door blaaswand–> kleine lesies–> hematurie (terminale mictie) en bij zware inf pijnlijk plassen (dysurie)
schistosomiasis stadium 4
- klachten mild/ erg?
- verwekker 1: 5 klachten
- verwekkeer 2: 8 klachten
Chronische schisto: erge klachten
S. Mansoni: portale HT, hepatosplenomegalie, leverfibrose, ascites, pseudo-polyposis
S. Haematobium: pseudopapillomas, tuberkels, obstructive ureter, hydronefrose, nierfunctiestoornis, uremie, slechte blaasfunctie, blaascarcinoom
Hygiene hypothese:
- waarom verschil in preva allergie in de wereld en hoe werkt dit
Hygiene hypothese: allergie (astma en eczeem) meer westers dan in LMIC’s want: bij lagere sanitatie en meer worminfecties zie je minder allergie: door sanitatie nega feedback weg
Afwezigheid infecties verhoogt dus de gevoeligheid voor het ontwikkelen van allergische reacties door remming van acti/ ontwikkeling IS: m.n. gebrek expositie aan infectieuze agentia verstoort juiste inductie van immuno-tolerantie
Afweer tegen invasieve wormen is dus nuttig tegen worminfecties maar bij verstoring heb je risico op allergische reacties
2 overige belangrijke plaatjes
- 1: 2 overige belangrijke nematoden
- 2: platwormen