een HIV patient met hoesten en dyspnoe Flashcards

1
Q

DD HIV pt met koorts, hoesten en dyspnoe

A

kan infectieus of niet-infectieus zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

infectieus typisch CAP

  • beloop: acuut/ chronisch
  • klachten: 2
  • wat zie je op X-thorax
  • 3 verwekkers bacterieel
A

acuut,

koorts,

productieve hoest met opgeven purulent sputum

en lobair infiltraat op X-thorax

Strep. pneumoniae, Haemophilus pneumoniae en Staph. Aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Infectieus atypisch CAP:

  • beloop: acuut/ chronisch?
  • klachten: 2
  • wat zie je op X-thorax
  • 3 verwekkers bacterieel
  • 4 verwekkers virussen
  • 2 verwekkers opportunistisch
A

acuut/ semi-acuut/ chronisch,

  • koorts (soort griep),
  • niet productieve hoest zonder purulent sputum,
  • diffuse infiltratieve afwijkingen op X-thorax

Mycoplasma pneumoniae, chlamydoph. pneumoniae, legionella pneumophila

Virussen: influenza, RSV, adenovirus, corona virussen

Opportunistisch: pneumocystis jirovecii, tuberculose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AO CAP

  • lab: 4
  • radiologie: 2
  • bacterieel: 3
A

Lab: sO2, CD4, CRP (/leuko’s)

Radiologie: X-thorax, CT-thorax

Bacterieel: sputum onderzoek (grampreparaat en kweek), BAL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

CURB-65 score
- wat zegt dit

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

PJP

  • meest voorkomende verwekkers
  • immuuncompetent vs immuungecompromitteerd
  • afweer (proces) en wat gaat fout bij immuungecompromitteerd
A

meest voorkomende verwekker zijn opportunistische infecties

geeft bij immuuncompetenten geen klachten (50% gezonden sero+)

Voornaamste afweer: MF in de long, gestim door CD4

–> Als je geen CD4 hebt–> MF niet aangestuurd–> PJP niet opgeruimd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe manifesteert PJP zich

  • welke 2 stoffen helpen hiermee
  • wat is het gevolg
  • welke klachten krijg je
  • complicatie
A

PJP plakt aan alveoluswand met 2 adhesieve glycoproteïnen (fibronectine en vitronectine)–> chronisch ontstekingsproces in alveolus–> destructie alveolus en met die verdikking verstoring gaswisseling–> kortademigheid enzo

Complicatie: pneumocyst: cyste gevuld met lucht, is gevaarlijk want als het klapt–> pneumothorax, zeker als ze perifeer in de long zitten–> long collabeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling

  • 5 keuzes
  • wat doe je bij hypoxie
  • wat doe je bij oovergevoeligheid
A

Bij hypoxie geef je steroïden om de ontstekingsreactie te remmen: bij behandelen met cotrimoxazol vallen die cysten uit elkaar–> weer ontsteking–> slechtere oxygenatie, dit krijg je niet bij steroiden

Bij allergische reactie op cotrimoxazol profylaxe moet je een andere geven

Bij profylaxe bij geen HIV is afweer herstellen door immuunsuppressie stoppen, naast cotrimoxazol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • bij welke pt zie je PJP
A

PJP zie je alleen bij immuungecompromitteerde pt (HIV/AIDS, transplant, imm-supp) met:

  • T-cel stoornis: na transplantatie immuunsuppressie–> co-trimoxazol profylaxe zolang als je T-cel suppressie hebt
  • Steroïden: ook at risk voor PJP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

preventie opportunistische infecties HIV

  • wanneer behandel je als immuuncompetent
  • beste profylaxe tegen PJP
A

Bij CD4>400 behandel je als immuuncompetente pt

Beste profylaxe = herstellen afweer (CD4) met cART, dit gaat best snel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ziektebeelden bij versch CD4 getallen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

typisch radiologisch beeld bij PJP

A

Heel typisch voor PJP is een soort vlinder vanuit hili (zie plaatje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly