P7: Artikel van Lachman (2004): development in midlife -> monografie Flashcards
Het opkomende veld van middelbare ontwikkeling
Veel onderzoek dat gedaan is naar mensen van middelbare leeftijd is uitgevoerd in de context van andere leeftijdsgroepen of specifieke problemen (bv mensen van middelbare leeftijd als ouders voor hun jonge kinderen of als verzorgers voor hun verouderende ouders).
Langzamerhand is er steeds meer onderzoeksinteresse gekomen in de levensperiode van middelbare leeftijd. -> Door de wortels van veroudering eerder in de volwassenheid te identificeren, hopen onderzoekers veranderingen in biologische, psychologische en sociale functies in latere levensfasen te vertragen, minimaliseren of voorkomen.
Ondanks de toename van onderzoek in dit gebied de afgelopen 10 jaar, is er nog steeds minder bekend over deze levensperiode dan over andere leeftijdsperiodes. Verklaring;
Deels veronderstelling dat midlife een rustige periode is en deze mensen zijn erg druk en lastig te betrekken bij onderzoek.
Belangrijk bij onderzoek: bepalen of huidige kennis over midlife specifiek is voor bepaalde cohorten, zoals de babyboomers, en om via longitudinaal onderzoek te kijken of deze patronen ook gelden voor andere cohorten in midlife.
Demografische trends
In recente jaren is het aantal mensen op middelbare leeftijd sterk toegenomen. Dit komt doordat de babyboomgeneratie – bestaande uit mensen geboren tussen 1946 en 1964 – nu ongeveer de middelbare leeftijd bereikt. Dit is mede een reden waarom er recentelijk meer interesse is in onderzoek naar mensen van middelbare leeftijd. -> ook veel meer mensen ouder dan 90 -> middelbare volwassenen helpen vaak bij de zorg van hun ouders -> stress toevoegt aan eigen problemen, zoals kinderen opvoeden en werken. -> oudere volwassenen gaan dan weer oppassen op de kinderen.
De babyboom generatie hebben minder kinderen gekregen op latere leeftijd -> banen te kort. Onderzoek toont aan dat babyboomers verschillen van andere generaties in termen van beroeps- en onderwijsprestaties, waarden en verwachtingen. Vrouwen -> meer toegang tot hoger onderwijs en hogere beroepen, druk op jeugdige uitstraling en veroudering tegengaan. Groep is cultureel en etnisch divers -> niet iedereen is even fit en er zit 18 jaar tussen jonge en oude boomers -> mogelijk verschillen tussen de boomers.
Fenomenologie van de middelbare leeftijd
De nadruk bij middelbare leeftijd ligt vaak op wat men nog wil bereiken in hun leven. Dit kan een drijfveer zijn om veranderingen aan te brengen (bv keuzes in tijdsinvestering). Maar het kan ook leiden tot een midlifecrisis. Vaak worden drastische herstructureringen in levensprioriteiten aangespoord door zogeheten ‘wake-up calls’. -> Vrije tijd komt in de midlife op de tweede plaats, want veel tijd wordt besteed aan het balanceren van werk, gezin, persoonlijke interesses en gezondheidsbehoeften.
fenomenologie van middelbare leeftijd -> Subjectieve leeftijd
De grenzen van middelbare leeftijd zijn vaag en zonder duidelijke afbakening. De meeste mensen stellen dat middelbare leeftijd begint rond de 40 jaar en eindigt rond de 60-65 jaar. Toch komt het ook voor dat sommigen zeggen dat middelbare leeftijd begint bij 30 jaar of eindigt bij 75 jaar.
Veel mensen associëren middelbare leeftijd met een afname in de fysieke gezondheid of met bepaalde levensgebeurtenissen (vb grootouder worden, kinderen gaan uit huis, carrièredoelen bereiken, de menopauze). Dit betekent dat sommige zestigers zichzelf niet beschouwen als mensen van middelbare leeftijd en sommige individuen van veertig al wel. -> De subjectieve leeftijd kan dus veel variëren. Er is een verschuiving aan de bovenkant van midlife, naarmate mensen langer en gezonder gaan leven.
-> Midlife kan ook nog onderverdeeld worden in subperioden, zoals vroege (30-40) en late 50-60 midlife.
-> Mensen in lagere SES kunnen eerder de midlife bereiken en verlaten door mogelijk gezondheidsverschillen of eerdere levensovergangen.
fenomenologie van middelbare leeftijd -> inbeelding en verwachtingen van het leven op middelbare leeftijd
Inbeelding en verwachtingen van het leven op middelbare leeftijd
Wanneer men wordt nagevraagd waar ze de middelbare leeftijd mee associëren, komen vaak dingen als een midlifecrisis naar voren. Dit is echter geen accurate representatie, omdat slechts een klein deel een crisis ervaart. Maar ook positieve omschrijvingen zoals competent, verantwoordelijk, intelligent, wijs en krachtig komen naar voren.
Er zijn dus twee blikken op middelbare leeftijd die elkaar sterk tegenspreken. Beiden zijn echter in zekere zin waar; de middelbare leeftijd is enerzijds een periode van onrust, waarin het vervullen van meerdere rollen als lastig ervaren kan worden. Anderzijds is het een periode van verrijking, kennisvergaring en het nemen van verantwoordelijkheid.
-> Deze paradox kunnen we op verschillende manieren in overeenstemming brengen:
- Een spectrum: het functioneren op middelbare leeftijd kan gezien worden als een spectrum, waarbij sommigen een crisis doorlopen terwijl anderen een hoogtepunt ervaren. Weer anderen vallen ergens tussenin.
- Individuele verschillen: de een heeft een midlife crisis en de ander wordt alsmaar wijzer en de ander vindt het de beste periode uit hun leven.
- Sequentiële relatie: het is ook mogelijk dat een midlifecrisis en een groeiperiode elkaar opvolgen; dat een laagtepunt een vereiste is voor het hoogtepunt dat volgt.
- Levensdomeinen: het is mogelijk dat iemand op familiegebied een crisis ervaart, terwijl hij/zij op werk bloeit of uitblinkt.
fenomenologie van middelbare leeftijd -> opvallende problemen op middelbare leeftijd
De problemen die het vaakst worden benoemd door mensen van middelbare leeftijd hebben betrekking op alles gedaan krijgen, geheugengebrek, een verlaagd energieniveau, werk en slaap. Naarmate men ouder wordt, treden er veranderingen op in fysieke condities, gezondheid en mentaal functioneren (bv chronische ziektes en overgewicht). -> Blijkt uit onderzoek de grootste nadelen van midlife.
Wel is men positief over het feit dat men meer vrijheid, onafhankelijkheid (financiële zekerheid), verbeterde relaties en persoonlijke controle (interne locus of control) ervaart. Er is dus bewijs voor zowel winsten als verliezen op middelbare leeftijd.
-> Uit onderzoek van AARP blijkt dat babyboomers optimistisch waren over de toekomst en tevreden met hun leven.
De midlifecrisis
Een van de meest bekende verwachtingen van de levensperiode op middelbare leeftijd is dat er een onvermijdelijke crisis zal optreden. Onderzoek ondersteunt dit idee echter niet. Slechts een klein deel maakt een midlifecrisis mee. Persoonlijkheid (specifiek neuroticisme) kan hierbij soms als risico factor dienen voor het ervaren van een midlifecrisis.
Bovendien komt een crisis – in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht – vaak eerder voort uit belangrijke levensgebeurtenissen of transities (bv scheiding, ontslag, financiële problemen of ziekte) dan uit de angst om dood te gaan zonder volledig geleefd te hebben.
-> 26% van mensen boven 40 geeft aan midlife crisis gehad te hebben en meeste komen voor de 40 of na 50.
conceptuele kaders van Jung en Erikson
Klassieke modellen van de middelbare leeftijd zijn gebaseerd op theorieën van Jung en Erikson.
Modellen van Jung en Erikson
Erikson: acht fasen model. Loopt over de gehele levensloop, iedere fase heeft een crisis/keerpunt. Centrale punt: generativiteit (gericht op het begeleiden van de volgende generatie) / stagnatie. Valant heeft hier bewijs voor gevonden. Voegde twee fasen toe: carrière consolidatie en bewaken van maatschappelijke waarden.
Jung: Individuatieproces. Alle geestelijke aspecten worden uitgebalanceerd. Mannelijke/vrouwelijke energie verandert tijdens midlife. Mensen raken in een crisis omdat ze moeite hebben met de overgang van psychologische en fysieke veranderingen.
! -> Het is belangrijk om middelbare leeftijd niet als losse entiteit te zien, maar als onderdeel van de gehele levensloop. Sterker nog, middelbare leeftijd bestaat als concept niet eens in alle culturen. Dit komt doordat middelbare ervaringen worden bepaald door biologie en cultuur.
patronen van veranderingen -> cognitief functioneren
- Cognitief functioneren: er worden gemixte patronen van groei en afname op het gebied van intelligentie gevonden. Sommige aspecten van cognitief functioneren blijven gelijk of verbeteren zelfs op middelbare leeftijd (bv ervaringskennis of wijsheid). De snelheid van verwerking en het werkgeheugen lijken echter wel achteruit te gaan.
patronen van verandering -> persoonlijkheid en de zelf
Persoonlijkheid en de zelf: enerzijds is er sterk bewijs dat persoonlijkheid wordt vastgesteld in de jonge volwassenheid en daarna weinig gaat veranderen (bv de Big Five). Anderzijds is er ook bewijs voor veranderingen in persoonlijkheid, vooral in dimensies van de zelf. Dit komt mogelijk door een toename van introspectie en reflectie. Dit leidt tot een goed ontwikkelde identiteit en eigenwaarde en betere stress coping.
-> Er is echter bewijs dat persoonlijkheid verandert tussen 50-59 jarige leeftijd. Agreeableness gaat omhoog met leeftijd. Neuroticisme en openness gaan omlaag.
patronen van verandering -> emotionele ontwikkeling
- Emotionele ontwikkeling: qua emotionaliteit lijken mensen op middelbare leeftijd meer op jongvolwassenen dan op oudere volwassenen. Toch hebben mensen op middelbare leeftijd veel psychosociale bronnen die dienen als beschermingsfactor voor het omgaan met uitdagingen. Verder is er bewijs dat de regulatie van emoties is geassocieerd met adaptief functioneren onder mensen van middelbare leeftijd.
patronen van verandering -> sociale relaties
- Sociale relaties: op middelbare leeftijd zijn de sociale rollen (bv huwelijkspartner, ouder, volwassen kind) en levensstijlen (hertrouwen, cohabitatie, samengestelde gezinnen) die mensen hebben vaak divers en veranderlijk. Mensen op middelbare leeftijd zijn hierdoor enerzijds een grote bron van sociale steun, maar ze ervaren ook de voordelen van de steun van anderen. Dit maakt dat sociale relaties tijdens deze leeftijdsperiode enerzijds bijdragen aan het welzijn, maar ook stress opleveren.
! sociale relatie met ouders en idee dat hun ouder kan sterven -> brengt stress met zich mee.
patronen van verandering -> werk
- Werk: de rol van werk is centraal tijdens de middelbare leeftijd. Iemands identiteit wordt immers voor een groot deel bepaald door het werk wat ze doen. Bovendien bereikt men op werkgebied in deze levensperiode mogelijk een piek in salaris en werkpositie. Anderzijds moeten ze ook omgaan met meerdere financiële lasten. Tot slot werken mensen op middelbare leeftijd vaak richting hun pensioen.
patronen van verandering -> gezondheid en fysieke veranderingen
- Gezondheid en fysieke veranderingen: voor vele mensen van middelbare leeftijd wordt deze levensperiode gekenmerkt door toenemende gezondheidsproblemen en dit is vooral waar voor mensen met een lage SES. Wel zijn er sterke individuele verschillen in het tempo waarop men veroudert. Dit is afhankelijk van erfelijkheid, gezondheidsgewoonten en levensstijlen. Een andere fysieke verandering bij vrouwen is de menopauze, waarna een vrouw niet meer vruchtbaar is.
richtingen voor toekomstig onderzoek
Richtingen voor toekomstig onderzoek
* Longitudinale studies zijn nodig om cohort effecten te onderscheiden van leeftijdseffecten die optreden op middelbare leeftijd.
* Toekomstig onderzoek moet zich focussen op de combi van biomedische, psychologische en sociale factoren die optreden tijdens de middelbare jaren.
* Toekomstig onderzoek is nodig om te kijken hoe we afnames in fysiek en cognitief functioneren kunnen tegengaan of remmen.