P3: Artikel van de Boer et al (2013): Peer Acceptance and Friendships of Students with Disabilities in General Education: The Role of Child, Peer, and Classroom Variables Flashcards
Introductie van de boer
Studenten met leerproblemen (bv kinderen met ADHD of autisme) ervaren vaak moeilijkheden op sociaal vlak wanneer ze deelnemen aan reguliere educatie.
-> Aan passend onderwijs zijn academische en sociale voordelen verbonden, maar het lijkt niet altijd te leiden tot deze gewenste sociale vooruitgangen.
-> Onderzoeksvraag: Welke variabelen zijn gerelateerd aan acceptatie door leeftijdsgenoten en vriendschappen.
3 variabelen die gebruikt worden in het artikel van de Boer
Om te achterhalen waarom studenten met afwijkingen sociale moeilijkheden ervaren bij hun participatie in reguliere educatie wordt in het huidige artikel naar 3 variabelen gekeken:
- Variabelen omtrent het kind zelf: onderzoek suggereert dat bepaald extern gedrag (vb agressie en terugtrekking) een voorspeller is van de sociale status van een kind met leerproblemen. Eerder werd gedacht dat factoren zoals intelligentie, fysiek uiterlijk en academische prestatie ook een rol speelden, maar dit bleek niet het geval.
- Variabelen omtrent leeftijdsgenoten: de houdingen van leeftijdsgenoten spelen een belangrijke rol in acceptatie van vriendschappen voor kinderen met afwijkingen. Over het algemeen zijn deze houdingen neutraal tot negatief. Jongens en meisjes vertonen vaak een voorkeur voor hetzelfde geslacht als het gaat om vriendschappen.
- Variabelen omtrent de klas: onderzoek suggereert dat bepaalde bronnen zoals lesmateriaal en assistentie voor een docent belangrijk zijn voor succesvol passend onderwijs.
methode
Zelfrapportages → ingevuld door kinderen met beperking en klasgenoten, kinderen met beperking moesten 5 beste vrienden uitkiezen en van deze 5 bekeken ze 2 variabelen, onafhankelijk: leeftijd, soort beperking, soorten gedragsprobleem en houding medeleerlingen tegenover leerlingen met een beperking en assistentie leraren hierbij, afhankelijk: vriendschappen en acceptance ← mate van acceptatie gemeten: als ingevulde vrienden overeenkomen is er acceptatie/vriendschap.
resultaten -> acceptatie van jongens met beperkingen
Acceptatie van Jongens met Beperkingen:
- Geen significante invloed van individuele kenmerken (soort beperking, leeftijd, gedrag) op de acceptatie door leeftijdsgenoten.
- De gemiddelde houding van de klas ten opzichte van jongens met beperkingen is significant gerelateerd aan hun acceptatie, niet de individuele houding.
- Leraarshulp is negatief gerelateerd aan de acceptatie; minder acceptatie in klassen met leraarshulp.
- Acceptatie bij jongens was hoger wanneer klas attitude hoger was dan die van acceptatie van docenten.
resultaat -> vriendschappen van jongens met beperkingen
Vriendschappen van Jongens met Beperkingen:
- Geen significante relatie tussen individuele kenmerken en vriendschappen.
- De gemiddelde klasattitude heeft geen invloed op vriendschappen.
- Leraarshulp is negatief gerelateerd aan vriendschappen; minder vriendschappen in klassen met leraarshulp.
resultaat -> acceptatie van meisjes met beperkingen
Acceptatie van Meisjes met Beperkingen:
- Meer sociale problemen in de klas verminderen de acceptatie van meisjes met beperkingen. -> - significant effect.
- Individuele houding van meisjes is + significant gerelateerd aan acceptatie; meisjes met een positievere houding accepteren eerder meisjes met beperkingen.
- De gemiddelde klasattitude heeft geen invloed op de acceptatie.
- Analyse van leraarshulp niet mogelijk door te kleine steekproef.
- Bij meisjes vond minder acceptatie plaats als er meer sociale problemen waren, bij jongens had dit niet veel invloed.
resultaat -> vriendschappen van meisjes met beperkingen
Vriendschappen van Meisjes met Beperkingen:
- Geen significante relatie gevonden tussen alle variabelen en vriendschappen.
discussie van artikel van de Boer
Discussie
Door het sociale netwerk van jongens en meisjes te gebruiken werden enkele variabelen gevonden die gerelateerd bleken te zijn aan acceptatie van en vriendschappen met kinderen met leerproblemen:
- Jongens met afwijkingen worden minder geaccepteerd door andere jongens wanneer andere jongens op klassikaal vlak een negatieve houding hebben naar kinderen met een afwijking en wanneer er meer docent assistentie is.
- Jongens met afwijkingen vormen minder vriendschappen met andere jongens wanneer er meer docent assistentie is.
- Meisjes met afwijkingen worden minder geaccepteerd door andere meisjes wanneer ze meer sociale problemen in de klas vertonen en wanneer andere meisjes op individueel vlak een negatieve houding hebben naar kinderen met een afwijking.
- Bij meisjes waren er geen variabelen die gerelateerd waren aan vriendschappen.
implicaties van artikel van de Boer
Het huidige onderzoek toont aan dat er een relatie is tussen de houdingen van klasgenoten en de acceptatie van kinderen met leerproblemen in reguliere educatie. De uitkomst van deze studie kan gebruikt worden als een basis voor het ontwikkelen van interventies om de houdingen van klasgenoten te verbeteren.
Ook is gebleken dat docent assistentie een negatieve invloed heeft op de acceptatie door klasgenoten van studenten met leerproblemen. Beleidsmakers moeten daarom heroverwegen in hoeverre docent assistentie wordt ingezet in het vervolg.
-> Docent assistentie werkt negatief -> kinderen meer bezig met docent ipv leeftijdsgenoten en kind heeft hierdoor minder contact met klasgenoten. -> Dit is relatief een nieuwe bevinding, want voorheen werd gedacht dat docenten positieve invloed hadden bij het kind.
Tot slot kan toekomstig onderzoek kijken naar manieren om de sociale problemen van meisjes met leerproblemen op effectieve wijze aan te pakken. Dit had immers een negatieve invloed op de mate van acceptatie door klasgenoten.
limitaties van het onderzoek van de Boer
- De bevindingen zijn mogelijk tweezijdig: sociale problemen leiden misschien tot minder acceptatie door klasgenoten, maar een verminderde acceptatie kan omgekeerd ook leiden tot sociale problemen. -> bidirectionaliteit.
- De invloed van docenten en ouders is niet betrokken bij de huidige studie. De klassfeer, houdingen van ouders en de relatie tussen docent en student kunnen bijvoorbeeld belangrijk zijn.
- Er is een relatief kleine steekproef gebruikt van studenten met ADHD en autisme. De vraag is of de resultaten generaliseerbaar zijn naar andere soorten leerafwijkingen.
- Door de random toewijzing van vignetten is er data verloren gegaan omtrent houdingen van klasgenoten.
- Leeftijd 8-11
- Relatief gezien kleine steekproef, maar voor cross-sectional studie is deze steekproef van prima grootte.
- Je kunt alleen op beschrijvend niveau een conclusie trekken en ook niet generaliseren naar andere landen buiten NL en kinderen met andere handicaps.