P3: Artikel van Garrote et al. (2017): Facilitating the social participation of pupils with special educational needs in mainstream schools: A review of schoolbased interventions Flashcards
introductie van Garrote
Onderzoeksvraag: Welk type op school gebaseerde interventies kan de sociale participatie van leerlingen met SEB bevorderen in reguliere, kleuter- en basisscholen?
Sociale participatie van leerlingen met SEB kan op verschillende manieren worden beschreven. -> 4 dimensies voor ontwikkeld;
1. De acceptatie van leerlingen met SEB
2. De perceptie van de leerlingen met SEB van hun acceptatie door klasgenoten
3. De aanwezigheid van positieve sociale interacties tussen leerlingen met SEB en hun klasgenoten
4. Sociale relaties/ vriendschappen
-> Eerder onderzoek toont aan dat leerlingen met SEB vaker worden afgewezen en minder goed worden geaccepteerd door leeftijdsgenoten, zelf voelen ze dit ook aan. Leerlingen zouden niet graag met slecht presterende leerlingen willen samenwerken. Prestatie speelt dus een rol bij de mate van acceptatie. Acceptatie hangt ook af van het sociale gedrag van de leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Kinderen met gedragsproblemen hebben een groter risico om afgewezen te worden dan leerlingen met leerproblemen. Leerlingen met SEB zijn minder betrokken bij sociale interacties en hebben minder vrienden dan hun peers.
Methode
Deze review omvat studies over het onderwerp die tussen 1990 en 2016 zijn gepubliceerd.
Selectiecriteria
- De studie evalueerde de effecten van op school gebaseerde interventies gericht op het bevorderen van de sociale participatie van kinderen met SEB in reguliere kleuterscholen of lagere klassen.
- Alle deelnemende leerlingen met SEB waren lid van een algemeen vormend klaslokaal.
- De studie had een experimentele opzet.
- De studie is gepubliceerd in een peer-reviewed tijdschrift.
-> Uiteindelijk zijn er 35 artikelen geselecteerd.
Resultaten -> algemeen
Resultaten
Algemeen: 14 studies vonden plaats in kleuterscholen, 15 in basisscholen en 6 in kleuter- en basisscholen. Er werden 3 soorten interventies geïdentificeerd; interactiestrategieën aanleren, groepsactiviteiten en trainen van paraprofessionals. Vooral Engelstalige onderzoeken, wel gekeken naar Franse en Duitse, maar deze werden niet meegenomen. -> De 3 interventies zijn geëvalueerd op de vier dimensies van sociale participatie: vriendschappen, sociale interacties, sociale acceptatie, en waargenomen sociale acceptatie
resultaat -> Interactiestrategieën aanleren (N=19 studies)
-> Bij deze interventie werd aan leerlingen zonder beperking (TD) uitgelegd hoe ze hun sociale interactie met leerlingen met SEB kunnen verbeteren. De aangeleerde strategieën hadden betrekking op het initiëren en onderhouden van sociale interacties. Bij een paar van de onderzoeken werd ook aan de leerling met speciale onderwijsbehoeften uitgelegd hoe de sociale interacties verbeterd konden worden.
Bijna alle gereviewde onderzoeken lieten positieve interventie-effecten zien bij de sociale interacties tussen leerlingen met SEB en de klasgenoten. De sociale acceptatie was ook verbeterd (2 studies wel, 1 niet). Een aantal studies hebben de effectgroottes vermeld, deze waren middelgroot tot groot. Er is bewijs voor het feit dat dit een goede interventie kan zijn.
-> bewijs gevonden, sociale interacties tussen TD (reguliere studenten; typically developing children) en leerlingen met speciale behoeften. → de trainingen zijn evidence based → aanbevolen in de praktijk.
-> Bevatten 163 leerlingen met SEB met vooral autismespectrumstoornis (ASD).
resultaat -> Groepsactiviteiten (N=12 studies)
Er zijn twee interventiestrategieën geïmplementeerd: groepsactiviteiten in de academische context (bijv. coöperatief leren) en groepsactiviteiten in de sociale context (bv vriendelijke activiteiten).
In vijf studies hadden groepsactiviteiten in de academische context een positieve invloed op de sociale interacties en sociale acceptatie van leerlingen met SEB. Er werden helaas geen effectgroottes gerapporteerd, hierdoor is het moeilijk om de effectiviteit te vergelijken met andere interventie.
De effecten van groepsactiviteiten in de sociale context waren afhankelijk van het type interventie. Steungroepen (support group) zoals een ‘vriendenkring’ hadden een positieve invloed op de sociale acceptatie en sociale interacties, echter had dit geen effect op de perceptie van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften met betrekking tot hun sociale acceptatie. Dit positieve effect lijkt niet aan te houden bij kinderen met gedragsmoeilijkheden (ASD). Gestructureerd spel in de kleuterschool en therapeutische groepsbegeleiding in lagere klassen hadden geen significant positief effect op de sociale interacties en sociale acceptaties.
-> Niet overtuigend genoeg, wel veelbelovend
-> Bevatte 216 leerlingen met SEB, waaronder gedragsstoornissen (BD), leerstoornissen (LD) en ontwikkelingsstoornissen (DD).
resultaat -> Trainen van paraprofessionals (N=4 studies)
Het doel van het trainen van paraprofessionals is om de frequentie van sociale interacties tussen leerlingen met SEN en hun leeftijdsgenoten (TD) te verhogen. De onderzoeken toonden positieve interventie-effecten aan. Hierbij zijn gemiddelde tot grote effectgroottes gevonden. Deze bevindingen zijn gemengd met betrekking tot het effect van deze interventie voor kinderen met gedragsmoeilijkheden.
-> niet overtuigend genoeg, wel veel belovend
-> Bevatte 34 leerlingen met SEB, voornamelijk ASD
LET OP: nog 1 interventie, dit even doornemen
discussie -> hoofdconclusie en volgend onderzoek
Hoofdconclusie
* Training in interactiestrategieën; sociale interacties tussen TD (reguliere studenten) en leerlingen met SEB verbeteren. → Evidence based → aanbevolen in de praktijk.
* Niet evidence-based: groepsactiviteiten en trainen van paraprofessionals zijn nog niet overtuigend genoeg, maar zijn wel veelbelovend.
Volgend onderzoek:
- Meer kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar interventies op scholen om de sociale participatie van leerlingen met specifieke beperkingen in reguliere klaslokalen te bevorderen, met name op het gebied van groepsactiviteiten en training en het schoolpersoneel.
- De implementatie van groepsactiviteiten in academische context verder onderzoeken.
- Meer interventiestudies bij verschillende groepen kinderen met speciale onderwijsbehoeften.
- Het meten van verschillende dimensies van sociale participatie om de multi dimensionaliteit van het concept te omvatten en de sociale processen die door de interventie worden beïnvloed beter te begrijpen.
limitaties onderzoek van garrote
- Interessante artikelen zijn moeilijk uitgesloten, omdat ze niet voldeden aan de selectiecriteria.
- De inclusiecriteria werden vaak niet in detail beschreven in de onderzoeken. -> Moeilijkheden bij het vaststellen van volledige inclusie van SEB-leerlingen in reguliere klassen.
- De resultaten zijn niet representatief voor alle leerlingen met speciale onderwijsbehoeften en voor maatschappelijke participatie in het algemeen. De bevindingen waren vooral gericht op leerlingen met een autismespectrumstoornis en de dimensies van sociale interacties -> en niet andere dimensies van sociale participatie.
- Gebrek aan studies in Frans- en Duitstalige landen -> meer internationaler onderzoek.
- Vooral focus op SEB met autisme (ASD).