P2: Artikel van Verduyn et al. (2017): do social netwerk sites enhance or undermine subjective well-being? A critical review Flashcards

1
Q

Introductie artikel van Verduyn en definitie subjectief welzijn

A

Sociale media platformen -> leiden tot snelle veranderingen in de manier waarop mensen interageren.
Doel artikel: onderzoeken wat de consequenties zijn van sociale media gebruik op het subjectieve welzijn.

Subjectief welzijn: verwijst naar hoe mensen zich van moment tot moment voelen (evalueren) en hoe tevreden ze zijn met hun leven. Het omvat zowel cognitieve beoordelingen van tevredenheid als affectieve (emotionele) evaluaties van stemmingen en emoties. -> waarbij een hoog niveau van subjectief welzijn wordt gekenmerkt door frequent positief affect, zelden negatief affect, en een globaal gevoel van tevredenheid met het leven.
Het is van groot belang, niet alleen omdat het vaak een levensdoel is van mensen, maar ook omdat het leidt tot een verbeterde gezondheid en een langere levensduur. Bovendien verbetert het sociale relaties en het is gunstig voor productiviteit en succes.
Het heeft een genetische aanleg, maar is ook veranderbaar. Erfelijkheid verklaart voor de helft de variatie in subjectief welzijn tussen mensen en levensveranderingen. Activiteiten verklaren de andere helft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

methode

A

Meso-aanpak-> focussen op studies die de impact van algehele gebruik van sociale media en brede categorieën van gebruikspatronen beoordelen (bv passieve en actieve manieren om sociale media te gebruiken. Andere vormen van internetgebruik worden dus achterwege gelaten. Ook wordt niet gekeken naar online gedrag zoals cyberpesten, seksuele aansporing en intimidatie.

Wat betreft het subjectieve welzijn wordt er gekeken naar de levenstevredenheid (cognitief) en hoe goed of slecht mensen zich voelen (affectief). Tot slot worden alleen gezonde participanten betrokken in het huidige onderzoek en bvb niet individuen met een sociale media verslaving, depressie of andere mentale stoornis. De reden om deze mensen niet mee te nemen -> het is lastiger om dan conclusies te trekken wat dan precies de oorzaak is. Anders zijn er te veel subconclusies. Mogelijk nog onderzoek doen wat het effect van sociale media is bij mensen die wel een depressie of iets anders hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

resultaten -> Momenteel bekend over verband gebruik sociale media en subjectief welzijn

A

Conclusie
Correlationeel onderzoek vertoonde eerst wisselende resultaten. Het patroon werd echter verhelderd door longitudinaal en experimenteel onderzoek. Hierbij bleek dat zowel affectieve en cognitief subjectief welzijn achteruitgingen door algemeen gebruik van sociale platformen zoals Facebook.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

resultaten -> specifieke typen gebruik van sociale platformen

A

De meeste sociale platformen kunnen op verschillende manieren worden gebruikt. Deze activiteiten kunnen in brede zin worden verdeeld onder twee categorieën;
* Actief gebruik: verwijst naar activiteiten die directe uitwisselingen tussen mensen faciliteren (bv privéberichten, een status update, links delen).
* Passief gebruik: verwijst naar het monitoren van andermans levens zonder directe interactie met ze te hebben (bvb nieuws scrollen, andere profielen bekijken).

Conclusie
Onderzoek dat kijkt naar specifieke typen gebruik van sociale platformen bieden een helderder beeld van studies die algeheel gebruik van sociale platformen bekijken. Er wordt namelijk gevonden dat passief gebruik geassocieerd is met een lager subjectief welzijn (vooral affectief). Meer onderzoek is echter nodig om de effectgrootte te bepalen.

Bij actief gebruik worden soms nog wisselende resultaten gevonden, maar over het algemeen lijkt er sprake te zijn van een positieve relatie met het subjectieve welzijn. Helaas worden sociale platformen echter vaker op een passieve wijze gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Positieve consequenties van actief sociale mediagebruik – sociaal kapitaal en verbondenheid

A

Sociaal kapitaal/ sociale steun: de voordelen van sociale relatie of sociaal netwerk. Er zijn 2 vormen
1. Bridging: toegang tot nieuwe informatie, diverse perspectieven en een grotere gemeenschap.
2. Bonding: emotionele of instrumentele steun en gezelschap. Beide vormen van sociaal kapitaal zijn positief gerelateerd aan het subjectieve welzijn.
Uit onderzoek is gebleken dat actief gebruik van sociale platformen een positieve invloed heeft op het sociale kapitaal en de verbondenheid die mensen ervaren. In vergelijking met offline settings bieden sociale platformen unieke kansen voor gebruikers om hun sociale kapitaal te vergroten (bv ze kunnen eenvoudig veel connecties onderhouden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Actief gebruik van sociale media
beïnvloedt het sociaal kapitaal en de verbondenheid

A

Recente studies hebben echter wel aangetoond dat het ertoe doet hoe mensen sociale platformen gebruiken. Hierbij geldt dat er alleen een positieve invloed wordt gevonden wanneer ze sociale platformen op actieve wijze gebruiken.
* Conclusie: de studies tonen een positieve relatie tussen actief gebruik van sociale platformen en sociaal kapitaal.
* Direct bewijs voor het voorgestelde mediatiemodel: recentelijk hebben verscheidene studies bewijs geboden voor de voorgestelde mediërende rol van sociaal kapitaal en sociale verbondenheid. Kortom, onderzoek suggereert dat de positieve impact van actief gebruik van sociale platformen op subjectief welzijn komt door een toename in sociaal kapitaal en sociale verbondenheid. -> Er is nog meer longitudinaal en experimenteel onderzoek nodig om de tijdelijke locatie van elk van de constructen in de voorgestelde bemiddeling en causale aard van de relatie te bevestigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Negatieve consequenties van passief sociale media gebruik – sociale vergelijking en jaloezie

A

Naast verwantschap en verbondenheid hebben mensen ook een behoefte aan zelfevaluatie. Deze behoefte wordt vaak vervuld door onszelf met anderen om ons heen te vergelijken = sociale vergelijking. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen opwaartse en neerwaartse vergelijkingen.
Opwaartse vergelijking: je ziet de ander als beter op een bepaalde dimensie. Dit gaat gepaard met gevoelens van jaloezie -> = negatieve invloed op het subjectieve welzijn van een persoon.
Neerwaartse vergelijking: je ziet jezelf als beter op een bepaalde dimensie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Passief gebruik van sociale netwerksites roept sociale vergelijking en gevoelens van jaloezie op

A

Uit onderzoek is gebleken dat gebruik van sociale platformen een negatieve invloed heeft op sociale vergelijking en jaloezie. Dit zien we terug in het feit dat er veel sprake is van opwaartse vergelijkingen, omdat iedereen zichzelf overdreven vleiend presenteert.

Ook hier geldt dat recent onderzoek heeft aangetoond dat het ertoe doet hoe mensen sociale platformen gebruiken. Hierbij geldt dat er een negatieve invloed wordt gevonden wanneer er opwaartse sociale vergelijkingen plaatsvinden.
* Conclusie: onderzoek toont een positieve relatie tussen passief gebruik van sociale platformen en opwaartse sociale vergelijkingen en gevoelens van jaloezie.
* Direct bewijs voor het voorgestelde mediatiemodel: een aantal recente studies bieden direct bewijs voor de rol die opwaartse sociale vergelijkingen en jaloezie spelen in het mediëren van de link tussen passief gebruik van sociale platformen en afnames in subjectief welzijn. -> Experimenteel en longitudinaal onderzoek hiernaar is nog schaars.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

suggesties voor beleid naar regelgeving van sociale media -> algemene populatie

A
  • De algemene populatie: richtlijnen zijn geformuleerd om de schermtijd van kinderen te beperkten tot zo’n twee uur per dag. Daarnaast worden aanbevelingen gedaan aan de algemene bevolking hoe ze hun privacy moeten beschermen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

suggesties voor beleid naar regelgeving van sociale media -> maatschappelijk

A
  • Maatschappelijk: informatieve campagnes kunnen gebruikt worden om specifieke subgroepen uit te leggen wat valt onder adaptief gebruik van sociale netwerken. Hierbij moeten campagnes de volgende drie punten benadrukken.
    o Overmatig passief gebruik van sociale netwerken moet vermeden worden.
    o Positief nieuws wordt vaker gedeeld op sociale media dan negatief nieuws en mensen hebben de neiging om zichzelf op flatteuze wijze te presenteren.
    o Actief gebruik van sociale platformen heeft geen negatieve consequentie voor subjectief welzijn en heeft waarschijnlijk zelfs positieve gevolgen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

suggesties voor beleid naar regelgeving van sociale media -> onderzoekers

A
  • Onderzoekers: onderzoekers moeten doorgaans de validiteit van hun theorieën omtrent sociale platformen testen. Beleidsmakers moeten daarom overwegen om meer fundering beschikbaar te maken voor dit type onderzoek.
    o Er is momenteel een gebrek aan longitudinaal en experimenteel onderzoek.
    o Oudere internetgebruikers moeten ook onderzocht worden.
    o Onderzoeken moeten ook andere sociale platformen dan Facebook bekijken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

suggesties voor beleid naar regelgeving van sociale media -> huishoudelijk

A
  • Huishoudelijk: veel ouders hebben regels opgesteld voor hun kinderen omtrent het gebruik van sociale platformen. Zo beperken veel ouders de hoeveelheid tijd die kinderen online mogen doorbrengen en checken ze vaak hun sociale media profiel. Bovendien praten ouders vaak met hun kinderen over gepast onlinegedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

suggesties voor beleid naar regelgeving van sociale media -> organisatorisch

A
  • Organisatorisch: veel bedrijven hebben beleid geïmplementeerd voor sociaal media gebruik op werk. Deze regelgevingen omvatten vaak richtlijnen voor werknemers over hoe ze moeten interageren met sociale platformen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

suggesties voor beleid naar regelgeving van sociale media -> aanbieders van sociale platformen

A
  • Aanbieders van sociale platformen: moeten de veiligheid van jonge gebruikers verbeteren. Twee aanbevelingen;
    o Moedig aanbieders van sociale platformen aan om samen te werken met onderzoekers om kenmerken van sociale platformen te identificeren die leiden tot een beter – i.p.v. slechter – subjectief welzijn.
    o Moedig aanbieders aan om manieren te overwegen waarop inzichten van onderzoek geïntegreerd kunnen worden om de voordelen van hun producten op het subjectieve welzijn te verbeteren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

eindconclusie artikel verduyn

A

Conclusie
Sociale netwerksites hebben het potentieel om ons subjectief welzijn te vergroten door ons in staat te stellen ons sociaal kapitaal en ons gevoel van verbondenheid te vergroten door actief gebruik van deze sites. Ze kunnen echter ook de oorzaak zijn van angst, vooral wanneer ze sociale vergelijkingen en afgunst uitlokken door passief gebruik van deze sites.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly