P6: Artikel van Rossi en Mebert (2011): does a quarterlife crisis exist? -> Single studie Flashcards
introductie artikel Rossi en Mebert
Introductie
In dit artikel is onderzocht of er sprake is van een zogeheten ‘quarterlife crisis’ bij studenten. Dit wordt over het algemeen gedefinieerd als een identiteitscrisis bij recent afgestudeerde individuen die kan leiden tot depressie, angst en gevoelens van twijfel.
Het concept van een quarterlife crisis werd geïntroduceerd met de publicatie van een boek door Robbins en Wilner in 2001. Hierin schreven de auteurs over de unieke uitdagingen in het leven van twintigers. Dit is vaak een onzekere periode waarin veel belangrijke besluiten moeten worden genomen omtrent carrières, financiën, woonarrangementen en relaties. Het leven na afstuderen kan op deze manier leiden tot een crisis -> gevoel van onrust, angst, stress -> besluiteloosheid, hulpeloosheid en paniek. Vaak gevoel dat mensen alleen zijn hierin en niet over de middelen beschikken die nodig zijn om de uitdagingen aan te gaan. Niet alle vrienden wonen meer om de hoek en het sociale leven wordt lastiger vol te houden. -> overweldigend gevoel en gevoel van falen.
transities van artikel Rossi en Mebert
Veel onderzoek is gedaan naar bepaalde transities tussen levensfases. In de jaren 30 werd al gesproken over de midlife crisis. Ook wordt vaak gezegd dat ouder worden een stressvolle transitieperiode kan zijn.
Recentelijk wordt dus ook gekeken naar de fase waarin studenten afstuderen en het werkveld in gaan. Deze periode wordt ook wel de opkomende volwassenheid (emerging adulthood) genoemd.
In een longitudinaal onderzoek werd echter een algemeen positieve trend gevonden in psychologisch welzijn tussen de 18-25 jaar. Dit is dus in tegenspraak met het idee van een quarterlife crisis. Daarom wordt in de huidige studie gekeken of er wel degelijk zoiets als een quarterlife crisis bestaat onder opkomende volwassenen.
doel en hypothese artikel Rossi en Mebert
Doel: hypothese testen dat een quarterlife crisis specifiek is voor afgestudeerde studenten (opkomende volwassenen/ twintigers) die het werkveld ingaan en niet voor school-werk transities in algehele zin.
-> Theorie: transities veroorzaken stress en lage levels van well-being, ongeacht de leeftijd of situatie, maar een transitie naar een nieuwe en onbekende situatie is spannender dan transitie naar een nieuwe en bekende situatie.
-> Verwachting; individuen die van school naar werk transitioneren ervaren negatievere gevolgen dan individuen die een transitie maken van een lager educatieniveau naar een hoger educatieniveau.
-> Deze hypothese is niet in lijn met de quarterlife crisis die specifiek focust op college studenten die naar het werkveld transitioneren.
methode artikel Rossi en Mebert
4 verschillende groepen jong volwassenen
- Middelbare school – werk (n=23)
- Middelbare school – uni (n=75)
- Uni – werk (n=117)
- Uni - verder studeren (n=57)
-> Elk van deze groepen heeft vragenlijsten ingevuld omtrent identiteitsontwikkeling, coping, toekomstperspectief (de mate waarin mensen korte- en lange termijn consequenties van hun gedrag overwegen), sociale steun, depressie, angst, levens- en werktevredenheid.
Predictor variabelen (onafhankelijke): demografische kenmerken, ego identiteit ontwikkeling, toekomstig tijd perspectief, sociale support, coping
Uitkomst variabelen: depressieve symptomen, angst, werktevredenheid en levenstevredenheid.
resultaten artikel Rossi en Mebert
Resultaten
- Na statistische analyses -> geslacht, opleiding, leeftijd en inkomen werden gebruikt als covarianten in latere analyses
- Oudere deelnemers waren minder angstig en hadden hogere niveaus van coping, identiteitsverbintenis, verkenning, toekomstperspectief en sociale steun van familie en vrienden.
- Er werd in dit onderzoek geen steun gevonden voor een quarterlife crisis onder de 4 groepen.
- Regressieanalyse -> significante voorspellers voor;
o Depressie werd voorspeld door steun vanuit familie en identiteitsbetrokkenheid. -> lagere niveaus van deze factoren -> = meer depressie en angst.
o Werktevredenheid was geassocieerd met inkomen en sociale steun van vrienden. -> Hogere inkomens en meer steun -> = meer tevredenheid.
o Levenstevredenheid was geassocieerd met inkomen, sociale steun van vrienden en familie en identiteitsbetrokkenheid. -> Hogere niveaus van deze factoren -> = meer tevredenheid
- Studenten die recent de middelbare school hadden afgerond en werkende waren, ervaarden de meeste angst. -> want meer verantwoordelijkheid en uni studenten hadden hoger gevoel van controle dan middelbare school scholieren. Op de tweede plek volgden studenten die nog bezig zijn met hun vervolgopleiding. -> bewezen met chi-kwadraattoets; studenten direct aan het werk na middelbare, functioneerden slechter op het gebied van depressie, angst en identiteitstoewijding in vergelijking met andere groepen.
Discussie
In het huidige onderzoek werd geen empirisch bewijs gevonden voor het idee dat afgestudeerde studenten die het werkveld ingaan soms een quarterlife crisis ervaren. Sterker nog, de resultaten tonen aan dat afgestudeerde studenten die werkende zijn in het algemeen vrij tevreden en gelukkig zijn.
Studenten die recent de middelbare school hebben afgerond, hebben het daarentegen op verschillende vlakken zwaarder (vb sociale steun, depressie, angst, levenstevredenheid en toekomstperspectief). Dit geldt vooral voor studenten die na de middelbare school gingen werken. -> De bevindingen met betrekking tot de prevalentie van angst onder werkende middelbare scholieren kunnen worden gerelateerd aan de rol van interne locus of control, een construct dat niet in de huidige studie is opgenomen. Controle overtuigingen verwijzen naar de mate waarin een individu gelooft dat uitkomsten voortkomen uit zijn of haar eigen acties (interne controle) of dat ze voortkomen uit externe krachten zoals geluk, kans, lot, of krachtige anderen (externe controle). Daarnaast suggereren eerdere onderzoeken dat verschillen tussen mannen en vrouwen in angstniveaus kunnen optreden, waarbij vrouwen over het algemeen hogere angstniveaus melden dan mannen.
Limitaties van de huidige studie
- De resultaten moeten voorzichtig geïnterpreteerd worden wegens het kleine aantal participanten in de high school to work groep, evenals het feit dat er minder mannen dan vrouwen deelnamen aan het onderzoek. Bovendien waren er weinig deelnemers uit minderheidsgroepen.
- Subjectief door zelfrapportages
- Er was een zeer laag responspercentage -> 21%.
Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek
- Vervolgonderzoek kan kijken naar middelbare scholieren die een transitie maken naar het werkveld. Vaak wordt deze groep te weinig onderzocht.
- In toekomstige studies kan het voordelig zijn om ook de locus of control van participanten te meten.
- Vergelijking maken tussen mensen die net van uni komen en mensen die al paar jaar werken.