Neuroradiology in MS Flashcards

1
Q

waar is de fluid hyperintense?

A

licht, dus T2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar is de fluid hypointense?

A

donker, dus T1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar is de grey matter (buitenste) licht?

A

T2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar is de grey matter (buitenste) donker?

A

T1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar is de white matter licht?

A

T1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar is de white matter donker?

A

T2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dus samengevat T1

A

white matter licht, grey matter donker, fluids ook donker (hypointense)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dus samengevat T2

A

white matter donker, grey matter licht, fluids ook licht (hyperintense)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

samengevat flair

A

white and grey matter lijkt op elkaar, fluids zijn hypointense (donker!). je kan hier periventricular lesions goed mee zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

WAAR LIGT WHITE MATTER EN WAAR LICHT GREY MATTER?

A

white matter binnen, grey matter buiten!!! cortex = grey matter!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

periventricular lesions kan je het beste zien op

A

flair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe kan je nieuwe, active lesions het beste zien?

A

op een T1 scan met contrast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe kan je alle lesions zien?

A

met een t2/flair scan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de basisscan? en wat kan je hier mee zien?

A

de t2/flair scan. je ziet hiermee alle witte plekjes, dus lesions, die vanaf de onset zijn geweest. Je ziet hiermee niet de severity van de ziekte of wanneer de lesions zijn ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

what do they use to visualize the spinal cord?

A

STIR opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat laat de T1 scan zien?

A

sommige van de witte plekjes die je op de T2/flair ziet, kan je ook zien op de T1. dit is namelijk de degeneration of the brain. dit zijn dus de sporen die de lesions achter laten -> the actual damage.

Ook kan je hier goed de atrofie zien .

17
Q

wat laat de T1 + gadolineum zien?

A

gadolineum is wit op de T1 scan, dit gaat normaal alleen door de bloedvaatjes. But with inflammation, this also travels through the brain tissue -> door disruption of the blood brain barriere. These white spots indicate inflammation and therefore new lesions (in the past 6 weeks or so).

18
Q

T2 lesions in brain matter tijdens de verschillende ziekte stages?

A

RRMS: many
SPMS: many
PPMS: few

19
Q

T2 lesions in the spinal cord tijdens de verschillende ziekte stages?

A

RRMS: many
SPMS: many
PPMS: many

20
Q

bekijk even goed deze dia’s weer!

A

echt doen

21
Q

infratentorial

A

onder het cerebellum

22
Q

what are common lesions of ms?

A

periventricular (dawsons fingers)
juxtacortical
infratentorial
spinal cord

23
Q

waar zitten de juxtacortical lesions

A

bij de U fibres, onder de cortex

24
Q

optic neuritis zien

A

lesion op T1 is wit, in de optic tracts

25
Q

T2 lacks…

A

specificity -> de lesions hoeven niet perse van MS te komen, kan ook vascular damage zijn etc.

26
Q

cortical lesions (grey matter) zijn ook heel belangrijk in bijvoorbeeld cognitive decline. maar hoe kun je deze laten zien?

A

3D flair or 3D DIR

27
Q

clinico-radiological paradox

A

Patients with many lesions do not have to be severely impaired, and patients with few lesions can be severely impaired

28
Q

T1 lesions in brain per stage

A

RRMS: few
SPMS: many
PPMS: few

29
Q

T1 diffuse abnormalities in brain per stage

A

RRMS: few
SPMS: moderate
PPMS: many

30
Q

When studying white matter lesions regarding the differential diagnosis…

A

many diseases can mimic MS, most incidental lesions have a vascular origin.

31
Q

differential diagnoses

A

vascular, autoimmune, metabolic, cns infections, other

32
Q

waar zitten veel lesions in MS maar niet veel in vascular

A

corpus callosum, u fibres, infratentorial, spinal cord, periventricular, temporal lobe, dawsons fingers (periventricular)

33
Q

wat zie je goed op t2 of flair en wat zie je goed op t1?

A
t2/flair = lesions
t1 = atrofie, de damage