Le but et la cause Flashcards
voor
pour
met het oog op
om
en vue de
om
pour
afin de
met als doel
dans le but de
zodat, opdat
pour que
afin que
wat komt er na de impératief (voor “om te zeggen)
que
hoe vorm je gerondif
en ….ant
omwille van/als gevolg van
à cause de
gezien
vu
dankzij
grâce à
uit
par
omdat
parce que
want
car
daar
comme
aangezien
puisque
étant donné que
vu que
wanner gebruik je puisque
étant donné que
vu que
als je de oorzaakt kent
niet (om)dat
non que
ce n’est pas que
wanneer gebruik je non que
ce n’est pas que
fausse cause
doet alles
faire tout
op zijn gemak voelen
se sentir à l’aise
- Doe het om haar een plezier te doen.
Fais-le pour lui faire plaisir.
inlichten
informer
- Laten we hem inlichten om achteraf geen problemen te hebben.
Informons-le pour ne pas avoir de problèmes (par)
après.
verlichten
alléger
administratief werk
le travail administratif
haar beheersing van het Frans
sa maîtrise du français
Ten einde
afin
hun internationale positie
leur position internationale
zagen ze zich verplicht
ils se sont vus obligés
een dienst
un service
verminderen
diminuer
réduire
zich afreageren
se défouler
vermits
puisque/comme
kamer in orde maken
arranger sa chambre
genezen
guérir
verzorgen
soigner
thuis
à domicile
de dosering
le dosage
opnieuw
encore/de nouveau
kunnen we ook niet reageren.
nous ne pouvons pas réagir non plus