l'expression du lieu 2 Flashcards
naar precieze locatie
à
richting
vers
naar een persoon gaan
aller chez un personne
ik kom van een vriend
je viens de chez mon ami
ik kom van het station
je viens de la gare
doorheen
à travers
rondom
autour de
aan deze kant (van)
de ce côté (de)
aan beide kanten (van)
des deux côtés (de)
tot daar
jusque-là
tot hier
jusqu’ici
tot op de hoek
jusqu’au coin
tot aan (het raam)
justqu’à (la fenêtre)
langs
le long de
van voren, aan de voorkant
par-devant
van achteren, aan de achterkant
par-derrière
op de grond
par terre
vertrekken naar
partir pour
de trein nemen naar
prendre le train pour
Bij de zee
c’est au bord de la mer
aan, dichtbij
près de
ten noorden/zuiden van
au nord/sud de
ten oosten/westen van
à l’est/ouest de
ik blijf in parijs
je reste à paris
ik maak een wandeling in parijs
je fais un promenade dans Paris
ik kom terug van toulouse
je reviens de toulouse
ik ga naar japan
je vais au japon
ik kom terug van japan
je reviens du japon
ik ga naar belgie
je vais en belgique
ik kom terug van frankrijk
je reviens de france
ik ga naar nederland
je vais aux pays-bas
ik kom terug van de verenigde staten
je reviens des états-unis
ik woon in antwerpen (provincie)
j’habite dans l’anvers
ik kom terug van limburg
je reviens du limbourg
ik breng het weekend door in wallonie
je oasse le week-end en wallonie