L8: Nietigheid en vernietigbaarheid Flashcards
de leer der nulliteiten?
de gevolgen van vernietiging en nietigheid van rechtshandelingen
Zijn er eisen aan het totstandkomen en de inhoud van rechtshandelingen?
De wet stelt vereisten aan de totstandkoming en de inhoud van rechtshandelingen/overeenkomsten. Voldoet een rechtshandeling niet aan de door de wet gestelde vereisten, dan is sprake van een onvolmaakte rechtshandeling.
Onvolmaakte rechtshandelingen kunnen in twee groepen worden verdeeld?
rechtshandelingen die van rechtswege nietig zijn
rechtshandelingen die vernietigbaar zijn.
Nietig?
Nietig wil zeggen dat aan de rechtshandeling niet de beoogde rechtsgevolgen worden verbonden Een rechtshandeling is van rechtswege nietig wanneer de nietigheid krachtens wetsbepaling intreedt (bijv. de artt. 3:39, 3:40, eerste lid en 3:43 BW).
Vernietigbare overeenkomst?
Bij een vernietigbare overeenkomst geeft de wet aan een contractspartij de bevoegdheid om de desbetreffende overeenkomst te vernietigen (bijv. de artt. 3:44 en 6:228 BW). Tot het moment van vernietiging zijn aan een vernietigbare rechtshandeling in beginsel de normale rechtsgevolgen verbonden. Een overeenkomst, gesloten onder invloed van dwaling, is tot de vernietiging een geldig contract.
Nietigheid na vernietiging verschilt van de nietigheid van rechtswege?
Nietigheid na vernietiging verschilt niet van de nietigheid van rechtswege.
In titel 3.2 vinden wij de vernietigingsgronden die relevant kunnen zijn voor alle vermogensrechtelijke rechtshandelingen en derhalve ook voor de overeenkomst?
onbekwaamheid (art. 3:32 BW), geestelijke stoornis (art. 3:34 BW), wilsgebreken (art. 3:44 BW), vormgebreken (art. 3:39 BW) en de actio Pauliana (art. 3:45 BW)
in het algemene overeenkomstenrecht treffen wij vernietigingsgronden aan?
dwaling (art. 6:228 BW), de voortbouwende overeenkomsten (art. 6:229 BW) en de onredelijk bezwarende algemene voorwaarden (art. 6:233, sub a, BW)
Zijn deze vernietigingsgronden ook van toepassing op andere meerzijdige (en eenzijdige) vermogensrechtelijke rechtshandelingen?
Ingevolge artikel 6:216 BW (schakelbepaling) kunnen deze vernietigingsgronden ook van toepassing zijn op andere meerzijdige (en eenzijdige) vermogensrechtelijke rechtshandelingen.
Onderverdeling nietigheid?
Nietigheid kan in absolute en relatieve nietigheid worden onderverdeeld.
Hoofdregel bij nietigheid?
Hoofdregel is dat een nietige overeenkomst absoluut nietig is, de nietigheid werkt tegenover iedereen en iedereen kan de nietigheid laten gelden.
Door een handelingsonbevoegde gesloten overeenkomsten of overeenkomsten waarvan de inhoud in strijd is met de openbare orde of goede zeden, zijn van rechtswege nietig (vgl. art. 3:43 BW en art. 3:40 BW). In een procedure zal de rechter (indien partijen er geen beroep op doen) op eigen initiatief (ambtshalve) deze nietigheid constateren.
Relatieve nietigheid?
Relatieve nietigheid (de nietigheid werkt slechts ten aanzien van bepaalde personen of in bepaalde relaties) is uitzondering (bijv. de actio Pauliana, art. 3:45 e.v. BW).
Gevolgen nietige overeenkomst?
Een nietige overeenkomst ontbeert de door partijen beoogde rechtsgevolgen en verplicht partijen, indien zij aan de overeenkomst reeds uitvoering hebben gegeven, de ontvangen prestaties op grond van onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW e.v) ongedaan te maken.
Het streven van de wetgever is namelijk gericht op?
drie artikelen (art. 3:41 (partiële nietigheid), art. 3:42 (conversie) en art. 3:58 (bekrachtiging), waardoor eerder genoemde hoofdregel zo veel mogelijk wordt ingeperkt. Het streven van de wetgever is namelijk gericht op een doelmatig functionerend rechtsverkeer. Een nietigheid mag niet verder ingrijpen dan door haar doel wordt gerechtvaardigd. De artikelen 3:41 en 3:42 BW zijn van toepassing ongeacht of de nietigheid van rechtswege of door een beroep op een vernietigingsgrond is ontstaan. Artikel 3:58 BW is alleen van toepassing op de nietigheid van rechtswege.
Uitgangspunt bij toepassing van artikel 3:41 BW ?
Uitgangspunt bij toepassing van artikel 3:41 BW is dat de overeenkomst in een nietig en een geldig deel kan worden gesplitst.
Het arrest Maduro-Maduro (HR 16 november 1984, NJ 1985, 624) betrof een koopovereenkomst waarin partijen het beding hadden opgenomen dat een deel van de koopsom zwart zou worden betaald. Een dergelijk beding is nietig. Het verplicht partijen tot een prestatie die bij de wet verboden is (zie art. 3:40 BW). Het hof oordeelde dat de gehele koopovereenkomst nietig was. De Hoge Raad casseerde en bepaalde dat onderzocht moet worden in hoeverre de gestelde overeenkomst voor het overige in onverbrekelijk verband staat met het nietige beding omtrent de zwarte betaling.
Blijft een overeenkomst in zijn geheel in stand?
Een overeenkomst blijft dus voor het overige in stand als de overeenkomst ook zonder het nietige beding zou zijn gesloten (vgl. art. 3:41 BW.
Andere vorm van partiele nietigheid?
Ook uit een wetsbepaling kan voortvloeien dat de nietigheid slechts het beding en niet de hele overeenkomst betreft, bijvoorbeeld artikel 7:652 BW, waarin wordt bepaald dat de proeftijd in een arbeidsovereenkomst maximaal op twee maanden kan worden gesteld.
Conversie?
Een nietige overeenkomst wordt van rechtswege omgezet in een andere (geldige) overeenkomst indien de strekking van de nietige overeenkomst in zodanige mate aan een geldige overeenkomst beantwoordt, dat aangenomen moet worden dat die andere overeenkomst zou zijn verricht, zo van de eerstgenoemde overeenkomst wegens haar nietigheid was afgezien (art. 3:42 BW).
Begrenzing conversie?
Conversie wordt als op doelmatigheid gebaseerde rechtsfiguur begrensd door de redelijkheid en billijkheid. Geen conversie vindt plaats indien dit onredelijk zou zijn jegens een belanghebbende die niet als partij aan de nietige rechtshandeling heeft meegewerkt.
Wat si het effect van de strekking van een wettelijke regeling op conversie?
Ook de strekking van de wettelijke regeling waaruit de nietigheid voortvloeit, kan tot gevolg hebben dat er geen conversie plaatsvindt. Zo zal een onredelijk bezwarend beding in algemene voorwaarden (zie afdeling 6.5.3) niet snel worden geconverteerd in een beding dat niet onredelijk bezwarend is. Een dergelijke omzetting zou immers tot gevolg hebben dat de gebruiker van algemene voorwaarden zonder risico onredelijk bezwarende bedingen in zijn algemene voorwaarden kan blijven opnemen. Hetzelfde kan worden opgemerkt met betrekking tot artikel 7:652 BW. Een proeftijd in strijd met artikel 7:652 BW wordt niet omgezet in een proeftijd welke beantwoordt aan artikel 7:652 BW. In dit verband wordt wel gesproken van de ijzeren proeftijd.