L2.6 - Niet-nakoming van verbintenissen: schadevergoeding Flashcards

1
Q

Staat vast dat de verbintenis door de schuldenaar niet wordt nagekomen, dan kan de schuldeiser de volgende stappen nemen?

A

nakoming van de verbintenis vorderen (art. 3:296 BW), eventueel met aanvullende schadevergoeding (zie par.1).

(vervangende) schadevergoeding (art. 6:74 e.v. BW) vorderen (zie par. 3). Bovendien bij wederkerige overeenkomsten:

ontbinding (art. 6:265 BW) van de overeenkomst vorderen, eventueel met aanvullende schadevergoeding. De mogelijkheid van ontbinding (geregeld in Afdeling 6.5.5) is beperkt tot wederkerige overeenkomsten. Voor een vordering tot ontbinding is (anders dan bij een vordering tot schadevergoeding!) toerekenbaarheid van de tekortkoming geen vereiste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat doet een ontbinding?

A

Een ontbinding bevrijdt partijen van de daardoor getroffen verbintenissen. Voor zover deze reeds zijn nagekomen, blijft de rechtsgrond voor deze nakoming in stand, maar ontstaat voor partijen een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties (art. 6:271 BW).

Op deze verbintenis zijn de normale regels inzake nakoming en niet-nakoming (afd. 6.1.6-11 BW) aangevuld met bijzondere regels in afd. 6.5.4 BW van toepassing. Voor schadevergoeding met betrekking tot niet-nakoming van een verbintenis tot ongedaanmaking als gevolg van ontbinding van de overeenkomst moet dus wel zijn voldaan aan de eis van toerekenbaarheid in artikel 6:74 e.v. BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vordering tot nakoming en reële executie (art. 3:296 e.v. BW)?

A

Het recht op nakoming van de schuldeiser is geen gevolg van wanprestatie door de schuldenaar, maar vloeit rechtstreeks voort uit het bestaan van de verbintenis tussen schuldenaar en schuldeiser (art. 3:296 BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Moet de verbintenis opeisbaar zijn?

A

De verbintenis moet wel opeisbaar zijn, de schuldenaar kan niet worden verplicht eerder dan het met de schuldeiser overeengekomen tijdstip te presteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat als nakoming blijvend onmogelijk is?

A

Een veroordeling tot nakoming kan ook niet worden uitgesproken als nakoming door de schuldenaar blijvend onmogelijk is (art. 3:303 BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is niet vereist voor een vordering tot nakoming?

A

Voor een vordering tot nakoming is toerekenbaarheid en verzuim (en dus ook het uitbrengen van een ingebrekestelling) niet vereist!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aanvullende schadevergoeding?

A

Naast nakoming van de verbintenis kan aanvullende schadevergoeding worden gevorderd, indien de tekortkoming de schuldenaar kan worden toegerekend over de tijd dat de schuldenaar in verzuim was (art. 6:74 jo 6:85 BW) of van rechtswege indien nakoming blijvend onmogelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een succesvolle vordering tot schadevergoeding ex artikel 6:74 BW vereist allereerst?

A

Een succesvolle vordering tot schadevergoeding ex artikel 6:74 BW vereist allereerst (evenals een vordering tot ontbinding ex art. 6:265 BW) een tekortkoming van de schuldenaar in de nakoming van een verbintenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Opeisbaarheid van de prestatie?

A

Tekortkoming vereist in beginsel dat de prestatie opeisbaar is. (In beginsel, want in de in art. 6:80 BW genoemde gevallen treden de gevolgen van niet-nakoming reeds in vóórdat de vordering opeisbaar is.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer er geen tijdstip voor nakoming is bepaald?

A

Op grond van artikel 6:38 BW is een verbintenis waarbij geen tijdstip voor de nakoming is bepaald, direct opeisbaar, zij het dat de schuldenaar een termijn moet worden gegund die redelijkerwijs nodig is om de prestatie te vervulle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer wel een tijdstip voor nakoming is bepaald?

A

Is wel een tijdstip voor nakoming bepaald dan wordt de verbintenis opeisbaar zodra dit tijdstip is aangebroken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij verbintenissen met een opschortende voorwaarde?

A

Bij verbintenissen met een opschortende voorwaarde treedt de verbintenis pas in werking en wordt de prestatie derhalve pas opeisbaar, nadat de opschortende voorwaarde in vervulling is gegaan. Indien de prestatieplicht van de schuldenaar – een opeisbare vordering van de schuldeiser – bevoegdelijk wordt opgeschort (o.a. artt. 6:52, 6:262 en 6:263 BW) kan de daardoor in verzuim geraakte schuldeiser geen nakoming vorderen (art. 6:59 BW) of maatregelen tot executie nemen (art. 6:62 BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Van een tekortkoming in de nakoming is sprake indien?

A

Van een tekortkoming in de nakoming is sprake indien de prestatie opeisbaar is, maar nakoming uitblijft of ondeugdelijk geschiedt.
Het uitblijven van de prestatie mag bovendien niet worden gerechtvaardigd doordat de schuldenaar zijn prestatie bevoegd heeft opgeschort. Het bestaan van een opschortingsbevoegdheid brengt immers met zich mee dat de schuldenaar (vooralsnog) niet behoeft te presteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In het BW (zie de artt. 6:74 en 265) wordt ter bepaling van de gevolgen van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis (schadevergoeding en ontbinding) enerzijds een onderscheid gemaakt tussen gevallen waarin ?

A

In het BW (zie de artt. 6:74 en 265) wordt ter bepaling van de gevolgen van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis (schadevergoeding en ontbinding) enerzijds een onderscheid gemaakt tussen gevallen waarin (a) nakoming blijvend onmogelijk is, (b) nakoming tijdelijk onmogelijk is, en (c) nakoming nog wel mogelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat bij wel/niet toerekenen?

A

Anderzijds wordt er onderscheid gemaakt tussen de gevallen waarin de tekortkoming de schuldenaar kan worden toegerekend (wanprestatie) en die waarin de tekortkoming niet kan worden toegerekend (overmacht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zowel in geval van absolute onmogelijkheid (nakoming is voor een ieder volstrekt onmogelijk) als een relatieve onmogelijkheid (nakoming kan redelijkerwijze niet van de schuldenaar worden gevergd omdat hij hiervoor onredelijke offers zou moeten brengen of nakoming geen zin meer heeft) is nakoming onmogelijk, bijvoorbeeld indien? (1)

A

hetgeen de schuldenaar verplicht was te geven, slechts kon worden gegeven of gedaan binnen zekere tijd, welke hij heeft laten voorbijgaan.

Voorbeeld

Begrafenisonderneming A heeft zich jegens B verbonden om voor de begrafenis van de heer X drie zwarte volgauto ́s ter beschikking te stellen. Indien A niet op de juiste dag nakomt, heeft nakoming geen zin meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Zowel in geval van absolute onmogelijkheid (nakoming is voor een ieder volstrekt onmogelijk) als een relatieve onmogelijkheid (nakoming kan redelijkerwijze niet van de schuldenaar worden gevergd omdat hij hiervoor onredelijke offers zou moeten brengen of nakoming geen zin meer heeft) is nakoming onmogelijk, bijvoorbeeld indien? (2)

A

de schuldenaar het zichzelf onmogelijk heeft gemaakt aan de verbintenis te voldoen.

Voorbeeld

V verkoopt aan K zijn twee jaar oude auto. Vóór de levering verkoopt en levert V de auto aan D. V kan niet meer aan K leveren, omdat hij geen eigenaar meer is van de auto en dus niet meer beschikkingsbevoegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Zowel in geval van absolute onmogelijkheid (nakoming is voor een ieder volstrekt onmogelijk) als een relatieve onmogelijkheid (nakoming kan redelijkerwijze niet van de schuldenaar worden gevergd omdat hij hiervoor onredelijke offers zou moeten brengen of nakoming geen zin meer heeft) is nakoming onmogelijk, bijvoorbeeld indien? (3)

A

een te leveren geïndividualiseerde zaak is tenietgegaan.

een verbintenis om niet te doen wordt overtreden.

de schuldenaar tekortschiet in de nakoming van een voortdurende verbintenis.

Een dergelijke tekortkoming kan naar haar aard niet meer ongedaan worden gemaakt. Immers, de verplichting kan in de toekomst weliswaar worden nagekomen, maar daarmee wordt de tekortkoming in het verleden niet ongedaan gemaakt en wat deze tekortkoming betreft is nakoming dan ook niet meer mogelijk (vgl. het arrest Schwarz-Gnjatovic).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Het verband tussen niet-nakoming, opeisbaarheid en de mogelijkheid van nakoming is schematisch weergegeven in figuur 6.1

A

INVOEGEN FIGUUR 6.1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat gebeurt er door niet-nakomen van een verbintenis uit overeenkomst?

A

Door het niet-nakomen van een verbintenis uit overeenkomst wordt inbreuk gemaakt op een subjectief recht (nl. op het vorderingsrecht van de schuldeiser). Iedere inbreuk op een subjectief recht levert in beginsel een onrechtmatige daad op (art. 6:162 BW).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat met betrekking tot het toerekenbaar niet-nakomen van een verbintenis welke voortvloeit uit een overeenkomst?

A

Het toerekenbaar niet-nakomen van een verbintenis welke voortvloeit uit een overeenkomst (wanprestatie) wordt echter als een species (met eigen regels) van de onrechtmatige daad gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Schadevergoeding is in het BW echter wel algemeen geregeld.

Waar en hoe?

INVOEGEN FIGUUR

A

Schadevergoeding is in het BW echter wel algemeen geregeld. Afdeling 10 van Boek 6 geldt voor niet-nakoming van iedere verbintenis, ongeacht de bron waaruit de verbintenis is ontstaan.

INVOEGEN FIGUUR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Moet de schuldenaar de schade vergoeden?

A

Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt, te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend (art. 6:74 BW), dat wil zeggen dat de schuldenaar zich op overmacht kan beroepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Is een tekortkoming voldoende voor een succesvolle vordering tot schadevergoeding?

A

Een tekortkoming (hoe ernstig ook) is derhalve niet voldoende voor een succesvolle vordering tot schadevergoeding, daarvoor is altijd vereist dat de tekortkoming aan de schuldenaar kan worden toegerekend (zie het arrest Brok- Huberts).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat indien de schuldenaar ivm de tekortkoming een voordeel geniet?

A

Alleen wanneer de schuldenaar in verband met de tekortkoming een voordeel geniet, kan ook bij een niet-toerekenbare tekortkoming (overmacht) een schadevergoedingsverplichting ontstaan ingevolge artikel 6:78 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

In de rechtspraak zijn een aantal ́deelregels ́ ontwikkeld aan de hand waarvan kan worden bepaald of een tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend?

A

In beginsel is een beroep op overmacht gerechtvaardigd als:

• wetsvoorschriften of overheidsmaatregelen aan nakoming in de weg staan.

[de schuldenaar door na te komen zijn leven, gezondheid of vrijheid in gevaar brengt.

door ziekte de nakoming van een persoonlijk te verrichten verbintenis wordt verhinderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Op grond van artikel 6:75 BW kan een tekortkoming aan de schuldenaar worden toegerekend?

A

a. indien zij te wijten is aan zijn schuld.

Het begrip ́schuld ́ in artikel 6:75 BW is subjectief van aard: het gaat erom of men deze schuldenaar kan verwijten dat hij niet als een zorgvuldig schuldenaar heeft gehandeld.

Voorbeeld

A, woonachtig in Amsterdam, heeft zich verbonden om bij B, woonachtig te Eindhoven, een pakje af te leveren. Wegens vorst zijn de wegen onbegaanbaar, de treinen rijden echter wel. A kan dus de tekortkoming redelijkerwijs vermijden door met de trein te gaan. Doet hij dit niet, dan kan hem de tekortkoming worden toegerekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Op grond van artikel 6:75 BW kan een tekortkoming aan de schuldenaar worden toegerekend?(2)

A

b. indien de tekortkoming voor rekening van de schuldenaar komt.

De tekortkoming kan, ook wanneer de schuldenaar geen verwijt gemaakt kan worden, toch voor zijn rekening komen op grond van

• de wet.

In Afdeling 6.1.9 worden drie gevallen genoemd waarin de tekortkoming voor rekening komt van de schuldenaar, namelijk in de artikelen 6:76 BW (hulppersonen), 6:77 BW (hulpzaken) en 6:84 BW (onmogelijkheid tijdens verzuim). Artikel 6:76 BW vereist dat de tekortkoming ontstond door een gedraging van een hulppersoon.

Voorbeeld

In de modezaak van verkoper V koopt consument C een herenpantalon, die echter enkele centimeters te lang is. Werknemer W van V krijgt opdracht om de broek korter te maken, waarna C hem de volgende dag kan komen ophalen. Als C met de broek thuiskomt, blijkt deze enkele centimeters te kort te zijn. Herstel is niet meer mogelijk. De tekortkoming is te wijten aan schuld (d.w.z. een verwijtbare gedraging) van W, doch V is hiervoor jegens C ex artikel 6:74 jo artikelen 6:75 en 6:76 BW aansprakelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat voor gedragingen bij hulppersonen?

A

De schuldenaar is ex artikel 6:76 BW voor gedragingen van hulppersonen op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk. Overmacht bij een hulppersoon levert derhalve in beginsel ook voor de schuldenaar zelf overmacht op.

30
Q

Wie zijn hulppersonen?

A

Tot de categorie hulppersonen behoren niet alleen ondergeschikten, maar ook niet-ondergeschikten van wie de schuldenaar zich bedient bij de uitvoering van een verbintenis (bijv. een familielid, vriend of een onderaannemer). Volgens de HR moet echter de kring van de in artikel 6:76 BW bedoelde personen niet ruim worden getrokken. De schuldenaar is alleen aansprakelijk voor hulppersonen als zij speci#ek worden gebruikt bij de uitvoering van de verbintenis waarvan de aansprakelijkheid in het geding is.

31
Q

De schuldenaar is alleen aansprakelijk voor hulppersonen als zij speci#ek worden gebruikt bij de uitvoering van de verbintenis waarvan de aansprakelijkheid in het geding is. Is hiervan geen sprake, dan ?

A

Is hiervan geen sprake, dan is artikel 6:76 BW niet van toepassing en moet ex artikel 6:75 BW beoordeeld worden of de schuldenaar aansprakelijk is (zie het arrest Geldnet-Kwantum).

32
Q

De in artikel 6:76 BW neergelegde regel berust volgens HR 21 mei 1999, NJ 1999, 733 B/W op een aantal overwegingen?

A

door het inschakelen van hulppersonen breidt de schuldenaar zijn bedrijfsactiviteiten uit en heeft derhalve van die inschakeling pro#jt, waartegenover dan dient te staan dat hij voor fouten van de hulppersoon aansprakelijk is

door deze aansprakelijkheid wordt de schuldenaar genoopt tot een zorgvuldige keuze van de in te schakelen hulppersonen en tot een zodanige organisatie van hun werk dat de kans op fouten zo gering mogelijk wordt

zou die aansprakelijkheid niet bestaan dan zou de crediteur in geval van fouten van een hulppersoon niet zijn wederpartij, maar slechts op de hulppersoon verhaal kunnen zoeken, waarbij de crediteur zich, anders dan de debiteur in zijn verhouding tot de hulppersoon doorgaans wel kan, niet op een contract kan beroepen, terwijl, ingeval meer hulppersonen zijn ingeschakeld, het voor de crediteur onvoldoende duidelijk kan zijn wie van hen de fout heeft gemaakt

33
Q

de contractuele aansprakelijkheid ex artikel 6:74 jo 6:76 BW voor een aan de schuldenaar toerekenbare tekortkoming van een hulppersoon, moet worden onderscheiden van de wettelijke aansprakelijkheid op grond van de artikelen 6:170 en 6:171 BW.

Hoe?

A

Bij deze wettelijke aansprakelijkheden is de schuldenaar niet aansprakelijk op grond van een eigen toerekenbare tekortkoming, maar berust de aansprakelijkheid van de opdrachtgever op een door de hulppersoon (werknemer of niet-ondergeschikte) begane onrechtmatige daad.

34
Q

de in het verkeer geldende opvattingen ?

A

• de in het verkeer geldende opvattingen.

Omstandigheden die voor rekening van de schuldenaar komen zijn:

de verhindering was reeds bij het aangaan van de verbintenis voor de schuldenaar voorzienbaar. Hiervan is sprake als de verhindering ten tijde van het aangaan van de verbintenis dermate waarschijnlijk is dat een normale schuldenaar daarmee rekening behoort te houden. Het staat de schuldenaar immers contractueel vrij een voorbehoud te maken!

de verhindering vindt zijn oorzaak in een de schuldenaar persoonlijk betreffende omstandigheid, bijvoorbeeld #nancieel onvermogen of onervarenheid.

bij koop van industrieel vervaardigde zaken komen gebreken in beginsel voor rekening van de verkoper, ook als de verkoper de gebreken niet kende noch behoorde te kennen (HR 27 april 2001, NJ 2002, 213 Oerlemans Agro-Driessen).

NB: vaak zal dan ook sprake zijn van productaansprakelijkheid (art. 6:185 BW).

35
Q

een rechtshandeling ?

A

Partijen kunnen bij overeenkomst een eventueel beroep op overmacht door de schuldenaar door het opnemen van garanties beperken. Omgekeerd kan in een overeenkomst een exoneratiebeding worden opgenomen, waarbij door de schuldenaar aansprakelijkheid voor bepaalde feiten juist wordt uitgesloten. Het risico wordt daarmee op de schuldeiser gelegd en de gevallen waarin de schuldenaar zich op overmacht kan beroepen, worden derhalve uitgebreid.

Bij consumentenkoop is een exoneratie waarbij de verkoper rechten en vorderingen die de wet aan de koper terzake van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van de verkoper, beperkt of uitsluit, van rechtswege (art. 3:40, tweede lid, BW) nietig.

Voorbeeld

Wasmachinefabrikant X heeft in zijn algemene voorwaarden het beding opgenomen dat X niet aansprakelijk is voor de waterschade, veroorzaakt door een defect onderdeel van de wasmachine. Dit exoneratiebeding voor aansprakelijkheid voor gevolgschade (art.6:74 BW) is ex artikel 7:6, eerste lid, BW jo 3:40 BW nietig.

36
Q

Wat geldt er voor andere overeenkomsten?

A

Bij andere overeenkomsten is uitsluiting van aansprakelijkheid voor eigen opzet of grove schuld door de schuldenaar nietig wegens strijd met de goede zeden
(art. 3:40, eerste lid, BW). Wel geoorloofd is een exoneratie voor opzet of grove schuld van hulppersonen (arresten Pseudo-vogelpest, Matatag-De Schelde en

Bestudeer tekstboek, nr. 171-178 en de arresten
• HR 9 januari 1998, NJ 1998, 272 Brok-Huberts (Heupdysplasie), • HR 14 juni 2002, NJ 2002, 495 Geldnet-Kwantum en
• HR 27 april 2001, NJ 2002, 213 Oerlemans Agro-Driessen.

Voorbeeld

Wasmachinefabrikant X heeft in zijn algemene voorwaarden het beding opgenomen dat X niet aansprakelijk is voor de waterschade, veroorzaakt door een defect onderdeel van de wasmachine. Dit exoneratiebeding voor aansprakelijkheid voor gevolgschade (art.6:74 BW) is ex artikel 7:6, eerste lid, BW jo 3:40 BW nietig.

Gemeente Stein-Driessen

37
Q

Een exoneratiebeding dat deel uitmaakt van algemene voorwaarden, kan ?

A

Een exoneratiebeding dat deel uitmaakt van algemene voorwaarden, kan vernietigbaar zijn op grond van artikel 6:237, sub f, BW

38
Q

Is een geldig exoneratiebeding niet in de algemene voorwaarden opgenomen, dan kan?

A

Is een geldig exoneratiebeding niet in de algemene voorwaarden opgenomen, dan kan de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248, tweede lid, BW) tot gevolg hebben dat de schuldenaar geen beroep op het exoneratiebeding kan doen.

39
Q

Een garantie (al of niet stilzwijgend) zal ?

A

Een garantie (al of niet stilzwijgend) zal in het algemeen derogerende werking ten opzichte van een algemene exoneratie tot gevolg hebben, met name wanneer de garantie een wezenlijke eigenschap van de verkochte zaak betreft (HR 9 oktober 1992, NJ 1994, 287 Maassluis en HR 25 juni 1993, NJ 1994, 291 Gerards-Vijverberg)

40
Q

Onderscheid bij een vordering tot schadevergoeding?

A

Bij een vordering tot schadevergoeding moet niet alleen een onderscheid worden gemaakt tussen toerekenbare en niet toerekenbare niet-nakoming, maar dient tevens een onderscheid worden gemaakt tussen blijvend onmogelijke en niet blijvend onmogelijke nakoming.

41
Q

Wat als nakoming blijvend onmogelijk is?

A

Indien nakoming blijvend onmogelijk is, is de schuldenaar ex artikel 6:74 BW verplicht terstond en van rechtswege de geleden schade te vergoeden (van rechtswege vervangingsschade)

42
Q

Is nakoming nog mogelijk dan?

A

Is nakoming nog mogelijk dan moet de schuldenaar eerst in verzuim worden gebracht. Is de schuldenaar in verzuim dan kan de schuldeiser de verbintenis omzetten in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding (art. 6:87 BW). Een vordering tot vervangende schadevergoeding sluit een vordering tot nakoming of ontbinding uit!

43
Q

In combinatie met een vordering tot nakoming van de verbintenis of vervangende schadevergoeding of ontbinding kan tevens ?

A

In combinatie met een vordering tot nakoming van de verbintenis of vervangende schadevergoeding of ontbinding kan tevens aanvullende schadevergoeding gevorderd worden.

44
Q

Aanvullende schadevergoeding kent twee vormen?

A

Vertragingsschade: schade die de schuldeiser lijdt doordat de prestatie vooralsnog uitblijft bijvoorbeeld doordat de schuldeiser tijdelijk vervangende zaken moet huren of doordat hij aan een derde schadevergoeding verschuldigd raakt wegens te late doorlevering. Voor vertragingsschade is verzuim van de schuldenaar vereist (art. 6:85 BW).

Voorbeeld

Taxibedrijf A heeft van B een auto gekocht. Na levering blijkt de auto een defect te hebben, waardoor deze tijdelijk niet kan worden gebruikt. A lijdt schade door het gedeeltelijk stilliggen van zijn bedrijf.

45
Q

Aanvullende schadevergoeding kent twee vormen? (2)

A

Gevolgschade: schade die de schuldeiser ten gevolge van een ondeugdelijke prestatie in zijn overige vermogen lijdt. Aangezien nakoming blijvend onmogelijk is, kan gevolgschade direct (d.w.z. zonder ingebrekestelling) worden gevorderd (zie het arrest Kinheim-Pelders). Verzuim van de schuldenaar is niet nodig, dan wel kan worden gesteld dat de schuldenaar ex artikel 6:83, sub b, BW terzake hiervan meteen in verzuim is.

Voorbeeld

Taxibedrijf A heeft van B een auto gekocht. Na levering blijkt de auto een defect te hebben, waardoor met de taxi een aanrijding wordt veroorzaakt. De taxi kan tijdelijk niet worden gebruikt. A lijdt niet alleen schade door het gedeeltelijk stilliggen van zijn bedrijf, maar ook omdat de door de aanrijding veroorzaakte schade moet worden vergoed. De gevolgschade van A is direct, dat wil zeggen zonder ingebrekestelling opeisbaar.

46
Q

Is de nakoming blijvend onmogelijk (en kan de tekortkoming aan de schuldenaar worden toegerekend!), dan?

A

Is de nakoming blijvend onmogelijk (en kan de tekortkoming aan de schuldenaar worden toegerekend!), dan heeft de schuldeiser terstond, dat wil zeggen van rechtswege, recht op schadevergoeding (art. 6:74, eerste lid, BW).

47
Q

Is nakoming niet blijvend onmogelijk, dan?

A

Is nakoming niet blijvend onmogelijk, dan ontstaat de verplichting tot schadevergoeding pas wanneer de schuldenaar in verzuim is (art. 6:74, tweede lid, BW).

48
Q

Wanneer is de schuldenaar in verzuim?

A

De schuldenaar is in verzuim gedurende de tijd dat de prestatie uitblijft nadat zij opeisbaar is geworden, behalve voor zover de vertraging hem niet kan worden toegerekend (art. 6:81 BW). Daarnaast moet aan de eisen van de artikelen 6:82 en 83 BW zijn voldaan.

49
Q

eisen van de artikelen 6:82 en 83 BW?

A

Uitgangspunt is daarbij dat de schuldenaar voor het doen intreden van verzuim door middel van een schriftelijke aanmaning, waarbij hem een redelijke termijn wordt gesteld, in gebreke moet worden gesteld en nakoming binnen de gestelde termijn uitblijft (art. 6:82, eerste lid, BW).

50
Q

Functie ingebrekestelling?

A

Een ingebrekestelling heeft niet de functie om het verzuim te constateren, maar legt het moment vast waarop het verzuim zal intreden. De schuldenaar wordt door het uitbrengen van een ingebrekestelling nog een laatste kans op nakoming gegeven (arrest Endlich-Bouwmachines).

51
Q

Ingebrekestelling door middel van een schriftelijke mededeling waaruit blijkt dat de schuldenaar voor het uitblijven van de nakoming aansprakelijk wordt gesteld, is zonder aanmaning en termijnstelling mogelijk?

A
  • indien de schuldenaar tijdelijk niet kan nakomen of
  • indien uit de houding van de schuldenaar blijkt dat aanmaning nutteloos zou zijn (art. 6:82, tweede lid, BW).
52
Q

De schuldenaar is van rechtswege, dat wil zeggen zonder ingebrekestelling, in verzuim indien?

A

a. een voor voldoening bepaalde termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen, tenzij blijkt dat de termijn een andere strekking heeft (art. 6:83, sub a, BW), de zogenoemde fatale termijn. Bepaald in ́bepaalde termijn ́ betekent derhalve: overeengekomen tussen partijen, althans voortvloeiend uit artikel 6:248, eerste lid, BW (arrest Fraanje-Gotte).

Voorbeelden

Verkoper V en koper K sluiten een koopovereenkomst. K dient de koopsom binnen veertien dagen na levering te betalen, anders zal hij een boete verschuldigd zijn. Indien K na het verstrijken van de termijn niet heeft betaald, is hij zonder ingebrekestelling van rechtswege in verzuim.

X en Y sluiten op 12 december een overeenkomst, waarbij X zich verplicht tot het behangen van de kamer van Y. Y deelt X mede dat deze na 15 januari zijn verplichtingen dient na te komen aangezien hij daarvóór op wintersportvakantie gaat. Hier heeft de tijdsbepaling slechts de strekking dat de schuldenaar niet eerder hoeft te presteren; de termijn heeft geen in gebreke stellende kracht.

53
Q

De schuldenaar is van rechtswege, dat wil zeggen zonder ingebrekestelling, in verzuim indien (2)?

A

de verbintenis voortvloeit uit onrechtmatige daad of strekt tot schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:74, eerste lid, BW, en de verbintenis niet terstond wordt nagekomen (art. 6:83, sub b, BW). Over zowel gevolgschade als vertragingsschade als vervangingsschade begint de wettelijke rente (art. 6:119 BW) vanaf het moment van ontstaan meteen te lopen.

de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet a$eiden dat deze in de nakoming van de verbintenis zal te kort schieten (art. 6:83, sub c, BW).

54
Q

Artikel 6:83 BW bevat geen limitatieve opsomming; een ingebrekestelling is bijv. ook niet vereist indien ?

A

de schuldenaar achteraf, uitdrukkelijk of stilzwijgend, de schuldeiser heeft ontslagen van het uitbrengen van een ingebrekestelling

in de wet bepaald wordt dat het verzuim zonder ingebrekestelling intreedt (bijv. art. 6:205 of 6:274 BW).

een beroep op het ontbreken van een ingebrekestelling in strijd met de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248, tweede lid, BW) zou zijn, bijvoorbeeld

indien de schuldenaar opzettelijk toerekenbaar te kort schiet (zie het arrest Fraanje-Gotte), of in spoedeisende situaties.

55
Q

Spoedeisende situatie?

A

De schuldeiser zal ook in een spoedeisende situatie wel het redelijkerwijs mogelijke moeten doen om de schuldenaar in de gelegenheid te stellen om het gebrek in de geleverde prestatie (en in voorkomend geval de erdoor veroorzaakte schade) te herstellen. Indien evenwel de schuldenaar door hem niet bereikt kan worden ook niet op een aan de spoedeisende situatie aangepaste wijze zoals per telefoon- of, bereikt zijnde, niet in staat is of zich niet bereid toont om met de noodzakelijke spoed afdoende maatregelen te nemen, brengen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid mee dat ten aanzien van de bedoelde, spoedeisende herstelwerkzaamheden verzuim intreedt zonder dat een ingebrekestelling heeft plaatsgevonden, terwijl daartoe evenmin nodig is dat een schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 6:82, tweede lid, BW aan de schuldenaar is toegezonden (arrest Endlich- Bouwmachines).

Bestudeer tekstboek, nr. 189-195 en

56
Q

Verzuim van de schuldenaar heeft belangrijke rechtsgevolgen?

A

1) Het belangrijkste gevolg van verzuim is dat de schuldenaar vertragingsschade moet betalen (art. 6:85 BW).
2) Voor zover nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, wordt de verbintenis omgezet in vervangende schadevergoeding, wanneer de schuldeiser schriftelijk aan de schuldenaar mededeelt dat hij schadevergoeding in plaats van nakoming vordert (art. 6:87 BW). De tekortkoming moet de omzetting wel rechtvaardigen.

GEVOLGEN VAN VERZUIM

Voorbeeld

A en B zijn overeengekomen dat A aan B honderd hanggeraniums zal leveren voor de prijs van € 3 per stuk. Als de geraniums bij B worden afgeleverd, blijkt echter dat het geen hanggeraniums maar staande geraniums betreft. B deelt A schriftelijk mee, dat hij geen nieuwe geraniums wenst, maar wel vervangende schadevergoeding in plaats van nakoming vordert.

57
Q

Verzuim van de schuldenaar heeft belangrijke rechtsgevolgen (2)?

A
  1. Het risico slaat in beginsel om ten nadele van de schuldenaar. Elke onmogelijkheid van nakoming, ontstaan tijdens het verzuim van de

schuldenaar en niet toe te rekenen aan de schuldeiser, wordt aan de schuldenaar toegerekend; deze moet de daardoor ontstane schade vergoeden, tenzij de schuldeiser de schade ook bij behoorlijke en tijdige nakoming zou hebben geleden (art. 6:84 BW).

  1. De schuldeiser is in beginsel uitsluitend in geval van verzuim van de schuldenaar bevoegd om een wederkerige overeenkomst te ontbinden, tenzij nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is (art. 6:265, tweede lid, BW)
58
Q

Zuivering van het verzuim?

Noodzakelijk?

A

De schuldenaar kan zijn verzuim zuiveren door alsnog behoorlijk na te komen.

De schuldeiser is echter bevoegd nakoming te weigeren, wanneer zulks niet vergezeld gaat van een aanbod tot betaling van de inmiddels verschuldigd geworden schadevergoeding en van de kosten (art. 6:86 BW).

59
Q

Weigert de schuldeiser, dan?

A

Weigert de schuldeiser dan komt hij in schuldeisersverzuim en eindigt het verzuim van de schuldenaar (art. 6:61 BW).

60
Q

Ook de schuldeiser kan het verzuim van de schuldenaar zuiveren bijvoorbeeld door ?

A

Ook de schuldeiser kan het verzuim van de schuldenaar zuiveren bijvoorbeeld door kwijtschelding van de verbintenis van de schuldenaar. De schuldeiser kan hierbij het voorbehoud maken dat bepaalde gevolgen van het verzuim niettemin zullen intreden.

61
Q

De gevolgen van de niet-toerekenbare tekortkoming (overmacht) treden alleen in als ?

A

De gevolgen van de niet-toerekenbare tekortkoming (overmacht) treden alleen in als de schuldenaar zich hierop heeft beroepen. Een rechter is niet verplicht ambtshalve te onderzoeken of de tekortkoming al of niet kan worden toegerekend.

62
Q

Indien de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend?

A

Indien de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend, kan de schuldeiser geen schadevergoeding vorderen (art. 6:74, eerste lid, BW), behoudens op de voet van artikel 6:78 BW.

63
Q

Tijdelijke of blijvende overmachtssituatie?

A

Is er sprake van een tijdelijke overmachtssituatie van de schuldenaar, dan is de schuldeiser bevoegd om eigen prestaties op te schorten. Is er sprake van een blijvende overmachtssituatie dan blijft alleen de bevoegdheid tot inroepen van de exceptio non adimpleti contractus (art. 6:262 BW) en de onzekerheidsexceptie (art. 6:263 BW) bestaan (art. 6:54, sub b jo 6:264 BW).

64
Q

Is de niet-toerekenbare tekortkoming blijvend of tijdelijk van aard, dan ?

A

Is de niet-toerekenbare tekortkoming blijvend of tijdelijk van aard, dan vervalt de prestatieplicht van de wederpartij (bij een wederkerige overeenkomst) niet van rechtswege, maar blijft bestaan totdat de overeenkomst is ontbonden op grond van artikel 6:265 e.v. BW. Overmacht bij de schuldenaar ontneemt de schuldeiser derhalve niet de bevoegdheid tot ontbinding ex artikel 6:265 BW, met uitzondering van die gevallen waarin de schuldeiser in schuldeisersverzuim verkeert (art. 6:266 BW ).

65
Q

Overmacht van de schuldenaar en een vordering tot nakoming?

A

In geval van overmacht van de schuldenaar is een vordering tot nakoming ex artikel 3:296 BW op feitelijke gronden uitgesloten: bij blijvende onmogelijkheid de#nitief, bij tijdelijke onmogelijkheid tot het einde daarvan.

66
Q

Betreft de niet- toerekenbare tekortkoming slechts een gedeelte van de verschuldigde prestatie, dan?

A

Betreft de niet- toerekenbare tekortkoming slechts een gedeelte van de verschuldigde prestatie, dan behoudt de schuldeiser in beginsel recht op het andere deel. Daarnaast is het voor beide partijen ook mogelijk in rechte een wijziging van de overeenkomst te vorderen, die nakoming weer mogelijk maakt (art. 6:258 BW).

Voorbeeld

A importeert speciale kalk uit Nauru. B is met A overeengekomen, dat A 100 000 ton van deze kalk zal leveren. Op het tijdstip van levering echter treedt als gevolg van onvoorziene omstandigheden een plotselinge schaarste in Nauru op, waardoor A slechts 60 000 ton kan leveren. A heeft wel nog 40 000 ton kalk uit Frankrijk van dezelfde kwaliteit. A kan op grond van artikel 6:258 een wijziging van de overeenkomst in die zin vorderen.

67
Q

De inhoud en omvang van de verbintenis tot schadevergoeding dient te worden bepaald aan de hand van ?

A

Nadat is vastgesteld dat er ex artikel 6:74 BW een verbintenis tot schadevergoeding is ontstaan moet vervolgens de inhoud en omvang van deze verbintenis worden vastgesteld. De inhoud en omvang van de verbintenis tot schadevergoeding dient te worden bepaald aan de hand van de afdeling 6.1.10: Wettelijke verplichtingen (lees: verbintenissen) tot schadevergoeding (artt. 6:95 t/m 6:110 BW). Deze afdeling is op alle schadevergoedingsverbintenissen die uit de wet voortvloeien van toepassing. Deze afdeling is dus niet alleen van toepassing op de wanprestatie (toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een contractuele verbintenis ex art. 6:74 e.v. BW), maar ook op de onrechtmatige daad (art. 6:162 BW), de zaakwaarneming (art. 6:198 BW) en de ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW ).

NB: deze afdeling ziet niet op contractueel bedongen verbintenissen tot schadevergoeding (zoals bij de verzekeringsovereenkomst Titel 7.17).

68
Q

Belangrijke artikelen voor het contractenrecht zijn?

A

Belangrijke artikelen voor het contractenrecht zijn artikel 6:98 BW (welke schade kan worden toegerekend) en artikel 6:101 BW ( ́eigen schuld van de benadeelde ́). Door de combinatie van artikel 6:74 en 6:101 BW kan de schade door de rechter tussen partijen worden verdeeld.

69
Q

Waarin onderscheidt de vordering tot schadevergoeding op grond van wanprestatie (art. 6:74 BW) zich van vernietiging van de overeenkomst op grond van een wilsgebrek zoals dwaling en bedrog.

A

Door de combinatie van artikel 6:74 en 6:101 BW kan de schade door de rechter tussen partijen worden verdeeld. Daarin onderscheidt de vordering tot

schadevergoeding op grond van wanprestatie (art. 6:74 BW) zich van vernietiging van de overeenkomst op grond van een wilsgebrek zoals dwaling en bedrog.

70
Q

Vernietiging op grond van een wilsgebrek?

A

Vernietiging op grond van een wilsgebrek (m.u.v. art. 3:54 en 6:230 BW) heeft het karakter van een ‘alles of niets’-vordering.

De HR heeft in recente procedures ten aanzien van optiehandel (bijv. arrest Van Zuylen-Rabo) en beleggingsproducten (bijv. arrest De Treek-Dexia) voor de meer genuanceerde weg van artikel 6:74 jo 6:101 BW gekozen. De door de HR gehanteerde grondslag in dit soort gevallen is toerekenbare schending van de bijzondere zorgplicht die op grond van de redelijkheid en billijkheid op een #nanciele instelling rust in verband met diens maatschappelijke functie en deskundigheid (art. 6:24, eerste lid, BW). De reikwijdte van deze bijzondere zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

71
Q
A