L4: Vertegenwoordiging Flashcards
Wanneer is er sprake van vertegenwoordiging?
Er is sprake van (directe of onmiddellijke) vertegenwoordiging als iemand in naam van een ander een rechtshandeling verricht met als gevolg dat de beoogde rechtsgevolgen niet voor hemzelf maar voor die ander intreden.
Is vertegenwoordiging een uitzondering?
Vertegenwoordiging vormt derhalve een uitzondering op het vermogensrechtelijke uitgangspunt dat degene die een overeenkomst sluit, rechtsgevolgen voor zichzelf in het leven roept.
Noem voorbeelden van vertegenwoordiging?
De maatschappelijke betekenis van de vertegenwoordiging is groot. Zo kan door vertegenwoordiging de wettelijke vertegenwoordiger van een handelingsonbekwame rechtshandelingen voor de handelingsonbekwame verrichten (art. 1:245, vierde lid, BW). Vertegenwoordiging maakt het tevens mogelijk dat rechtspersonen (artt. 2:45, 2:130, 2:240 en 2:292 BW) en andere samenwerkingsverbanden, zoals maatschap, aan het rechtsverkeer deelnemen. Ook bij zaakwaarneming (art. 6:198 BW) kan vertegenwoordiging een rol spelen, indien in naam van de belanghebbende een rechtshandeling wordt verricht.
Noem een andere vorm van vertegenwoordiging?
Naast wettelijke vertegenwoordiging is ook volmachtverlening een bron van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Personen die niet zelf de benodigde verklaringen willen of kunnen a!eggen, kunnen door middel van het verlenen van een volmacht een ander (de vertegenwoordiger) rechtshandelingen laten verrichten.
Hoe is volmacht en vertegenwoordiging geregeld?
Het BW kent een regeling van de volmacht (titel 3.3), maar geen algemene regeling van de vertegenwoordiging. Wel verklaart de schakelbepaling van artikel 3:78 BW de regeling van de volmacht van toepassing op andere vormen van vertegenwoordiging binnen het vermogensrecht, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Artikel 3:79 BW vormt een nog ruimere schakelbepaling: Titel 3.3 kan ook van toepassing zijn buiten het vermogensrecht, met name in het familierecht en het procesrecht
Definitie volmacht?
Volmacht is de bevoegdheid die een volmachtgever aan een ander (de gevolmachtigde) verleent om in naam van de volmachtgever rechtshandelingen te verrichten (art. 3:60, eerste lid, BW). De volmachtgever wordt echter ex artikel 3:66, eerste lid, BW enkel aan door de tussenpersoon verrichte rechtshandelingen gebonden, indien de gevolmachtigde in de hoedanigheid van vertegenwoordiger
(in naam van de achterman/principaal/vertegenwoordigde) heeft gehandeld.
Moet je ‘in naam van” letterlijk opvatten?
Het ‘in naam van-vereiste’ in artikel 3:66, eerste lid, BW moet niet te letterlijk en formeel worden opgevat. Het gaat erom dat ‘namens’ de vertegenwoordigde wordt gehandeld, dat wil zeggen dat de handelende tussenpersoon niet zelf als partij bij de overeenkomst optreedt. Onder omstandigheden hoeft de gevolmachtigde tussenpersoon zelfs niet te zeggen dat hij namens een ander optreedt (bijv. een verkoper in dienst van een winkel). De vraag of wel of niet in iemands naam is gehandeld is soms lastig te beantwoorden. Beslissend is dan hetgeen de betrokkenen daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten a!eiden (arrest Kribbebijter).
Wat gebeurt er bij een optreden binnen de volmacht?
Een door de gevolmachtigde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling (bijv. het sluiten van een overeenkomst) treft in haar gevolgen de volmachtgever (art. 3:66, eerste lid, BW). Er ontstaan dan rechtsgevolgen voor de achterman/volmachtgever en niet voor de tussenpersoon/gevolmachtigde.
Geef de relatie schematisch aan?
A(achterman) – T(tussenpersoon) – D(derde)
Wanneer T namens A een overeenkomst sluit met D, ontstaat er een overeenkomst tussen A en D. De rechtsverhouding tussen A en T wordt aangeduid als interne relatie, de verhouding A-D als externe relatie.
Is een gevolmachtigde verplicht te vertegenwoordigen?
Een verkregen volmacht maakt de gevolmachtigde bevoegd tot vertegenwoordiging maar verplicht de gevolmachtigde niet tot vertegenwoordiging.
Uit welke bron vloeit een verbintenis tot vertegenwoordiging voort?
Een verbintenis tot vertegenwoordiging voor de gevolmachtigde dient derhalve uit een andere bron voort te vloeien, bijvoorbeeld lastgeving (art. 7:414 BW) of arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW). Lastgeving is een species van de overeenkomst van opdracht, speci#ek gericht op het verrichten van een of meer rechtshandelingen. Lastgeving kan, maar hoeft niet met een volmacht te worden gecombineerd (art. 7:414, tweede lid, BW). Wordt overeengekomen dat de lasthebber verplicht is om in eigen naam te handelen, dan ontstaat er geen bevoegdheid om te vertegenwoordigen (lastgeving zonder volmacht). We spreken dan van middellijke vertegenwoordiging
Rechtsgevolgen bij lastgeving met volmacht?
Bij lastgeving met volmacht ontstaan twee soorten rechtsgevolgen:
de verplichting om voor de lastgever te handelen
de bevoegdheid om op de naam van de lastgever te handelen.
is de bevoegdheid om in naam van een ander rechtshandelingen te verrichten hetzelfde als de verplichting om die beveoegdheid uit te oefenen?
De bevoegdheid om in naam van een ander rechtshandelingen te verrichten moet derhalve goed worden onderscheiden van de verplichting om een bevoegdheid uit te oefenen. Er zijn in geval van (vermeende) vertegenwoordiging derhalve vier mogelijkheden.
Wat zijn de mogelijkheden met lastgeving/volmacht?
A: lastgeving met volmacht
B: geen lastgeving, geen volmacht
C: volmacht zonder lastgeving
D: lastgeving zonder volmacht
Omschrijf lastgeving met volmacht?
Tussenpersoon is ex artikel 7:414, eerste lid, BW verplicht en ex artikel 3:60, eerste lid, BW bevoegd om in naam van en voor rekening van de achterman rechtshandelingen te verrichten. Er vloeien voor de achterman ex artikel 3:66, eerste lid, BW verbintenissen uit de rechtshandeling voort indien de gevolmachtigde in naam van de achterman heeft gehandeld (vorm van eigenlijke vertegenwoordiging).
Omschrijf geen lastgeving, geen volmacht?
Tussenpersoon verricht zonder dat hij daartoe verplicht of bevoegd is, op eigen naam of op naam van een ander rechtshandelingen voor rekening van een achterman (zaakwaarneming art. 6:198 BW, dan wel onbevoegde vertegenwoordiging waarbij gebondenheid voor de achterman kan ontstaan op grond van artikel 3:61, tweede lid, BW ofwel door bekrachtiging (art. 3:69 BW)