HC 9.2 Waterreabsorptie Flashcards
Door wat wordt de concentratie van de urine bij mensen bepaald?
Door de hoeveelheid water die er in de urine zit.
Waarom meet je de natriumconcentratie in het bloed?
De natriumconcentratie in het bloed heeft te maken met de hoeveelheid water in het bloed, dus hoe verdund het natrium is.
Waar heeft de hoeveelheid natrium in het lichaam mee te maken?
Volumebalans.
Wat kun je zeggen over de verschillende delen van de lis van Henle?
Het dunne descenderende deel van de lis van Henle is doorlaatbaar voor water (passief), het dunne ascenderende deel van de lis van Henle is doorlaatbaar voor natrium (passief). In het dikke ascenderende deel van de lis van Henle vindt actief natrium reabsorptie plaats met de NKCC2. De scheiding tussen de water reabsorptie en de natrium reabsorptie is enorm belangrijk in hoe je de urine samenstelt.
Door wat wordt de waterreabsorptie gereguleerd?
De waterreabsorptie wordt gereguleerd door zijn eigen hormoon: ADH (anti-diuretisch hormoon). Hij wordt niet gereguleerd door het RAAS. Vasopressine = ADH.
Wat is de maximale osmolaliteit die in het merg kan worden bereikt?
In de top van het merg kunnen we maximaal een osmolaliteit maken van tussen de 1000 en 1200 mOsm/kg. Door het wel of niet hebben van ADH verschilt de osmolaliteit van de urine enorm. Vooral in de verzamelbuis wordt dit verschil gemaakt omdat daar een enorm concentratie van de urine kan plaatsvinden.
Door wat wordt de hoge osmolatiteit in de top van het niermerg verkregen? En wat is daarvan het nut?
In het niermerg zit een hoge osmolaliteit, die wordt gemaakt door de lis van Henle. Hierdoor kan er een hele geconcentreerd urine ontstaan in de verzamelbuis, omdat de osmolaliteit dient als drijvende kracht.
Hoe wordt water over het celmembraan getransporteerd?
Water is polair en kan niet door het membraan diffunderen. Water kan over het membraan heen door aquaporines (AQP). Als de aquaporines open staan kan er water doorheen mits er een drijvende kracht is. Alleen de AQP-2 wordt gereguleerd, de andere aquaporines zijn er eigenlijk altijd.
Hoe wordt AQP-2 gereguleerd?
Vasopressine bindt aan zijn receptor, en zorgt er dan voor dat de al gemaakte aquaporines die op vesicles zitten met het membraan versmelten. Of ze zorgen er voor dat er nieuwe aquaporines worden gemaakt. Aan de kant van het bloed zit al een gat AQP-3 en AQP-4 (basolaterale kant van de verzamelbuis) bevinden zich daar.
Wat is de osmolaliteit van de urine die ontstaat als de aquaporines openstaan?
Je urinesamenstelling wordt gelijk aan de osmolaliteit van de papil, als de aquaporines open staan.
Hoe ontstaat er een hoge osmolaliteit in het merg?
De lis van Henle doet aan natriumreabsorptie en die doet dat actief, onder invloed van veel ATP. Dat natrium verzamelt zich op zodat je een gradiënt krijgt. Een tweede factor die van belang is, is de reabsorptie van ureum. Om meer water te reabsorberen zet vasopressine ook de ureumkanalen open zodat ureum gereabsorbeerd wordt, daarmee gaat de osmolaliteit van het merg mee omhoog.
Hoe hoog is de osmolaliteit in de schors?
In de schors is heel veel doorbloeding (glomeruli) daar is de osmolaliteit 290 mOsm gelijk aan de osmolaliteit van het bloed.
Wat doet ADH om de urine te concentreren?
Het verhogen van de activiteit van NKCC2 en het activeren van de AQP-2.
Hoe verdun je urine?
Het verdunnen van de urine doe je door het natrium uit de urine te halen en er voor te zorgen dat je het water er niet uit kan halen.
Waar bevindt AQP-1 zich?
Aan de apicale en basolaterale kant van de proximale tubulus en het dalende deel van de lis van Henle.