HC 6.5 Radiologische afwijkingen bij longziekten Flashcards

1
Q

Wat is de schematische weergave van de weg naar een diagnose?

A

Klacht –> anamnese en lichamelijk onderzoek –> differentiaal diagnose –> aanvullend onderzoek –> werkhypothese –> therapie –> beloop: zoals verwacht of onverwacht/bijzonder. Onverwacht/bijzonder –> opnieuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is aanvullend onderzoek?

A

Aanvullend onderzoek is meestal afbeeldend, functioneel of invasief (bloed, urine, faecies, zweet, echo, MRI, Röntgen, ect.).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Casus 1: Vrouw, 57 jaar, heeft koorts, hoest en heeft fors gerookt in het verleden. Wat voor aandoening kan mevrouw hebben?

A

Ze kan pneumonie (longonsteking) hebben, longkanker, bronchitis, COPD of een interstitiële longafwijking hebben zoals longfibrose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Casus 1: Vrouw, 57 jaar, heeft koorts, hoest en heeft fors gerookt in het verleden. Welke vervolgvragen zou je kunnen stellen?

A

Hoest u bloed op? Bent u gewicht verloren? Hoe lang hoest u al? (Als iemand al drie maanden hoest heeft hij geen longonsteking).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Casus 1: Vrouw, 57 jaar, heeft koorts, hoest en heeft fors gerookt in het verleden. Wat voor lichamelijk onderzoek voer je uit?

A

LO: luisteren naar de ademhaling. Kijken of er crepitaties hoorbaar zijn; dit zijn krakende, knetterende of borrelende geluiden die tijdens het ademen worden gehoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe klinkt ademgeruis bij een longontsteking?

A

Ademgeruis bij een longontsteking (vocht geleidt geluid heel goed) geeft een scherper geluid en hoesten groen slijm op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt een röntgenfoto?

A

Structuren met een hoog atoomgetal absorberen veel van de röntgenstraling (wit op de foto) en structuren met een laag atoomgetal absorberen weinig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zijn de longen zichtbaar op een X-thorax?

A

In longen zit veel lucht en dit absorbeert relatief weinig straling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe verwacht je een pneumonie te zien op een X-thorax?

A

Je verwacht bij een pneumonie vochtophoping te zien in de vorm van wit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kun je zeggen over de witte structuren in deze foto (niet lettend op het witte driehoekje)?

A

Op de thoraxfoto van de patiënt zien we in de rechterlong meer vaatstructuur, in de linkerlong zit het hart voor deze vaatstructuur, dit kleurt daarom witter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kun je informatie halen uit de X-thorax?

A

Door de linker en de rechterlong met elkaar te vergelijken, gelet op dergelijke afwijkingen, kun je meer te weten komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een zwarte plek in/onder het diafragma op een X-thorax?

A

Een zwarte plek in/onder het diafragma links kan lucht zijn in de maag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat valt er op aan deze foto?

A

Op deze foto valt een witte rechthoekige vlek, een verhoogde densiteit links in de bovenkwab op. Als je naar de laterale X-thorax kijkt zie je deze schim nog iets duidelijker afgebeeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zou deze vlek kunnen zijn en waarom is deze wit van kleur?

A

Vocht, ontstekingsmateriaal, een atelectase of een tumor. Door obstructie krijgt het driehoekige deel minder lucht waardoor hij minder zwart aan kleurt op de foto.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een atelectase?

A

Een atelectase is lokaal volumeverlies in de longen in de longen door een blokkade van de luchtweg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe hoor je dat een luchtweg dicht zit?

A

Als een luchtweg dicht zit hoor je geen luchtstroom door de luchtwegen.

17
Q

Hoe beoordeel je thoraxfoto’s zonder dat je iets vergeet?

A

Thoraxfoto’s kun je beoordelen met een systeem, hierdoor voorkom je dat je iets vergeet te bekijken:
- Diafragma en bovenbuik
- Thoraxwand en weke delen
- Mediastinum
- Longen
Volgorde maakt niet uit.

18
Q

Wat kan je horen bij lichamelijk onderzoek aan de longen?

A
  • Percussie (kloppen met vingers): normale toon = sonoor, gedempt (vocht), hypersonoor
  • Ademgeruis: normaal, verzwakt (pneumothorax), verscherpt (vocht)
  • Bijgeluiden: piepen/rhonchi (astma/COPD), crepetaties
19
Q

Doelen van een thoraxfoto:

A
  • Screening, keuring: aanstelling, tuberculose, pre-operatief.
  • Diagnostisch probleem oplossen, uitsluiten van een alternatieve diagnose.
  • Behandeling controleren.
20
Q

Hoeveel van de radiologische onderzoeken bestaan uit thoraxfoto’s? En hoeveel worden er per dag gemaakt?

A

20-25% van alle radiologische onderzoeken bestaat uit thoraxfoto’s. Er worden er 100-140 per dag gemaakt.

21
Q

Wat zijn de principes van de X-thorax en CT?

A

Grenzen tussen structuren berusten op een verschil in radiolucentie. Bijvoorbeeld: hartgrens:
- Hart = niet radiolucent, long = radiolucent.
- Buik = niet radiolucent (dens), long = radiolucent

22
Q

Wat is een silhouette sign? En hoe zit dat bij een pneumonie tegen het hart?

A

Een grens tussen twee structuren verdwijnt wanneer er sprake is van gelijke dichtheid, het silhouet verdwijnt dan. Een pneumonie (niet radiolucent) tegen het hart (niet radiolucent) doet de hartgrens (het silhouet) verdwijnen maar is duidelijk af te grenzen aan de long, want die is wel radiolucent.

23
Q

Wat hoor je bij densiteiten: massa/vocht/consolidatie met percussie en met de stethoscoop?

A

Densiteiten: massa/vocht/consolidatie zorgen voor opvulling van alveoli met vocht of weefsel:
o Bij percussie zal er een demping te horen zijn.
o Met de stethoscoop zal er een versterking van het ademgeluid zijn.

24
Q

Wat hoor je bij atelectase met de stethoscoop?

A

Atelectase zorgt voor een verminderd volume doordat er een deel van de longen geen lucht meer heeft:
o Met de stethoscoop zal er op de betreffende plek geen ademgeluid te horen zijn. Want er komt geen lucht meer in.

25
Q

Van welke aandoening spreken we op deze foto?

A

Metastase, uitzaaiing van tumoren.

26
Q

Van welke aandoening spreken we op deze foto?

A

Longoedeem

27
Q

Van welke aandoening spreken we op deze foto?

A

Longfibrose, crepitaties hoorbaar.

28
Q

Van welke aandoening spreken we op deze foto?

A

Pneumectomie, als de totale long wordt verwijderd vult het lichaam de holte op met vocht.

29
Q

Van welke aandoening spreken we op deze foto?

A

Atelectase en pneumonie

30
Q

Wat zijn de kenmerken op de foto bij atelectase?

A
  • Verdwijnen hartcontour
  • Verplaatsing fissuren
  • Hoogstand diafragma
  • Verplaatsing mediastinum, hilus, trachea
  • Overbeluchting aanliggende longdelen (compensatoir iets groter worden)
  • Vage, onscherpe beschaduwing
  • Gecollabeerde long draait meestal naar posterieur
31
Q

Hoe kan de densiteit van de long afnemen?

A
  • Verminderde doorbloeding (longembolie)
  • Destructie long (longemfyseem)
  • Bulla: zijn grote luchtblazen in de longen, in deze “ballonnen” kan geen uitwisseling meer plaats vinden
  • Hyperinflatie
  • Pneumothorax
32
Q

Hoe herken je longemfyseem op een CT en een X-thorax?

A

Bij longemfyseem waar geen long meer zit wordt de CT en de X-thorax zwart.

33
Q

Welke aandoening herkennen we op deze afbeelding?

A

pneumothorax

34
Q

Wat zijn de algemene CT principes?

A

Een CT-scan biedt vele mogelijkheden. Meestal wordt de axiale doorsnede weergegeven, maar in principe is elk aanzicht mogelijk. Net als röntgen worden er stralen afgevuurd, welke worden geabsorbeerd in het lichaam. Een detectorring vangt de stralen op en koppelt de mate van absorptie aan een grijstint. Met behulp van contrastvloeistof kan bloed worden aan gekleurd, waardoor bloed en vocht goed te onderscheiden zijn.