HC 6.7 Regulatie van de ademhaling Flashcards
Wat is ademhaling?
Ademhaling is een regelmatig patroon van in en uitademen (Eupneu), die automatisch aangepast is aan de zuurstofbehoefte. Het is een automatisch systeem, maar met vrijwillige componenten.
Welke soorten verstoringen in de ademhaling kennen we?
- Dyspneu
- Apnea
- Apneusis
- Cheyne-Stokes
- Cluster breathing / Biot’s breathing
- Hyperventilatie
Wat is dyspneu?
ademnood
Wat is apnea?
spreek uit als apneu = ademstilstand
Wat is apneusis?
lange diepe inademing, korte uitademing
Wat is Cheyne-Stokes?
Periode van heel langzaam oppervlakkige ademhaling, die steeds dieper wordt, waarna de ademhaling even stilstaat (30 sec tot 2 min) en dan begint de cyclus weer opnieuw.
Wat zijn de oorzaken van Cheyne-Stokes?
Oorzaken: herseninfarct, hersentumor, shocktoestand, koolstofmonoxidevergiftiging. Het treedt ook op bij mensen, die voor het eerst de bergen in gaan en het kan ook een bijwerking van morfine zijn.
Wat is Cluster breathing / Biot’s breathing?
Een periode van snelle ademhaling, dan even apnea, en dan begint het weer opnieuw.
Wat zijn de oorzaken van Cluster breathing / Biot’s breathing?
Treedt op bij druk op de medulla of een hersenbeschadiging.
Wat is hyperventilatie?
Periode van snelle ademhaling
Wat zit er in de hersenstam met betrekking tot de ademhaling?
In de hersenstam zit het regulatiecentrum (evenals het ademhalingscentrum). De hersenstam bevat een aantal kernen verantwoordelijk voor de regulatie van de ademhaling. Deze kernen zijn verantwoordelijk voor het optimaal bijregelen van de O2-behoefte, CO2-concentratie en pH.
Hoe kan de regulatie van de ademhaling plaats vinden?
Regulatie kan in de vorm van de diepte van de ademhaling aanpassen en de frequentie van de ademhaling aanpassen. Dit gebeurt deels reflexmatig en gedeeltelijk willekeurig.
Wat kan er ontstaan door verstoringen in de ademhaling?
Bij verstoringen treden afwijkende ademhalingspatronen op. Daarnaast ontstaat er hypoxie (zuurstoftekort), acidose (te zuur bloed) en alkalose (te basisch bloed). Het lichaam zal proberen om de O2, CO2 en de pH zo constant mogelijk te houden onafhankelijk van onze activiteit.
Wat gebeurt er bij hypoventilatie?
Bij hypoventilatie (te langzame ademhaling) zal de pO2 dalen door het tekort aan zuurstof en zo zal dan ook de pH van het bloed dalen. Hierdoor ontstaat er acidose. Er blijft namelijk te veel CO2 in de longen, waardoor de evenwichtsvergelijking naar rechts schuift en er meer H+ wordt aangemaakt. CO2 + H2O <–> H2CO3 <–> H+ + HCO3-
Wat gebeurt er bij hyperventilatie?
Bij hyperventileren zal de pO2 stijgen, de pH stijgen en de pCO2 daken. H+ moet hierbij met HCO3- reageren om het tekort aan CO2 op te heffen. CO2 + H2O <–> H2CO3 <–> H+ + HCO3-
Hoe ontstaat reflexmatige regulatie?
Reflexmatige regulatie ontstaat door de input van sensoren. De sensoren geven informatie over de pO2, pCO2, en pH. Chemosensoren kunnen perifeer gelegen zijn of centraal.
Wat doen de perifere chemosensoren?
De perifere chemoreceptoren zullen bij hypoventilatie de pCO¬2, pO2 en de pH waardes doorsturen via de 9e en 10e hersenzenuwen naar de medulla.
Wat doen de centrale chemosensoren?
Wanneer het bloed aankomt in de hersenen kan informatie door de centrale chemosensoren worden opgepikt.