HC 6.8 Ventilatie - perfusie verhoudingen Flashcards
Wat is de dode ruimte?
Dode ruimte (150 ml) is de ruimte waarin de long geen bloed stroom dat van O2 kan worden voorzien. In de kleine longblaasjes is er in een normale gezonde situatie geen dode ruimte maar in de grotere luchtwegen waar geen uitwisseling plaatsvindt van O2 wel.
Wat is de fysiologische dode ruimte?
De fysiologische dode ruimte = dode anatomische ruimte + dode alveolaire ruimte.
Waar staan V, Q, V’ en Q’ voor?
- V = gasvolume, L
- Q = bloedvolume, L
- V’ = gasvolume/tijd, L/s
- Q’ = bloedvolume/tijd, L/s
Waar staan V’E en VA voor?
Waar staat AMV voor?
ademminuutvolume
Waar staat VT voor?
Wat gebeurt er als de dode ruimte fractie toeneemt?
Als de dode ruimte fractie toeneemt (VDR/VT) dan moet de patiënt meer ademarbeid verrichten om lucht voldoende te verversen.
Wat moet er gebeuren als de dode ruimte toeneemt door bijvoorbeeld het snorkelen?
Als de dode ruimte toeneemt bijvoorbeeld door het snorkelen moet het ademminuutvolume toenemen AMV = ademfrequentie x teugvolume. Het teugvolume moet dan stijgen om de AMV toe te laten nemen. Als je de ademfrequentie laat toenemen ga je alleen maar sneller veel meer dode ruimte ventileren en dan wordt het probleem eigenlijk alleen maar groter. Bij ademteug verhoging neemt de dode ruimte fractie in verhouding met de teugvolume af.
Wat kun je zeggen over de alveolaire dode ruimte?
Alveolaire dode ruimte is altijd pathologische en ongunstig. Het kan ontstaan als gevolg van een longembolie. Bij longembolie heb je wel de benodigde ventilatie maar niet de perfusie ervan. Waardoor de fysiologische dode ruimte zal toenemen.
Waar heeft de dode ruimte invloed op?
De dode ruimte heeft invloed op de ventilatie-perfusie verhouding.
Wat is de ventilatie-perfusie verhouding normaliter?
De verhouding is idealiter: 1 (ventilatie-perfusie ratio) met een ventilatie van rond de 5-6 L en een perfusie van 5 L (V’/Q’ = 1).
Wat is de dode ruimte ventilatie?
Stel, overal zijn embolieën en de bloedvaten zijn verstopt maar de ventilatie verloopt goed. De V’/Q’ = dan oneindig groot: dode ruimte ventilatie. Geeft onder andere ook een CO2 probleem (stapeling) door de forse toename van dode ruimte. Denk aan longembolie en longemfyseem.
Wat is shunt?
Stel dat de hoofdbronchus dicht zit door een tumor/slijmplug. Er is geen ventilatie maar wel perfusie. De ventilatie is dan 0, maar de perfusie is heel groot. V’/ Q’ = 0, het bloedvat doet dan niet meer dan een shunt. Het bloed komt er wel langs, maar het had er net zo goed niet langs kunnen stromen, want er gebeurt toch niks mee. Je krijgt een fractie niet-geoxygeneerd bloed.
Er is een grote variatie in V’/Q’-verhoudingen, leg uit:
- Vaker zitten in sommige takjes wel kleine verstoppingen, dan krijg je een kleine ventilatie/perfusie verhouding.
- Als de perfusie verminderd maar de ventilatie optimaal dan krijg je een grotere verhouding.
- Alle gebieden samen bepaald de pO2/bloedgassen.
Wat is de saturatie van een gezond persoon?
94%