HC 7.3 Longfunctie en hyperreactiviteit Flashcards
In welke twee typen longfunctiestoornissen kunnen longfunctiestoornissen worden verdeeld?
Restrictieve stoornis: verkleining longvolume, en Obstructieve stoornis (zoals astma): luchtwegvernauwing leidt tot bemoeilijkte uitademingsstroom.
Wat heb je nodig om restrictie aan te tonen?
Om restrictie aan te tonen heb je een bodybox nodig, je mag het niet concluderen aan de hand van een flow-volumecurve.
Hoe kun je uit een flow-volume curve concluderen dat het om een obstructie gaat?
Een ingedeukte flow-volumecurve duidt op obstructie.
Waarvan is er sprake bij astma?
Bij astma is er sprake van een wisselende mate van luchtwegvernauwing. Bij astma is er sprake van inflammatie, zwelling en mucus uitscheiding van het slijmvlies. Daarnaast zijn de gladde spieren aangespannen (bronchoconstrictie), waardoor de diameter van het lumen sterk is afgenomen.
Welke prikkels kunnen een astma aanval induceren?
Veel verschillende prikkels kunnen astma aanvallen induceren en het effect van een prikkel verschilt van patiënt tot patiënt.
- Allergische prikkels: huisstofmijt, schimmels, honden, bomen, grassen en kruiden.
- Niet-allergische prikkels: sigarettenrook, baklucht, parfum en werk gerelateerd.
Hoe kun je astma aantonen?
Bij astma is er sprake van wisselende expiratoire luchtweg obstructie, dat probeer je aan te tonen in de longfunctie als je denkt aan astma.
Hoe kun je de wisselende expiratoire airflow limitatie aantonen?
- Obstructieve longfunctie al dan niet reversibel na bronchusverwijder.
- Variabiliteit van FEV1
- Variabiliteit van PEF
- Bronchiale hyperreactiviteit
Hoe wordt er van een spirogram een flow-volume curve gemaakt?
De spirogram wordt door middel van de tangens alfa omgezet naar de flow-volume curve, voor het oog wordt die nog even een slag gedraaid.
Wat is een voordeel van de flow-volume curve?
Een voordeel van de flow-volume curve is dat patronen gemakkelijk te koppelen zijn aan ziektebeelden.
Als je verdenkt op een obstructie op basis van de flow volume curve, wat moet je dan doen?
Om te kijken of het echt een obstructie is moet je kijken in de ruwe data. Ref staat voor 100% voorspeld voor deze patiënt. LLN = Lower Limit of Normal als de waarde daar onder zit is het afwijkend. Het is echt te laag als de Z-score onder de -1,64 zit.
Wat kun je bij een obstructie zeggen over de FEV1 en de FVC?
Bij een obstructie is de FEV1 te laag en de FVC normaal. Bij een obstructie zijn er slappe luchtwegen, dus het duurt langer voordat de lucht de longen verlaat, maar de lucht verlaat de longen wel. Daarom is de FEV1 verlaagd en de FVC normaal.
Wat is de FER?
FEV1/FVC = FER deze ratio is bij een obstructie verlaagd.
Hoe wordt er met behulp van de ruwe data bepaald of er sprake is van een obstructie?
Om te bepalen of er een obstructie zit wordt er eerst gekeken of er een te lage FER is. Zo ja, dan wordt er naar de FEV1 gekeken om te kijken naar de ernst van de obstructie.
Wat is de grens voor een obstructie op basis van de FER? Voor het buitenland en voor Nederland?
In het buitenland was het een obstructie als de FER onder de 70% zat en in Nederland kijken we naar of de FER onder de Lower limit of normal (leeftijdsgebonden) zit. Dit doen we omdat deze criteria beter aan te sluiten op de patiënt, dit voorkomt dat oudere mensen onterecht worden beoordeeld op een obstructie en dat jongere mensen onterecht beoordeeld worden op het niet hebben van een obstructie.
Waar kiezen ze in Amerika voor met betrekking tot obstructie en waar kiezen wij in Nederland voor?
In Nederland kiezen wij niet voor de Tiffeneau-index dat is de verlaging van de FEV1 ten opzichte van de iVC. Maar we kiezen voor de FER. Tiffeneau-index = FEV1/iVC als die kleiner is dan 0,7 is er sprake van obstructie.