HC 8.1 Microscopische anatomie van nieren en urinewegen Flashcards

1
Q

Waarom ligt de rechternier lager dan de linkernier?

A

De rechternier ligt door de lever lager in het lichaam dan de linker nier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar liggen de nieren?

A

De nieren liggen retroperitoneaal, in het vetweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het gewicht en de afmetingen van een volwassen nier?

A

Een volwassen nier weegt ongeveer 150 gram en heeft een afmeting van 10-15 cm ten opzichte van 5-7 cm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen een volwassen en een foetale nier? Wat kan soms voorkomen bij een volwassen nier?

A

Volwassen nier is groter en een foetale nier heeft een lobulair aspect. 7% van de volwassenen heeft nog steeds het lobulaire aspect van de nier, zoals het er in een foetus uitzag (je wordt hier niet ziek van), bij de meeste mensen zijn de lobussen met elkaar versmolten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bevindt zich in de cortex van de nier? En wat bevindt zich in het merg?

A

In de cortex zitten de glomeruli en in het merg bevinden zich de verzamelbuizen en de lis van Henle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van het niermerg?

A

In het merg wordt alle voorurine weer geresorbeerd voordat het in het bekken komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de calyx van de nier?

A

In de calyx wordt het urine vanuit de piramides opgevangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de renale papilla?

A

Renale papilla is de overgang van de piramide (merg) naar de calyx (bekken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van de nieren?

A
  • Filtratie en secretie van afvalstoffen uit het bloed.
  • Regulatie van water en zout huishouding. Belangrijk voor de bloeddruk en de zuur-base balans.
  • Hormoon productie: renine, erythropoetine en de activatie van vitamine D3.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn nefronen?

A

Nefronen zijn de functionele units van de nier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarmee begint een nefron?

A

Een nefron begint met een afferente arterie en dan een efferente veen. Daartussen zit een vaatkluwen (glomerulus) waarin filtratie plaatsvindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar komt de voorurine terecht na de glomerulus?

A

In de proximale tubulus. De proximale tubulus bestaat uit een kronkelend en een recht deel. Vanuit dat rechte deel kom je terecht in de lis van Henle.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat de Lis van Henle?

A

Uit een dun deel naar beneden en een dun deel naar boven. Het dunne deel naar boven gaat over in een dik deel. Dit dikke deel tikt tijdens het opstijgen de glomerulus weer aan, dit is ter plaatse van het juxtaglomulaire apparaat, daar krijgt de glomerulus feedback van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar gaat het dikke deel van de Lis van Henle in over?

A

Dan gaat de lis van Henle over in de distale tubulus (kronkelend) en die gaat weer over in de verzamelbuis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom zie je ook corticale structuren bij het vet van de nieren?

A

Door de foetale fusering heb je ook een corticaal gedeelte dat tussen de piramides doorloopt naar het vetweefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel nefronen heeft een nier?

A

Een miljoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoelang is een nefron?

A

Circa 50 mm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoeveel liter voorurine produceren we per dag en hoeveel urine dan uiteindelijk?

A

Per dag een productie van 180L voorurine, dat moet geresorbeerd worden tot 1,8L.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar zorgen de microvilli in de proximale tubulus voor?

A

De microvilli die in de proximale tubulus aanwezig zijn zorgen voor nog meer oppervlakte vergroting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat bevindt zich tussen de afferente arteriole en de efferente arteriole van de glomeruli?

A

Tussen de afferente arteriole en de efferente vene zit het juxtaglomulaire apparaat met de macula densa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat meet de macula densa?

A

De macula densa meet de concentratie NaCl in de urine die voorbij komt. Als het NaCl te hoog is zie je dat de filtratie veranderd door het samentrekken van de wand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de functie van het kapsel van Bouwman?

A

In het kapsel van Bouwman wordt vervolgens het filtraat verzameld en dan wordt het naar de proximale tubulus geleidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat bevindt zich op de vaatkluwen?

A

Podocyten, het viscerale epitheel van de glomeruli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe is een capillair in de glomeruli bekleedt?

A

Een capillair in de glomeruli wordt bekleedt met endotheel, met daarover het glomerulaire basaalmembraan en daaromheen zitten de podocyten.

25
Q

Op welke manier komen de glomeruli overeen met de longen?

A

De glomeruli hebben net als de longen een visceraal en pariëtaal epitheel: visceraal epitheel zijn de podocyten en het pariëtaal epitheel ligt over het kapsel van Bouwman.

26
Q

Wat kun je onderscheiden in een glomerulus?

A

Een vaatpool en een urinepool.

27
Q

Wat zijn de mesangiumcellen?

A

Mesangiumcellen zijn ook heel belangrijk, ze houden eigenlijk alle capillairen op hun plek. De mesangiumcellen zorgen voor de regulatie van de hydrostatische druk. Als een mesangiale cel samentrekt zal het volume van de capillair verkleinen en de druk verhogen. De mesangiumcellen zijn de takken van de glomerulus. Er vindt ook fagocytose plaats van moleculen in de GBM en er vindt immuun regulatie plaats van de cytokines door de mesangiumcellen.

28
Q

Op welke manier zitten de podocyten om de capillaire heen? En wat is hun functie?

A

De podocyten zitten als inktvissen om de capillairen heen en zorgen er ook voor dat grote eiwitten binnen blijven in de capillairen. Als de podocyten ziek zijn vindt er eiwitverlies plaats in de urine.

29
Q

Hoe zitten de podocyten aan elkaar vast?

A

De podocyten houden zich om en om aan elkaar vast (interdigitating). Er zitten kleine lijntjes tussen de podocyten en dat zijn de filtration slits (slit diafragma), die zorgen ervoor dat er geen grote moleculen in het filtraat komen.

30
Q

Wat is er met het endotheel van de capillairen in de glomerulus?

A

Het endotheel is gefenestreerd: er zitten kleine gaatjes in.

31
Q

Waaruit is het glomerulaire basaalmembraan uit opgebouwd (GBM)?

A

De glomerulaire basaalmembraan is opgebouwd uit: collageen type IV, laminine en proteoglycanen.

32
Q

Wat is de functie van collageen type IV en de proteoglycanen?

A

Collageen IV (en laminine) zorgen voor de fysieke barrière: alleen moleculen <10 nm of < 70 kDa kunnen dit passeren. De proteoglycanen zorgen voor een negatieve lading van het glomerulaire basaal membraan, negatief geladen moleculen kunnen hierdoor moeilijk passeren.

33
Q

Wat zie je bij een patiënt als er wat mis is met het glomerulaire basaalmembraan?

A

Als iemand bloed plast is er echt wat mis met de glomerulaire basaalmembraan, want erytrocyten zijn te groot om daar doorheen te kunnen. Mits het bloed uit de nier komt, het bloed kan natuurlijk ook uit de blaaswand zelf komen.

34
Q

Wat vindt er plaats in de proximale tubulus?

A
  • Het grootste deel van de voorurine wordt gereabsorbeerd door de proximale tubulus.
  • Secretie van organische ionen (choline en creatinine): met creatinine kunnen we de functie van de nier vervolgen.
  • Ook de metabolisme van vitamine D vindt plaats in de proximale tubulus.
35
Q

Wat kun je zeggen over de reabsorptie in de proximale tubulus?

A

Het zorgt voor de reabsorptie van 60% van het water en ionen. En het zorgt voor de reabsorptie van glucose, mineralen, aminozuren, vitaminen en eiwitten (< 70 kDa). In principe kunnen de tubuli eiwitten tot 2 gram wel terug resorberen. Als je waarden van boven de twee gram hebt in je urine is dat toch wel problematisch.

36
Q

Wat is er met de pijltjes op deze foto aangeduidt?

A

microvilli

37
Q

Hoe zou je het verschil beschrijven tussen de proximale tubulus en de distale tubulus?

A

De cellen bij de proximale tubulus zijn wat plomper, schuimiger en wat sappiger en bij de distale tubulus liggen de cellen wat dichter tegen elkaar aan (meer kubisch epitheel).

38
Q

Wat bevindt zich aan de luminale zijde van de proximale tubulus?

A

Aan de luminale zijde van de proximale tubulus bevinden zich de microvilli. Microvilli zijn geen trilharen. Microvilli zorgen voor een oppervlakte vergroting.

39
Q

Wat komt er veel voor in de proximale tubulus cel en waarom?

A

De proximale tubulus is heel de dag bezig, dus er is veel energie nodig, er zitten daarom heel veel mitochondriën in.

40
Q

Wat is de functie van de Lis van Henle?

A

Functie is de resorptie van water en NaCl.

41
Q

Hoe herken je het dunne deel van de lis van Henle?

A

Het dunne deel van de lis van Henle lijkt op een vaatje, door het afgeplatte epitheel. Maar je kunt onderscheid maken door te kijken of er wel of geen erytrocyten aanwezig zijn.

42
Q

Wat is de functie van de distale tubulus?

A

Functie is de resorptie van NaCl, daarnaast ook secretie van H+ en NH4+ en het zorgt voor de regulatie van de zout-water balans.

43
Q

Vanaf wanneer begint de distale tubulus?

A

Vanaf de macula densa.

44
Q

Waar kun je de distale tubulus mee vergelijken (microscopisch)?

A

een kralenketting

45
Q

Wat is de functie van de verzamelbuis?

A

Functie is nog wat rest resorptie van water en NaCl en secretie van H+ en absorptie van HCO3-.

46
Q

Hoe zijn verzamelbuizen microscopisch herkenbaar?

A

Verzamelbuizen zijn makkelijk herkenbaar, want de celmembranen zijn heel duidelijk zichtbaar. Want je wilt alles binnenhouden wat je nu hebt.

47
Q

Wat is de functie van het juxta-glomerulaire apparaat? En waar bestaat het uit?

A

Functie is de regulatie van de water-zout balans. Bestaat uit de macula densa (de plek waar de distale tubulus begint), een afferente arteriole en de juxtaglomerulaire cellen. Ze zorgen voor de regulatie van de glomulaire filtratie druk en de productie van het hormoon renine. Daarnaast zorgen ze ook voor de regulatie van de renale doorstroming en glomerulaire filtratie.

48
Q

Wat wordt er aangewezen door de pijl? Wat ligt daarboven? En wat zijn de met zwart aangekleurde cellen?

A
  • Macula densa
  • Juxtaglomerulaire cellen
  • Mesangiale cellen, en de glomerulaire basaalmembraan is ook zwart gekleurd.
49
Q

Wat zijn de zwarte dotjes in de juxtaglomerulaire cellen? En hoe zit dat bij iemand met hypertensie?

A

Renine granulen. Iemand met hypertensie heeft heel veel granulen met renine. Renine werkt bloeddrukverlagend.

50
Q

Hoe beschrijf je het verschil tussen distale tubulus cellen en macula densa cellen?

A

De macula densa cellen zijn kubischer en langgerekter dan de distale tubulus cellen.

51
Q

Wat is een andere benaming voor nierbekken?

A

Pyelum

52
Q

Wat kun je zeggen over de ureter?

A

Er is een dikke laag muscularis, zodat de pulserende beweging naar beneden wordt gericht. Daarnaast zijn er ook kleppen gelegen in de ureter.

53
Q

Hoe is de blaaswand opgebouwd?

A

Urineblaas is net als de ureter bekleedt met urotheel. Daaronder bevindt zich de lamina propria en daaronder de muscularis detrusor (andere naam is de m. propria). Onder de muscularis detrusor bevindt zich het peri-vesicaal vetweefsel.

54
Q

Waaruit bestaat je urotheel?

A

Je urotheel bestaat uit bijna zeven lagen en er zitten paraplucellen op. De paraplucellen hebben hele strakke celmembranen. Want je wilt dat de urine in de blaas blijft.

55
Q

Waaruit bestaat de lamina propria?

A

Lamina propria bestaat uit losmazig bindweefsel met wat spierstructuurtjes erin (muscularis mucosae).

56
Q

Wat is de functie van de muscularis detrusor?

A

Muscularis detrusor zorgt ervoor dat je blaas wordt geledigd.

57
Q

Wat zie je goed door de PAS+ kleuring?

A

Door de PAS+ kleuring kleuren de basaalmembranen, kapsel van Bouwman, Mesangiumcellen en de intima van vaten goed aan.

58
Q

Hoe ziet de Jones kleuring eruit?

A

zwartkleurig