HC. 6 - Ritme- en geleidingsstoornissen 2 Flashcards

1
Q

Op welke soort tachycardie complexen lijken de supraventriculaire en ventriculaire tachycardiën?

A

Supraventriculair: small complex tachycardie
Ventriculair: breed complex tachycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke van de 2 is vaak kwaadaardig? Smal of breed complex tachycardie?

A

Smal is vaak goedaardig, breed is vaak kwaadaardig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen AVNRT en AVRT?

A

AVNRT berust zich op een abnormaliteit van de AV-knoop

ANRT berust zich op een abnormaliteit dat er een andere (elektrische impuls) verbinding is tussen de boezem en de kamer, ook wel accessoire bundel genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kenmerken sinus tachycardie

A

Normale sinusritme, enige abnormale is de hoge hartfrequentie, >100 slagen/min.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerken artiale tachycardie

A

Normale sinusritme, maar opeens versnelling met een veranderde morfologie van de p-toppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerken multifocale artiale tachycardie

A

Normale sinusritme, maar opeens versnelling met een veranderde en verschillende morfologie van minimaal 3 p-toppen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerken atriale flutter

A
  • Re-entry in rechter boezem
  • Zaagtand golven (dit zijn geen p-golven)
  • Hele hoge bpm
  • Regulieren R-R
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan de AV-knoop tijdelijk vertragen

A

Een sinus (carotis) massage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zorgt een sinus carotis massage voor het vertragen vd av-knoop?

A

Door het duwen op de carotis zorg je voor een vagale respons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken AVNRT

A
  • PR-tijd verlengt
  • P-toppen verdwijnen, en komen achter het QRS-complex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken AVRT

A
  • Ontstaan deltagolf
  • Kortere PR-interval
  • Bredere QRS (wel een SVT)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een deltagolf?

A

Een langzame opstart vd kamer activatie direct na de P-top

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een WPW (Wolff-Parkinson-White)

A

Eigenlijk een AVRT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Is een breed QRS-complex altijd een ventriculaire tachycardie?

A

Ja, tot dat het tegendeel is bewezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kenmerken ventriculaire tachycardie

A
  • Heel breed en abnormaal QRS
  • Meer QRS dan P-toppen
  • P-toppen random
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken ventriculaire flutter

A
  • Alleen hele snelle QRS
  • Geen P of T-toppen
  • Wijde QRS complexen
17
Q

Kenmerken torsades (polymorph ventrikel tachycardie)

A
  • VT met verschillende hoogtes
18
Q

Kenmerken ventrikel fibrileren

A
  • chaos op ECG
  • In essentie overleden, gaat niet vanzelf over.