HC. 10 - Farmacotherapie van hartfalen Flashcards
Welke 2 groepen medicijnen bij hartfalen?
- Acuut
- Chronisch
Welke acuut hartfalen medicaties zijn er?
- i.v. nitraten/lisdiuretica
Welke acuut hartfalen medicaties zijn er?
- i.v. nitraten/lisdiuretica
- Dobutamine
- Phosphodiesterase remmers (inotropica)
- calcium sentisizers (inotropica)
Wat doen nitraten?
Afterload verlagen, door dilatatie vd vaten.
Wat doen lisdiuretica?
Verlies van behoorlijk veel vocht (krachtige diuretica)
Wordt dopamine nog gebruikt?
Nee, nauwelijks
Wat doet dobutamine?
Stimuleren van vooral B1
Wat doen phosphodiesterase remmers?
Makkelijk gezegd: Zorgen dat cAMP blijft. Zijn inotropica
Welke chronisch hartfalen medicatie zijn er?
- Diuretica
- RAS blokkers
- Mineralocoricoid receptor antagonisten
- B-recepter antagonisten
- Na-K-atpase remmers (digoxine)
Kenmerken diuretica bij hartfalen
- Bij symptomatische behandeling
- Risico op hypokaliemie (toevoeging kaliumsparende diuretica)
- Renine zal omhoog gaan
- Er is onderscheid tussen lis- en thiazide diuretica
Kenmerken RAS blokkers
- Verlagen effectief mortaliteit
- Remmen cardiale remodelling (hypertrofie en fibrose)
- ACE remmers combineren met andere RAS blokker of vervangen is afhankelijk van de patient, maar is niet standaard.
- Onvoorspelbare reactie in combinatie met diuretica
Mineralocoricoid receptor antagonisten kenmerken
- Spironolacton & eplerenon
- Is aldosteron receptor antagonisten
- Eplerenon is selectiever, minder bijwerkingen
- Spironolacton kan leiden tot gynaecomastie (borstvorming)
- Wel risico op hyperkaliemie
Wat kan gedaan worden ombij MR antagonist hyperkaliemie te voorkomen?
- Nieuwe MR antagonist: finerenone gebruiken
- Kaliumbinders toepassen, waardoor kalium lichaam uit verdwijnt vanaf de buik
Kenmerken Beta blokkers
- Verlagen mortaliteit
- Verbeteren ejectiefractie
- Effectief cus: anti-aritmisch, lagere diastole (meer o2 verziening) en door blokkade via antagonist wordt mogelijk de receptor dichtheid dat eerst verlaagd was weer verhoogd
- Dosis moet opgebouwd worden: start low, go slow
Kenmerken digoxine
- Vocht uitdrijvend effect
- remt de Na-K-ATPase -> Na uitstroom gaat omlaag -> intracellulaire [Na] gaat omhoog -> Na/Ca exchange gaat omlaag -> Meer Ca beschikbaar in de cel -> Hogere inotropie
- Ook gaat de vagale tonus omhoog
- De sympathicus wordt geremd, [noradrenaline] gaat omlaag
- Ook als hartglycoside bekend
- Er is een geringe therapeutische breedte