HC. 2 - Pathogenese van longfibrose Flashcards

1
Q

Wat is de meest voorkomende ‘longfibrose’?

A

De meest voorkomende is de idiopatische pulmonale fibrose (IPF) met 20%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn oorzakelijke factoren voor longfibrose?

A
  1. genetica
  2. auto imuunziekte
  3. exposure (bv: roken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn belangrijke onderdelen die een rol kunnen spelen bij de genetische oorzakelijke factoren?

A
  1. Surfactant-protein-A en C (SPA/ SPC)
  2. Telomeer gebied
  3. het Mucine-gen (MUC5B).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van type 1 pneumocyten?

A

Zorgen voor gaswisseling (diffusie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de functies van type 2 pneumocyten?

A
  1. Surfactant productie
  2. Epithele regeneratie (reparatie), kan type 1 pneumocyt worden
  3. Proliferatie (stamcel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zorgt surfactant voor?

A

Spanningsverlaging, zodat alveoli niet inklappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een telomeer?

A

Zit aan uiteinde van DNA, ter bescherming van DNA als soort van kopje. Denk aan veter uiteinde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar ligt de fout bij afwijkingen aan de Surfactant Protein-C en A2 (SP-C/ SP-A2)?

A

In de type 2 pneumocyten, aangezien zij zorgen voor de surfactant productie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet de type 2 pneumocyt bij afwijking?

A

Hij gaat niet in apoptose, maar blijft werkend. Cel heeft dan 2 keuzes:
1. Productie verhogen
2. Cell-senescence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Cell-senescence?

A

Cell-senescence = vervroegd oud

Een soort slaaptoestand, waarbij er wel cytokines aangemaakt blijven worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er als telomerase niet goed functioneert?

A

Na deling wordt een telomeer steeds kleiner, maar telomerase zorgt dat dit steeds weer groter wordt gemaakt, maar als dit niet functioneert zal de telomeer steeds korter worden en zullen je cellen vervroegd oud worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zegt de lengte van telomeren?

A

hoe ouder (biologisch gezien) iemand qua cellen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt het genoemd als iemand te korte telomeren heeft?

A

Dyskeratosis congenita, geassocieerd aan longfibrose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat gebeurd er als iemand gediagnosticeerd is met longfibrose en er een vermoeden van genetische oorzaak is?

A

Screenen van de familie.

Diagnose –> genetisch –> positief? –» familiescreening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Krijgt iedereen met een genetische afwijking longfibrose?

A

Nee, er moet ook schade zijn aan de longen (fibrotic march), ook speelt leeftijd een rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is fibrotic march?

A

Dat er eerst schade moet zijn aan de type 1 pneumocyten om reparatiereactie te krijgen.

17
Q

Waardoor kan er schade optreden aan de type 1 pneumocyten?

A
  1. Roken
  2. Werkgerelateerd/ milieu
  3. Viraal
  4. Inflammatie
  5. Medicatie
  6. Mechanisch
18
Q

Wat gebeurd er bij proliferatie en remodelling van de long vanwege beschadiging?

A

Bij proliferatie komt er collageen (myofibroblasten) depositie. Als er iets mis is met het stop-signaal in de long: fibroblast activation en collageen depositie blijft aan.

19
Q

Wat is er bijzonder aan de myofibroblasten in de longen?

A

Myofibroblast kunnen contracteren, dit leidt tot kleiner worden van longvolume.

20
Q

Waar zorgt de contractie van deze myofibroblasten voor?

A

Voor meer fibrose, door het trekken (contractie) aan de verbinding tussen de cel en de matrix, waar de cytokine, TGF-Beta 1, ligt.

21
Q

Wat is TGF-Beta 1?

A

TGF-Beta 1 is heel erg profibrotische cytokine, die op de receptor van de cel kan binden om de cel te stimuleren om meer fibrose aan te maken.

22
Q

Hoe ziet de pathogenese van longfibrose eruit? (samenvatting)

A

Senescence type 2 pneumocyten, kortere telomeren, die niet goed gerepareerd worden –> type 1 pneumocyten te kort door schade –> fibroblasten worden myofibroblasten –> eenmaal fibrose, krijg je door TGF-Beta 1 nog meer fibrose.