HC. 5 - Antistollingstherapie Flashcards
Welke fase van de hemostase zit de arteriele trombose?
Primaire hemostase
Welke geneesmiddelen wil je uitschrijven bij primaire hemostase?
Trombocytenaggregratieremmers
Welke geneesmiddelen bij secundaire hemostase?
Remmen van fibrine
Met welke groepen geneesmiddelen kun je fibrine vorming remmen
- Heparine:
Ongefractioneerde heparine
laag moleculaire gewicht heparine (LMWH) - Vitamine K antagonisten
- Doac’s
Hoe werken ongefractioneerde heparine (UFH)?
Ze potentieren de werking van antitrombine. Dus antitrombine gaat veel harder zijn best doen om het stolsysteem te remmen.
Wat zijn kenmerken van UFH? (ongefractioneerde heparine)?
Intraveneus toediening
snel uitgewerkt, lage halfwaardetijd
effect is onvoorspelbaar
Wat doet laag moleculair heparine (LMWH)?
Vangt factor 10a weg, ipv trombine pakken.
Kenmerken LMWH (laag moleculaire heparine)
Kan subcutaan toegediend worden
Langere halfwaardetijd
Wat doen vitamine K antagonisten?
Remmen vitamine K, wat dan aanmaak van stollingsfactoren remmen.
Specifiek: 2, 7, 9 en 10.
Wat is de INR?
De INR is de protrombinetijd (PTT) van de patiënt ten opzichte van normaal. Met een vingerprik is de INR te bepalen.
Wat. is de INR streef waarde bij mensen met een trombose en waarom?
tussen de 2.0 - 3.0, want dit geeft minst mogelijke kans op trombose en bloeding.
Te laag= grotere kans trombose
Te hoog= grotere kans bloeding
Welke 2 vitamine K antagonisten in Nederland?
In Nederland zijn er 2 vitamine K antagonisten:
Acenocoumarol (14u halfwaarde tijd)
Fenprocoumon (5-6 dagen halfwaarde tijd)
Welke 2 soorten DOAC’s heb je?
- Factor 10a remmers
- directe trombineremmers
Welke Factor 10 remmers zijn er? (DOAC’s)
- ApiXAban
- RivaroXAban
- EdoXAban
Welke directe trombineremmer is er?
DabiATran