Chapitre 4 woordjes C F > NL Flashcards
inciter à
aanzetten tot
céder à
bezwijken / vallen voor
avertir
waarschuwen
quitter
weggaan
c’est que
het is zo dat
en tant que
als, in de functie van
attirant
aantrekkelijk
avoir affaire à
te maken hebben met
le mensonge
de leugen
l’abus
het misbruik
à travers
door (middel van)
à l’inverse de
in tegenstelling tot
par la suite
vervolgens
lorsque
toen
par rapport à
met betrekking tot
d’ailleurs
overigens
figurer parmi
voorkomen in
la qualité
de eigenschap
l’étude v
het onderzoek
aveugle
blind
le cerveau
de hersenen
se mettre à
beginnen te
se tromper
zich vergissen
le souvenir
de herinnering
mensonger
leugenachtig
inversement
omgekeerd
contenir
bevatten
lors de
tijdens
conduire
leiden, sturen
inconsciemment
onbewust
autant
evenveel
le repère
het herkenningspunt
intervenir
tussenbeide komen
agir
handelen