Chapitre 1 woordjes A F > NL Flashcards
1
Q
faire appel à
A
een beroep doen op
2
Q
réunir
A
bijeenbrengen
3
Q
récolter
A
inzamelen
4
Q
des fonds mmv
A
financiële middelen
5
Q
assister à
A
bijwonen
6
Q
la générosité
A
de vrijgevigheid
7
Q
la lutte
A
de strijd
8
Q
la (bonne) cause
A
het (goede) doel
9
Q
l’environnement
A
het milieu
10
Q
la pollution
A
de vervuiling
11
Q
le réchauffement
A
de opwarming
12
Q
la déforestation
A
de ontbossing
13
Q
le gaspillage
A
de verspilling
14
Q
détruire
A
verwoesten
15
Q
menacer
A
(be)dreigen