Chapitre 4 woordjes A F > NL Flashcards
les sous mmv
de centen, het geld
épargner
sparen
gérer
beheren, managen
faire des économies vmv
sparen
mettre de côté
opzijzetten
verser de l’argent m
geld storten
garder
houden, bewaren
l’intérêt
de rente
les revenus
de inkomsten
maîtriser
beheersen
équiliber
in evenwicht brengen
réduire
verminderen
définir
vaststellen
arriver à
erin slagen
les loisirs mmv
de vrije tijd
les ressources vmv
de inkomsten
les dépenses vmv
de uitgaven
l’achat m
de aankoop
le rapport à
het verband met
discrener
onderscheiden
se rendre compte de
zich realiseren
décrocher
(iets) binnenhalen
avoir tendance à
de neiging hebben om
rapporter
opbrengen
avouer
toegeven, opbiechten
l’entourage m
de omgeving
entier (-ère)
(ge)heel
falloir
moeten, nodig hebben
reconnaître
hier: erkennen
désormais
voortaan
pour que
opdat
en revanche
integendeel
grâce à
dankzij
autant de
evenveel
la moitié
de helft
en fonction de
al naargelang, op grond van