Basiswoorden Blok 9 Flashcards
1
Q
plerique
A
de meeste(n), zeer vele(n)
2
Q
plerumque (bijw)
A
meestal
3
Q
error, erroris
A
- zwerftocht
- vergissing, misvatting
4
Q
duco (ducére)
A
leiden, brengen
5
Q
duxi, ductus
A
pf van duco (leiden, brengen)
6
Q
ineo (inére)
A
- binnengaan, gaan in
- beginnen
7
Q
inii, initum
A
pf van ineo (binnengaan, gaan is, beginnen)
8
Q
habeo
A
- hebben, houden
- (+2 acc) beschouwen als
9
Q
habui, habitus
A
pf van habeo (hebben, houden, beschouwen als)
10
Q
fessus
A
vermoeid (fessa, fessum)
11
Q
pugno (pugnare)
A
vechten
12
Q
expugno (expugnare)
A
veroveren
13
Q
pugna
A
gevecht
14
Q
rupes, rupis
A
rots
15
Q
vestigium
A
(voet)spoor