Basiswoorden Blok 10 Flashcards
tot (onverbuigbaar)
zoveel
etiam
ook, zelfs
casus, casus
- val
- voorval, geval
- toeval
- ongeval
terror, terroris
angst, schrik
adicio (adicére)
toevoegen
adieci, adiectus
pf van adicio (toevoegen)
signum
- teken
- veldteken
moveo
bewegen, verplaatsen
movi, motus
pf van moveo
lux, lucis
licht
vultus, vultus
gezicht
quidam, cuiusdam (zelfst)
een zeker iemand, een zeker iets (quaedam, quiddam)
quidam, cuiusdam (bijv)
- zekere (quaedam, quoddam)
- enkele, enige
unde
vanwaar, waarvandaan
latus
- breed (lata, latum)
- wijd, uitgestrekt
late (bijw)
wijd en zijd, breed
consisto (consistére)
gaan staan, blijven staan
constiti
pf van consisto (gaan staan, blijven staan)
iubeo (+acc)
bevelen (aan)
iussi, iussus
pf van iubeo (bevelen (aan))
mons, montis (m)
berg
campus
veld, vlakte
moenia, -ium
(stads)muren
tum (bijw)
- toen, dan, op dat moment
- vervolgens, daarna
non modo…sed etiam
niet alleen…maar ook
urbs, urbis
- stad
- dé stad, Rome
Romanus
Romeins (Romana, Romanum)
fore (inf)
te zullen zijn (=futurum esse)
alter, alterius
- de een, de ander (van twee) (altera, alterum)
arx, arcis
burcht
manus, manus (v)
- hand
- groep
potestas, potestatis
- macht
- mogelijkheid, gelegenheid