Basiswoorden Blok 12 Flashcards
1
Q
fatigo (fatigare)
A
vermoeien, afmatten
2
Q
pono (ponére)
A
plaatsen, neerleggen
3
Q
posui, positus
A
pf van pono (plaatsen, neerleggen)
4
Q
aeger, aegri
A
ziek (aegra, aegrum)
5
Q
aegre (bijw)
A
met moeite
6
Q
nix, nivis
A
sneeuw
7
Q
arbor, arboris (v)
A
boom
8
Q
circa +acc
A
rondom, om…heen
9
Q
circum +acc
A
rondom, in de buurt van
10
Q
cirsum (bijw)
A
rondom, in de buurt
11
Q
ventus
A
wind
12
Q
ignis, ignis (m)
A
vuur
13
Q
ardeo
A
branden, in brand staan
14
Q
arsi
A
pf van ardeo (branden, in brand staan)
15
Q
incedium
A
brand