Basiswoorden Blok 14 Flashcards
1
Q
genus, generis (o)
A
- afkomst, geslacht
- soort
2
Q
ignoro (ignorare)
A
niet weten/kennen
3
Q
vos (nom/acc)
A
jullie
4
Q
vestri, vestrum
A
gen van vos
5
Q
vobis
A
dat/abl van vos
6
Q
terra
A
aarde, grond, land
7
Q
mare, maris (o)
A
zee (mv van maria)
8
Q
prior, prioris
A
- eerder (prior, prius)
- vroeger
9
Q
viginti (onverbuigbaar)
A
twintig
10
Q
annus
A
jaar
11
Q
exigo (exigére)
A
- verdrijven
- opeisen
- volbrengen
12
Q
exegi, exactus
A
pf van exigo (verdrijven, opeisen, volbrengen)
13
Q
capio (capére)
A
pakken, nemen
14
Q
cepi, captus
A
pf van capio
15
Q
praemium
A
beloning, prijs