8-poezie/afwijkingen Flashcards
Welke drie principes vragen aandacht bij het lezen van poezie?
- herhaling
- afwijking van de regel/doorbreking herhaling
- conflicten tussen het ling en poet systeem.
p207
Er zijn geen wezenskenmerken van poezie, maar er zijn twee kenmerken die alleen in poezie voorkomen. Welke?
- gedichten hebben een extra systeem, het poetische
- gedichten hebben een extra principe; hiermee komen betekeniseffecten tot stand = conflicten tussen ling en poet systeem.
Aandacht voor deze aspecten leidt tot een aannemelijke en complexe interpretatie.
p207
Hoe komen afwijkingen tot stand en hoe onderscheid je ze?
- Alle verschijnselen zijn resultaat van herhaling
- Voor afwijking is herhaling nodig –> want patroon of regel tot stand gekomen.
Afwijkingen/deviaties op 2 niveaus:
- linguistisch
- poetisch
p207
Welke afwijkingen in het linguistisch systeem worden onderscheiden?
- neologismen (een nieuw woord maken): vaak opgebouwd uit bekende woorden/woordstammen. (impressionistische literatuur; Couperus; Gorter). Brengt extra betekenis en niet nader te definieren sfeer mee.
Iconische betekenisrelatie: gelijkenis tussen nieuwe van neologismen en betekenis die er mee uitgedrukt wordt + alliteraties en assonanties geven ook formeel trilling = gelijkenis tussen teken en betekenis = iconisch (vernieuwende en verjongende aspect van de lente, Gorter p209). - Afwijking van standaard grammaticaal gebruik ve woord.
‘Geglimlacht’ = nieuwe betekenis/stemming (Glimlachen, Kemp p209. - Inversie/permutatie: afwijkingen op syntactisch vlak (volgordeafwijking). bv ‘Peppels’ door Leopold p209)
- rijmdwang
- betekeniseffect: contrast stilstand vs vluchtigheid krijgt aandacht
- gelijkenis vorm/inhoud benadrukken
- iconisch: gelijkenis vorm en inhoud eerste regel
‘Afgrondsvisioen’, Swarth p210:
- bijv nw achter zelfst nw- rijmdwang
- semantische verwantschap fel/schel staat nu centraal in strofe door inversie.
p210
Waarom werden/worden afwijkingen op ling niveau ingezet?
- Tachtigers (Couperus, Van Looy): gestalte geven aan impressionistische stijl
- Humoristisch effect (Van Kooten)
In poezie verwachten we zulken afwijkingen, in proza minder. Daarom daar opvallender en ingrijpender.
p210
Waarom worden afwijkingen/deviaties in het poetisch systeem vaak negatief ingegeven?
- niet om speciaal betekeniseffect te produceren
- maar om gekunsteldheid te ontlopen (rijmdwang voorkomen). Minder gekunsteld, meer expressieve waarde.
Vrij vers: geen gebruik van regelmatige herhaling van versvoeten/versregels/strofen –> afwijking ook niet mogelijk.
==> betekenis door regelm herhalingen binnen ling systeem en afwijkingen daarvan.
p211
Conflicten tussen poetisch en linguistisch systeem doen zich vooral in poezie voor. Hoe komt dat?
Conflicten zorgen voor extra betekenis of intensivering betekenis.
- minder vaak in andere dan poetische teksten
- leeshouding: zijn bij lezen poezie op conflicten gespitst.
p212
Conflicten op strofe-niveau: waar gaat het (niet) om?
- niet: 1 vd 2 mogelijkheden als beter/juist te beschouwen
- bijzondere is juist dat een veelvoud van betekenissen geactiveerd moet worden
Kopland p213
Conflict op niv van versregel: versregel en een zin kunnen op drie manieren samenvallen. Welke?
- zin en versregel vallen samen (‘Zij huilt, Deckwitz p215). Punten en komma’s verlangen een korte pauze van lezer, ontbreken daarvan een versnelling. Gevoelens in gedicht krijgen ook formeel gestalte.
- conflict tussen zin en versregel:
- Zinbreking: zin eindigt ergens in versregel
- Enjambement: einde versregel valt niet samen met pauze in de zin (ook gebruikt om hinderlijk/dwangmatig rijm te verdoezelen, want eindrijm krijgt minder nadruk = toename natuurlijkheid/expressieve waarde van gedicht.
Enjambementen komen erg veel voor in gedichten. Paradox ontstaat als enjambement wil dat we doorlezen EN pauzeren aan einde regel (Kopland: levensecht speelgoedpaard brengt gevoelens teweeg die doorgaans alleen tussen levende wezens speelt).
p216
p215
Poezie als interactie tussen poetisch leeshouding en poetische kenmerken: vat poezie-analyse samen.
1) poetische leeshouding: je gaat bepaalde kenmerken binnen poezie betekenisvol achten (geven we geen aandacht aan in andere teksten) –> lezer medeverantwoordelijk voor betekenis.
2) eigen tekstuele kenmerken
- taalsituatie wijkt af van andere teksten (bv apostrof)
- formeel herkenbaar: trefpunt van twee systemen (PS en LS)
3) Effect sorteren poezie: door herhaling en deviatie en conflicten tussen PS en LS. Laatste ALLEEN in poetische teksten.
==> (nieuw) betekenisaspect ontstaat/benadrukt door deze drie principes.
==> andere effecten ook mogelijk, zoals muzikale/emotionele/sfeer-effecten
==> meta-effect: niet zozeer binnen gedicht werkzaam maar heeft gevolgen voor de tekst, gedicht als zodanig (neem poetische leeshouding aan, lezer!).
p217
‘Muren’, Jansma p214
Welke conflicten tussen PS en LS op strofe-niveau? En op versregel-niveau?
Strofeniveau:
- twee kwatrijnen en twee terzinen = sonnet
- geen conflict in eerste twee strofe
- derde strofe: meer gevaren dan in eerste 2 strofen beschreven. Ook tot uiting door conflict PS/LS in 3e en 4e strofe: geen afsluitende punt, geen hoofdletter, doorlezen over strofegrens heen –> nadruk op onzekerheid/onveiligheid van lyrisch ik. Onbekende vijand breekt door strofegrens heen, past niet in geordend hoofd en woorden passen ook niet meer in strofegrenzen.
Versregel-niveau:
- versbreking (r7). Liggend streepje lezen als punt en hoofdletter.
- enjambementen; vb’en:
- r3/r4: enjamb versterken aspecten van vredig samenzijn mens/natuur. Versterkt door alliteratie en assonantie.
- r6/r7: enjamb versterkt ‘hier’.
- r7/r8: vorige enjamb extra lading door dit enjamb. Nadruk op wat in vredige, veilige ‘hier’ NIET is.
p220/1
Lees zelftoets ‘Herinner mij’, Andreus en ‘Ach’, Bernlef p219/9
Neem de vragen en de bespreking door op p220/1
Wat is een enjambement?
Conflict tussen het poet en ling systeem dat ontstaat doordat een zin doorloopt waar de versregel eindigt.
p225
Wat is iconisch?
Wanneer de relatie tussen teken en betekenis, die tussen vorm en inhoud een relatie van gelijkenis is.
p225
Wat is inversie?
Omkering van de volgorde van de zinsdelen.
p225