21-renaiss&class/Vroeg 17eS Flashcards

1
Q

Welke ‘nieuwerwetsigheden’ waren er te zien in rederijkerskamers (noorden), eind 16eS?

A
  • modern toneel
  • sonnetten, elegieen, huwelijksgedichten naar vb klass en mod auteurs
  • in It, Fr en Neolatijn.

p90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke dichters waren lichtend voorbeeld voor de rederijkers?

A

Pleiade-dichters (Ronsard, De Salustre du Bartas (La Premiere Semaine, 1578: neologismen, klanknabootsingen; exploiteert taal)).

Den Nederduytschen Helicon toont rederijkers in huis hadden:
- ouderwets rederijkerswerk.

p90
- demonstratie v beheersing nwe genres en dichtvormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De rederijkers hielden zich echter niet bezig met literatuur: Neolatijnse letterkunde had hoogste aanzien. Geef voorbeelden van literatoren uit die tijd. Op wie richtten de rederijkers zich?

A
  • Gedichten en (lees)drama’s van Grotius en Heinsius: hoogtepunten van herboren literatuur.
  • Frivole, eveneens geleerde liefdesgedichten en amoureuze emblemen.

Verzen/versjes in Nlds werden niet gepubliceerd of anoniem.

  • Rederijkers hadden eigen kamer als referentiekader, geen intl ambitie zoals dichters.

p90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In gepubliceerde bundels met rederijkerswerk ontbreken vaak namen van auteurs, zelf igv meester-auteur Hooft. Hoe komt dat?

A

Teksten werden ondertekend met een motto/kamerspreuk, die door kamergenoten herkend werd. Was een hobby, niet om zich maatsch te profileren.

Bv Hooft publiceerde wel wat (jaren 30; daarvoor in archief kamer of op initiatief uitgever). Wilde niet indruk wekken dat hij zich op 1 lijn met Heinsius achtte.

p90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In toenemende mate zien uitgevers brood in rederijkerswerk. Waarom en welk werk?

A
  • Economie groeide, daardoor markt voor amoureuze sonnetten, liederen en emblemen, want meer vrije tijd.
  • Kwam voor: plagiaat en auteur niet betrokken.
  • Bredero: betrokken als tekstschrijver bij uit Latijn bewerkte embleembundel.

==> sommige rederijkers wat bekender, maar niet erg prominent.

p91

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De anonimiteit van rederijkers-auteurs veranderde na 1616. Waardoor?

A

Geestigh Liedboexken van GA Bredero, Amsterdammer: eerste keer dat de liedjes ve rederijker gepresenteerd werd met naam auteur op titelpagina. Snel uitverkocht.
Initiatief van Scriverius (Leids geleerde; wilde Nldse dichtkunst propageren; vgl Spiegel).

Jaar daarvoor, ook op zijn initatief: Nederduytse poemata door Heinsius (1615) [poemata: lit in de klass traditie].

p92

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat waren mogelijk redenen voor Scriverius om in Nlds te willen publiceren?

A
  • Nlds leent zich ook voor grote literatuur; juiste keuze van onderwerpen en vb’en nodig (daarin schoten rederijkers tekort, behalve Hooft en Bredero dan).
  • Wig drijven in Eglentier: gezelligheidsvereniging vs serieuze beoefenaars van kunst. 1617 scheiden Hooft, Bredero en Coster zich af (Nederduytsche Academie).

p93

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke doelstelling had de Nederduytsche Academie?

A
  • instelling voor hoger Nldstalig onderwijs.
  • ruimte voor (besloten) opvoeringen van mod Nlds theater in geest v klassieken.
  • commercieel.

Door pol en maatsch factoren kwam er weinig terecht van oorspr opzet. 1632 Atheneum Illustre (voorloper UvA) maar met voertaal Latijn. Coster’s droom niet in vervulling.

Toneelvoorstellingen: succes. Houten gebouw vervangen door stenen gebouw (Van Campen). ‘Schouwburg’ mogelijk door Vondel bedacht.

p94

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom verliep de ontwikkeling op het gebied van de Nldstalige letterkunde in het zuiden zo anders dan in het noorden?

A
  • Hogere cultuur bleef meer dan in noorden (kerk)Latijn.
  • RK kerk domineert hele cultuur.
  • Pol situatie anders: pol/theol debatten in dichtvorm, relig overpeinzingen konden niet/veel minder.
  • Profane lit en toneel gecensureerd: toestemming van kerk voor elke boekuitgave nodig.
  • 1610-1620: rederijkerskamers mochten zich weer organiseren en voorstellingen verzorgen, maar onder strikt toezicht.

p94

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem een zdl initiatieven om Nldse taal serieus te nemen.

A

Hoogleraar Puteanus (1607):

  • oproep aan jeugd om Nldse taal te cultiveren (in Lat redevoering).
  • bundeltje Nldse gedichten (lang na Heinsius’ poemata).

Justus de Harduwijn:

  • 1613 bundel liefdesgedichten naar Petrarca en Pleiade-dichters.
  • grotere impact.

Jan David Heemsen:
- Nederduytsche poemata (zelfde periode)

Kwam niet vd grond, ook omdat De Harduwijn zich ging schamen voor zijn werk, en vernietigde het grotendeels (nog 1 exemplaar). Niet langer icoon ve lit vernieuwingsbeweging.

p94

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tekst 22: Bauw-heers wel-leven (Nederduytschen Helicon)

Mod poezie door rederijkers. Licht toe.

A
  • bewerking gedicht Horatius: typisch renaiss.
  • kunstige woordsamenstellingen en klanknabootsingen: door Du Bartas in de mode. (Rederijkers: taalkunst vaak uitheemse en mooi klinkende woorden).
  • ondertekening met motto: typisch rederijkers.

p95/113 opg2.10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tekst 23: Boeren Geselschap door Bredero

Vat samen.
Hoe oordeelt dichter over boeren?

A

Samenkomst in Vinkeveel waar jonge boeren naar ganzentrekken gaan. Gemoederen raken verhit; vechtpartij; dode. Ik-dichter vlucht en adviseert lezer ruwe en gevaarlijke boerenfeesten te mijden.

Dichter kijkt op boeren neer. Laatste strofe: Heeren en Burgers (nette mensen).

p95/113 opg2.11

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom getuigde destijds al de titel ‘Nederduytsche poemata’ (Heemsen) van ambitie?

A
  • Is titel van poezie door beroemde Neolat dichter en geleerde Heinsius.
  • Betekent ‘echte literatuur’ (= gedichten in klass trad, geen rederijkerswerk) in Nlds.

p95/113 opg2.12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly