28-mod lettkunde/80-45/14-45/dl1 Flashcards

1
Q

HIST/CULT CONTEXT

Wat gebeurde er in Belgie toen het onder de voet werd gelopen door Dtls in 1914?

A

Dtsl zet de Flamenpolitik in om Vlaams broedervolk voor zich te winnen door tegemoet te komen aan wensen Vl Beweging:

  • Gentse universiteit vernederlandst (1916)
  • Bestuurl scheiding Vldrn/Wall doorgevoerd (1917).

p225

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HIST/CULT CONTEXT
De oorlog toonde het failliet vd burgerlijke natiestaat EN dat technol vooruitgang niet alleen pos gevolgen had (nwe wapend ingezet). Na de oorlog zetten de veranderingen door. Benoem.

A
  • Arbeidersbeweging groeide;
  • Alg levensstandaard verbeterde;
  • Toename democratisering politiek;
  • Meer vrije tijd door 8urige werkdag;
  • Massacultuur komt op.

Achterdocht jegens ontwikkelingen in prot-chr en kath hoek: vrijzinn media, lichamelijkheid, toenadering man/vrouw gevaarlijk.

Verzuiling neemt sterk toe en ingezet als instrument om moderne tijd te beheersen: film, dans, voetbal, vakvereniging.

Typerend:
- opkomst pop cultuur en
- verzuilde organisatie vd cult leven.
Komt ook in lit tot uiting:
- ontwikk lectuuraanbod voor breder publiek en
- lit krijgen plaats in pop media (krant, radio).

Lit leven deels op verzuilde grondslag, blijkt uit tijdschrlandschap.

p226
p235/268 opg4.13

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

HIST/CULT CONTEXT
Naast het toejuichen vd vooruitgang werden de veranderingen ook gezien als symtomen ve diepgaande crisis. Hoe liet zich dat merken?

A
  • Schrijvers als Oswald Spengler (Untergang des Abendlandes, 1918) en Huizinga (Id schaduwen van morgen, 1935).
  • Economie loopt terug; beurskrach 1929; grote werkloosheid.
  • Opkomst nationalistische, antidemocratische en autoritaire bewegingen (Mussolini 1922, Hitler 1933)
  • Polarisering links en rechts (Russ revolutie, 1917, Franco 1936)
  • Nld en Belg: ook extreem-rechtse organisaties (Rex, VNV, NSB), maar geen massabewegingen of aantasting democratie door hen.

p226

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

LIT CONTEXT

Hoe veranderde WO I de literatuur in Europa?

A
  • schrijversgeneratie van voor WO I: aanpassen aan actualiteit.
  • jongere generatie schrijvers: trad esth uitgangspunten en vormen vd belle epoque niet toereikend in nwe wereld => vernieuwingsbewegingen (verzamelnaam: avant-garde).
  • Fr en Dtsl: expressionisme (opleggen eigen visie aan werkelijkheid + weergeven essentie v die werkelijkheid).
    > schilderkunst: Kandinsky, Klee, Marc.
    > muziek: Schoenberg
    > film: Fritz Lang
    > poezie: Georg Trakl, Franz Werfel, August Stramm, Else Lasker-Schueler (hebben bel invloed op Nldse poezie).

p228

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

LIT CONTEXT / AVANT-GARDE

Expressionisme was belangrijkste avant-gardebeweging voor Nldse lit. Welke stromingen hadden minder invloed?

A
  • literair futurisme: Marinetti (manifest 1909: snelheid, techniek, oorlog verheerlijkt). Belangstelling voor in Nld/B, maar geen invl op lit productie.
    Mn na WO II (ihb Vijftigers):
  • dadaisme: maar enkele sporen van in Nldse lit (Van Doesburg, Van Ostaijen). Grote afstand tot artistieke trad, maar niet weergeven mod wereld, maar schoon schip mee maken (creeeren van kunst = vrijwel zinloos):
  • kunst: readymades
  • lit: collages van bestaand materiaal, klankgedichten.
  • surrealisme: zich losmaken van sociale en talige conventies via ecriture automatique (ongecontroleerd, associatief, onderbewuste; Breton 1924).

p229

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

LIT CONTEXT / MODERNISME

Waren er ook modernistische dichters?

A

Jawel, bv TS Eliot, maar mod is vooral stroming in proza (Joyce, Woolf, Proust, Gide, Thomas Mann, Robert Musil).
Geen beweging maar overeenkomsten in hun werk:
- nadruk op indiv bewustzijn;
- fundamentele twijfel aan vermogen vd mens om wereld te kennen en weer te geven in taal.

Minder radicaal vernieuwend dan avant-garde.

p230

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

LIT CONTEXT

Wat bleef over vd lit praktijken van rond 1880?

A

Gros vd schrijvers en lezers sloten daar bij aan. Eerste decennia vd 20eS verspreidde autonomistische, op schoonheidservaring en gevoelsexpressie gerichte lit (Tachtigers en VN&S) zich breed.

Hiertegen kon de nwe generatie zich afzetten.

Het uitgangspunt van de twee generaties bleef echter hetzelfde: lit is een volw maatsch domein met typische kenmerken en mores.

p230

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

LIT INFRA

De aandacht voor het autonome lit veld wordt steeds groter. Hoe?

A
  • Intl vereniging Poets, Essayists & Novelists (PEN), 1921;
  • Eerste Antw boekenbeurs (1932);
  • Uitgeverijen worden steeds groter, professioneler; verwerven gespecialiseerd lit fonds;
  • Nwe medium radio: hoorspelen, interviews, recensies;
  • Essays en beschouwingen vaker in boekvorm;
  • Acad studie mod lit komt op gang; meer aandacht op middelb onderw voor recentere lit.

p231

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

LIT INFRA

Op welke drie manieren zijn de lit instituties op te delen?

A

Verkaveling vh lit landschap (mn via kranten en tijdschr):

  • Confessionele of ideologische zuil;
  • Generatie die aan het woord komt;
  • Verhouding tot lezerspubliek.

Eigenl neutrale/liberale zuil (wel lit meest invloedrijk):

  • De Nieuwe Gids (stopt 1943);
  • De Gids: werd opgefrist, maar terughoudend beleid. Veranderde met komst redacteur Roland Holst (1919), later Nijhoff (1925);
  • meest innovatieve impulsten bij: De Vrije Bladen (1924-32) en Forum (1932-35).
  • sterk programmatisch;
  • weinig abonnees
  • toonaangevend door uitdragen vernieuwende lit en aanvallen gevestigde orde.
  • verzet tegen voorgangers, confessionele zuil (Opwaartsche Wegen en De Gemeenschap).

p232

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

LIT INFRA
Van de lit werd verwacht dat ze een eigen antwoord bood op actuele problemen; er was behoefte het lit veld te verbinden met ander maatsch domeinen en lit te toetsen aan pol of reli normen. Leg uit waarom het autonomiseren van de lit niet absoluut was.

A

De mate waarop het antwoord op maatsch problemen geformuleerd werd, verschilde van tijdschr tot tijdschr, ook binnen de zuilen zelf (balans heteronoom en autonoom).

Bijv kath zuil in Belgie: tijdschriften -

  • lib/neutraal weinig invloed (zowel jong als oud);
  • Dietsche Warande en Belfort: duidelijk kath signatuur, maar open voor mod lit;
  • Boekengids: streng kath, dus verboden/voorbehouden boeken kwamen niet in kath boekhdl/bibl.

p233

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

LIT INFRA

Waaruit blijkt de spanning tussen autonome en heteronome lit criteria duidelijk?

A

Pendelbeweging in recensies:
- erkenning lit waarde
vs
- afwijzing op morele gronden.

Bv Adelaide door Walschap (1929; vrijmoedig over erotiek schrijven zonder dat personage dat afkeurt).

p233

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

LIT INFRA

Verschillende tijdschriften bereiken verschillende (omvang) leespubliek. Leg uit.

A
  • Boekengids: verzuild maar ook bep visie op lit en lit kritiek. Spreekt ruime groep aan, die zoekt naar richtinggevende info op lit gebied;
  • Neutrale jongerentijdschriften: richten zich op select publiek v gelijkgezinden, zelf literatoren, HIGHBROW lit opvatting;
  • Niet-confessioneel, breed cultuureel: Elsevier’s, Mork’s Magazijn. Trachten synthese tussen trad ne mod lit te vinden en het toegankelijk maken v vernieuwingen interbellum in lit productie en kritiek/beschouwing. MIDDLEBROW lit opvatting.

Lowbrow = populaire informatie

p234

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

LIT INFRA

Door uitbreiding van het publiek diversificeert de lit productie. Hoe?

A
  • Uitbreiding publiek, dus nwe publieksgroepen, met daarop afgestemd lit aanbod.
  • Nwe publieksgroepen willen leesbare realistische romans in div genres (soms bestsellers).

Twee reacties:

  • Afwijzing: elitaire houding (Forum);
  • Visie op lit en kritiek aanpassen: gids in lit landschap willen zijn, soms vu reli persp sturen.

Vernieuwers kunnen breed publiek niet goed bereiken. Nemen plek Tachtigers/VN&S over. Ambieren geen breed publiek. Worden gaandeweg acceptabeler maar aanvankelijk geen groot bereik.

p234

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

POEZIE AVANT-G

Hoe verschilt het symbolisme van het expressionisme?

A

Expressionisme: kunstenaar legt eigen visie op aan buitenwereld, vertekenen dus bewust vanuit eigen dichterl visie.
Lijkt op symbolisme maar verschillen op formeel als op thematisch vlak.

p235

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

POEZIE AVANT-G / MARSMAN

In ‘Vlam’ (Verzen, 1923) gebruikt hij een aantal kenmerken van het expressionisme. Noem.

A
  • De ik projecteert eigen emotionele beleving op zijn omgeving (kosmische zelfvergroting);
  • Verrassende beeldspraak;
  • Vrije verzen, geen dwingend stramien.
  • Geconcentreerde vorm: woord(en) ipv volzin.

M zelf overigens ambivalent jegens avant-garde, zocht evenwicht traditie/vernieuwing (kenmerkend voor Nl rond WO I: geen ruime, samenhangende beweging, geinspireerd door Eur avant-garde).

p236

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

POEZIE AVANT-G

In Vldrn was wel een duidelijk herkenbare, spraakmakende groep van expressionistische dichters. Waarom daar wel?

A
  • Dtse bezetter voerde propagandapolitiek, overspoelde met Dtse tijdsch/kranten, tegenhouden Fr en Eng. Daardoor activisme.
  • Passivisme: belangrijkste vertegenwoordigers van VN&S. Opschorten Vl Beweging gedurende bezetting (Vermeylen, Vd Woestijne, 1915).
  • Passivisten to activisten (jong en gedreven door Dts expressionistische lit): Goedendag en Aula (studententijdschriften).
  • Hergroepeerde zich na WO I in tijdschr Ruimte (1920), bv Gijsen, Wies Moens, Gaston Burssens.

p237

17
Q

POEZIE AVANT-G / GIJSEN

Wat stond de jonge expressionisten voor ogen?

A
  • Afstand van generatie VN&S (Gijsen’s krit essay ‘Karel vd Woestijne’, 1920);
  • Geen genoegen met ontleden indiv stemmingen, maar synthese van heel de mens en daardoor relevantie voor gemeenschap.
  • ideaal van vrede, liefde en broederschap;
  • vaak medelijden met lot vd mod mens in vervreemdende gr stad.
  • dichter met profeet-allures, wijst gemeenschap de juiste richting.
  • Ethische, soc inslag door WO I en dominant kath (belangstelling voor Chr, Van Assisi).
  • G: vrije vers wordt ook de norm, maar breed uitwaaierende zinnen (itt Marsman).
  • G: gedurfde beeldspraken die naar mod techniek verwijzen (vgl Marsman).

p238
=> ander soort expressionisme van in Nld.
Nld: kosmisch-vitalistisch expressionisme
vd
Vldrn: humanitair expressionisme

18
Q

POEZIE AVANT-G / VAN OSTAIJEN

Hij past niet in ‘Ruimte’. Waarom niet?

A
  • Heeft dubbele orientatie: aansluiten bij fin de siecle, maar ook gr belangstelling voor het nwe en moderne (stemmingslyriek maar ook woorden/thema’s die ondichterlijk werden beschouwd) (vgl Gorter).
  • Unanimistisch: individuen smelten samen tot 1 wezen/ziel (animus) (vlg Jules Romain);
  • Tegenover vervreemding plaatst hij solidariteit vlgs humanitair-expressionistisch model (‘Music Hall’).
  • Bundel ‘Sienjaal’ (1918): broederschapsgedachte, vrije verzen, dichgter geeft signaal aan de gemeenschap.
  • Van O vluchtte voor repressailles tegen activisme.
  • Berlijn: invloed van dadaisme (= nw begin willen maken). Bundel ‘De Feesten van Angst en Pijn’: experimenten met versch lettergrootten/-kleuren.

p240

19
Q

POEZIE AVANT-G / VAN OSTAIJEN

‘Bezette stad’ is ook van zijn Berlijnse (dadaistische) periode. Waarom is hij daarin ver verwijderd van ‘Ruimte’?

A

Beeld vh leven onder Dtse bezetter.
Vorm is volkomen afwijkend van Sienjaal en hum-express poezie van Ruimte:
- radicaler vrij vers: klass volzin verregaand ontwricht; losse woorden centraal, associatief verbonden.
- Gelijkenissen in klank of betekenis roepen volgend woord op ipv logische of gramm relaties.
- Soort collagetechniek: filmtitels, reclameslogans, citaten uit pop liedjes etc geven indruk van bezet Antw.
- Uitbundige variatie van typografie.
- Spreekt van nihilistische levensbeschouwing, iom Dada.
=> radicaal afscheid van maatsch en reli waarden waarvan WO I het failliet heeft gedemonstreerd.
=> Van O ging verder dan elke Nltalige dichter (vergelijkbaar: Van Doesburg).

p241

20
Q

POEZIE AVANT-G / VAN OSTAIJEN

Waar zoekt hij naar in zijn poezie?

A

Naar ‘zuivere lyriek’.

  • afstand van gedicht als persoonl expressie.
  • ideaal: muziek; poezie als puur formele variatie op een thema (meer dan als een uitdrukking van wat dichter bezielt).

p242

21
Q

POEZIE AVANT-G / VAN OSTAIJEN

Wat wordt met bedoeld met Van O’s autonomistische poezie?

A

Hij verwijst naar
- afzonderlijke plaats vd lit id samenleving (niet nieuw)
MAAR VOORAL naar
- de zelfstandigheid vd lit tekst = poeticale autonomie.

‘Nagelaten gedichten’:

  • beelden herhalen en varieren;
  • klankassociaties;
  • lyrisch ik blijft buiten beeld.

Van O verbindt zijn werkwijze met Gezelle: ‘zuiver formele variaties’.
Hij beinvloedde veel Vl en Nldse dichters (Burssens, Kouwenaar, hedend postmoderene dichters in Vldrn).

p242

22
Q

POEZIE AVANT-G

Welke dichters bepalen de discussies over poezie tot op vandaag?

A
  • Van Ostaijen
  • Gezelle
  • Van de Woestijne
  • Leopold
  • Gorter.

p243

23
Q

TEKST 46 / MARSMAN

Welk beeld geeft tekst van stad Weimar en welke express technieken?

A

Beeld van doodsheid en gerichth op verleden, niet door gedetailleerde beschrijving maar door in te zoomen op 1 karakteristiek huis.

Typisch expressionistisch:

  • concentratie op indiv woord;
  • gebruik v treffende beelden zoals neologismen ‘luikenkruis’ en ‘vleermuisschaduwen’, die sinistere sfeer benadrukken.

p243/268 opg4.14

24
Q

TEKST 47a / VAN OSTAIJEN

Leg genuanceerd uit welk standpunt het lyrisch ik inneemt tav lit traditie.

A

Ik-figuur neemt afstand van dichters in symbolische trant (correspondentie herfst/eigen droefheid).
Van O: voelt herfst als treurnis, maar dan zonder het geluk van de symbolisten.

=> Van O: breekt dus niet radicaal met symbol gedachte dat buitenwereld de binnenwereld weerspiegelt.

p243/268 opg4.15

25
Q

TEKST 47b / VAN OSTAIJEN

Waarom is dit gedicht verwant met dadaisme?

A
  • WO I zien als eindpunt.
  • Trad vormen van zingeving (reli, wetensch) van tafel geveegd: nihilisme.
  • Kunst en lit bieden ook geen soelaas meer.
  • Bijz typografie valt op.
  • Ook: gedicht is samengesteld uit citaten van en verwijzingen naar (stomme misdaad)films/(indianen)romans.

p243/268 opg4.16