20-renaiss&class/Opstand Flashcards
Wat waren de belangrijkste motieven van Filips II tijdens de Opstand?
F II wilde gewesten centraliseren en belastingstelsel uniformeren (oorlogen aan grenzen van zijn rijk duur). Koehandel met steden/gewesten die eigen belang voorop stelden en stroomlijnen saboteerden.
F II streed tegen ketters (alles dat niet RK was) binnen zijn rijk. Ook daar verzet van plaatselijke/gewestelijke autoriteiten, want geen zin in maatsch spanningen (want vervolging en executies).
p83
Waardoor groeiden Nrdl en Zdl Nldn uit elkaar?
Zdl:
- bleef trouw aan koning v Spanje.
- RK kerk werd oppermachtig.
Nrdl:
- Republ der Zeven Nldn.
- koning afgezworen; stadhouders grote rol.
- Calvinistisch (Nederduits Gereformeerde Kerk).
- Geen verplichting om lid te worden van die kerk (instroom kath, doopsgez, remonstr, joods).
p83
Na erkenning door Spanje van onafhankelijkheid van Nldn (1648) ongekende ec en cult bloei. Hoe kwam dat?
- Nrd geen last meer van oorlogshandelingen.
- Zd bijna jaarlijks.
- Zd economisch afgeknepen door Nrd (haven Antw geblokkeerd).
==> grote immigratiestroom van Zd naar Nrd (goedk arbeidskrachten, handwerkslieden, kapitaal en knowhow)
- nwe geld in VOC geinvesteerd.
- handel Oostzee gemonopoliseerd.
- Zdn speelbal intl politiek en als slagveld gebruikt.
- Nldstalige boeken werden in Nrd en Zd gelezen, maar Nrd gaf toon aan.
p84
In 1566 verbood Alva de activiteiten van de rederijkerskamers. Waarom en wat gebeurde erna?
Waren vlgs hem gevaarlijke centra v vrijdenkerij.
Oorlogsgeweld: geen gelegenheid meer voor cult activiteiten, zeker niet in Zd.
p84
Werd er gedurende de Opstand geschreven/gedicht?
Er werd wel geschreven/gedicht: pamfletten met nieuws, commentaren, strijd-/klaag-/troost-/propagandaliederen.
- voor groot publiek
- weinig virtuositeit
- wel door professionals
- zowel door kath als prot
- bekendste: Geuzenliedboek (1574); Wilhelmus.
Reli polemiek:
- Marnix van St. Aldegonde (1569: satire op RK kerk De Biencorf der H. Roomse kercke). Voert redeneringen ad absurdum door en legt zwaktes bloot.
- Coornhert (geinspireerd door Erasmus): elk indiv mag zich vergissen. Alleen God kent waarheid. Laat elkaar daarom vrij in diepste overtuigingen. Bijbel leert wat mens moet doen, niet wat hij moet geloven. Natuurwet prevaleert: hebt uw naaste lief en doe een ander niet etc. Praktische filosofie voor geluk (Zedekunst…, 1585). Christus als voorbeeld gedrag (niet geloof).
Coornhert gehaat door Spanjaarden en Geuzen, beschermd door WvOranje. Ideeen breed succesvol, lang herdrukt.
p85
Welke geschiedschrijving vond plaats tijdens De Opstand?
- 1599: eerste terugblik: Belgische ofte Nederlantse Oorlogen ende Geschiedenisse (Emanuel van Meteren e.a.).
- 1626: Nederlandtsche Gedenck-clanck (Andriaen Valerius); eigenl liedboek, vanuit calv en Holl-Zeeuws perspectief.
- 1632: De Bello Belgico 1555-1590 (It jezuiet Famiano Strada); in Latijn, vanuit Spaans perspectief.
- 1642: Neederlandsche Histoorien (PC Hooft); literaire verwerking (terwijl meeste kronieken waren). Gebruikte Tacitus als voorbeeld (immers: renaissanceauteur).
p86
In 1575 werden meeste nrdl gewesten door Spaanse troepen ontruimd; ondanks bezettingen bleven Holland en Zeeland vrij van oorlogsgeweld. Culturele leven kwam weer op gang, dus ook rederijkerskamers (mn Leiden, Haarlem en Ams). Welke kamers zijn vooral bekend?
- Haarlem: Trou moet blijcken, olv Carel van Mander.
- Leiden: olv Jan van Hout
- Ams (lang Spaansgezind, tot Alteratie 1578): Hendrick Laurenszoon Spiegel (vriend Coornhert). Kamer moest toegankelijk zijn voor alle burgers die vorming en onderwijs in mod humanistische geest wensten, dus:
- Poezie: trad rederijkersgenres (refrein, zinnespel maar ook mod op klass lit geente dichtvormen.
- Ging niet om vorm maar geest vh humanisme: respect voor klass auteurs en voor wat hen groot had gemaakt.
- Kon ook in Nlds: dat moest daarvoor geschikt gemaakt worden.
- 1584: Spiegel publiceert een Nldse grammatica; daarna handboeken logica en retorica in Nlds.
- Roemer Visscher schreef epigrammen, sonnetten en elegieen in Nlds + emblemen (dus mod lit had vaste plaats in kamer verworven)
- 1600: Hooft en Bredero lid vd kamer.
- Ook Ams: ‘t Wit Lavendel (Brab en Vlaamse immigranten). Spanningen in Ams door grote influx ‘nwe Amsterdammers’. Kamer met iets conservatiever profiel dan Eglentier. Joost vd Vondel werd lid.
- Zdl steden: kamers kwijnden. Alva’s verbod in 1593 nogmaals bevestigd. Later terug, maar strikte controle kerk/overheid.
p88
Tekst 19: Wilhelmus
- Wanneer geschreven, voor wie, welke boodschap?
- Vertoont kenmerken van rederijkerskunst. Noem twee.
Geschreven in/omstr 1570 (inhoud: beschrijft sit van Prins vOranje na mislukking mil optreden 1568. Ondenkbaar dat dit leid na 1572 geschreven kon zijn, sit immers totaal veranderd). Oudste uitgave 1577.
Voor volk waarvoor Prins zich verantwoordelijk voelt.
Boodschap: afscheidslied? Lied van troost en bemoediging? Belofte van betere tijden? Oproep om op God te vertrouwen?
Officieel 1932 volkslied geworden.
Rederijkerskenmerken:
- eerste letters elke strofe vormen naam vd Prins.
- laatste strofe heet Prince.
p89/112 opg2.7
Tekst 20: Bijencorf der H. Roomsche Kercke
In hoeverre is aan de opgave aan biscch Sonnius de geest van Erasmus’ Lof der Zotheid te herkennen?
- Overeenkomst is ogenschijnlijke lof die toegezwaaid wordt, aan iets dat duidelijk onlofwaardig is.
- Erasmus: theologen zo deskundig dat ze over zaken kunnen spreken die er niet zijn.
Marnix: bissch zo bekwaam dat hele land in puin ligt.
Anders dan Erasmus (tegen iedereen die meer pretendeert dan hij waar kan maken): Marnix partijman, want stelt gereformeerde waarheid tegenover roomse leugen.
p85/113 opg2.8
Tekst 21: Nederlandsche Historien (Hooft)
Stelling: De Ned. Hist’en zijn voor een groot deel puur plagiaat.
- Hooft heeft formuleringen en passages uit Tacitus lett overgenomen.
- Is niet plagiaat: was manier om te laten zien dat zijn Nldse geschiedenis geschiedenis geschreven was vlgs grote klass traditie.
- Opvatting vd geschiedenis als cyclus; eeuwige wederkeer. Wat nu gebeurt, gebeurde toen ook, met andere namen etc. Situatie vd mens blijft in esssentie eender.
p85/113 opg2.9